Parijs-Roubaix, dat is koersen over prehistorische landbouwweggetjes waar alleen nog boeren in een stoere tractor zich durven te vertonen. Weggetjes waar slechts renners van het type Flandrien zich staande weet te houden, al rijden ze er tientallen wielen kapot, sturen, kettingen en frames. Over de de banden hebben we het niet.
En toch had het allemaal nog veel erger kunnen zijn. Wat slechts weinigen weten, is dat er jaarlijks enorm veel energie wordt gestopt in het onderhoud én de verbetering van de kasseiwegen die de Hel van het Noorden aandoet.
De drijvende kracht hierachter: Les Amis de Paris-Roubaix. Een club van iets meer dan 200 kasseifanaten uit Frankrijk, maar ook uit België, Engeland en Nederland. Liefhebbers die waken over het welzijn van de kasseien. In hun achterhoofd huist nog steeds het schrikbeeld van asfaltmachines die vanaf de jaren zestig de ene na de andere kasseistrook platwalsten met macadam. Kasseien waren een teken van armoe en verval, een stigma waar de naargeestige regio Nord Pas de Calais graag vanaf wilde. Weg met die keien, dus.
Tot in de kleinste dorpjes maakten steeds meer burgemeesters goede sier met het civiliseren van het wegdek. Totdat Albert Bouvet, oud-renner en namens de organisatie verantwoordelijk voor het parcours, in 1978 op zijn jaarlijks speurtocht naar ongerepte kasseistroken concludeerde: het kan zo niet langer. Hij begon een campagne om gemeentebestuurders en media op andere gedachten te brengen. Kasseiliefhebbers uit de regio sloten zich bij hem aan, koersdirecteur en Nordist Jean-Marie Leblanc schreef in 1982 het boek Les pavés du Nord en een jaar later verenigden zij zich in Les Amis de Paris-Roubaix.
Op de vraag waarom die krankzinnig slechte wegen moesten worden behouden, hadden en hebben de verdedigers ervan een helder antwoord: zonder kasseiwegen is er niet alleen geen Parijs-Roubaix, ze maken ook deel uit van de identiteit van Noord-Frankrijk en trekken wereldwijd de aandacht; op de Amerikaanse televisie wordt er bijvoorbeeld ruim aandacht besteed aan Parijs-Roubaix. De fanatiekste leden van Les Amis werden niet moe hun boodschap uit te dragen, en vonden gehoor.
Anno 2014 is de situatie een compleet andere. Burgemeesters zijn er trots op als de koers hun gemeente aandoet en zijn bereid te investeren in de landbouwweggetjes als een boer die weer eens kapot heeft gereden. De stroken van het Bos van Wallers, Cysoing, Camphin en Pévèle en Carrefour de l’Arbre hebben inmiddels de status van monument.
Het Noorden heeft de kasseien omarmd, les Amis houden ze in de gaten. Voorzitter François Doulcier maakt regelmatig een rondje en inspecteert kritisch kwetsbare stoken zoals die van Bersée en Mons en Pévèle. Constateert hij een te ernstige verzakking, dan zijn er verschillende opties: de Amis gaan zelf aan de slag, of zij roepen de hulp in van een van de regionale tuinbouwscholen. Die zijn maar al te blij dat ze hun leerlingen kunnen laten oefenen op echte kasseiwegen. Professionele hulp is soms onontkoombaar, zoals in 2006. Het was niet langer verantwoord om door het Bos van Wallers te rijden. Het visitekaartje van de koers mocht natuurlijk niet verloren gaan en er werd besloten tot een ingrijpende opknapbeurt. Diverse overheden namen de kosten voor hun rekening.
Vaak gaan les Amis zelf aan de slag. Ze verwijderen gras, mos en andere begroeiing van de stenen, vullen gaten en vervangen gestolen kasseien (die uit het Bos zijn populair). Mocht toch een kasseiweg sneuvelen, dan regelen ze dat de kasseien bewaard blijven; handig voor komende reparaties.
ASO, de organisator van Parijs-Roubaix, is dolblij met Les Amis. De contacten zijn innig. Van de 85 kilometer kasseiwegen die beschikbaar zijn voor Parijs-Roubaix is er niet één die niet minstens één keer onder handen is genomen. De energie van Doulcier en de zijnen lijkt onuitputtelijk. Ze zijn ook inventief: ze ontdekken vergeten kasseiweggetjes zoals die van Le Moulin de Vertain, die van onder een dikke laag aarde werd opgegraven. Bij Beuvry la Fôret werd een doodlopende kasseiweg verlengd en in de beruchte bocht naar het laatste stuk van Mons en Pévèle werd zelfs een put aangelegd om de afwatering te bevorderen. Want Les Amis strijden niet alleen voor het behoud van de kasseiwegen, ze zijn ook wars van het soort spektakel waar niet-liefhebbers op afkomen: renners moeten niet worden blootgesteld aan onverantwoorde risico’s.
Onmisbaar als zij inmiddels zijn, blijven Les Amis zo goed als onzichtbaar. Het is een bescheiden club die zeker uit het buitenland meer steun verdient. Het lidmaatschap kost slechts 25 euro per jaar. Zie http://www.lesamisdeparisroubaix.com/
Zelf over de kasseien van Parijs-Roubaix rijden, kan ook. Er zijn twee toertochten, zie:
http://www.vc-roubaix-cyclo.fr/site/index.php?option=com_content&view=article&id=166
- Grand Départ 1978: Het bedrog van Leiden - 23/06/2015
- Vive les pavés, ook in de Tour - 08/07/2014
- Zonder kasseien geen koers - 09/04/2014