Een kort handgebaar. Meer niet. Bijna ongemerkt geeft hij met zijn rechterhand aan dat hij naar de kant van de weg wil sturen. Precies lang genoeg om aan de renners achter hem duidelijk te maken dat er een onverwachte manoeuvre aan komt. Een korte blik over zijn rechterschouder nog. Om zeker te zijn dat er niet nog een onoplettende collega rechts van hem rijdt. Zodra hij ziet dat er voldoende ruimte is, stuurt hij naar de kant van de weg. Met zijn wijs- en middelvingers knijpt hij in zijn remmen en zet zijn rechtervoet aan de grond. Direct wordt hij omgeven door motoren. Cameramensen. Fotografen. Journalisten. Ze willen geen seconde missen van wat er zich voor hun ogen voltrekt. De zojuist gestopte renner keert zijn fiets om, rijdt een paar meter terug en steekt de straat over. Hij wil er zo snel mogelijk vandoor. Weg van hier. Van de journalisten. Van het peloton. Van de koers. Zwijgend rijdt hij de parkeerplaats op van het hotel links van de straat. Hij duwt zijn fiets in de handen van zijn mecanicien en loopt de lobby in. ‘Miguel Indurain – Abandono’, verschijnt op miljoenen televisieschermen. De Spaanse regie brengt de aftocht van de vijfvoudig Tourwinnaar haarscherp in beeld. In de dertiende etappe van de Vuelta van 1996 houdt Miguel Indurain het voor gezien. Na 130 van de in totaal af te leggen 159 kilometers tussen Oviedo en Lagos de Covadonga is het klaar. Over en uit. Bronchitis, luidt de officiële verklaring voor zijn opgave diezelfde avond. In werkelijkheid is er meer aan de hand dan ademhalingsproblemen alleen.
De beklimming van de Alto Mirador del Fito is een aantal kilometers eerder het begin van het einde. In de jacht op koplopers Mirko Celestino en Dimitri Konyshev probeert Tony Rominger het snel slinkende peloton nog wat meer schade toe te brengen. De Zwitser heeft de Vuelta in 1992, 1993 en 1994 driemaal op rij weten te winnen. Het zijn de laatste jaren dat de ronde in het voorjaar wordt verreden. Vanaf 1995 staat de Vuelta a España in de tweede helft van het seizoen op het programma. De UCI wil de Ronde van Spanje interessanter maken voor sponsoren en een sterker deelnemersveld aantrekken. In het voorjaar staat de Vuelta precies tussen de grote eendagswedstrijden en de Giro op de kalender. Veel renners mijden Spanje, omdat de ronde niet past in hun voorbereiding op de Tour. Door de Vuelta een paar maanden op te schuiven worden de grote rondes beter verdeeld over het seizoen. Bovendien wordt de Ronde van Spanje interessanter voor hen die de verwachtingen in de Tour niet konden waarmaken, of nog krachten over hebben voor een volgende drieweekse uitdaging.
Op de Alto Mirador del Fito ondergaat Indurain op 19 september 1996 hetzelfde lot als twee maanden daarvoor op Hautacam. Opnieuw moet hij de groep met favorieten laten gaan. Net als in de vorige etappe op de Alto del Naranco ook al het geval is geweest. Bleef het verlies toen nog beperkt tot een kleine minuut, nu loopt de achterstand op Rominger, Jalabert, Zülle en Dufaux in een paar kilometer klimmen op tot bijna twee minuten. Indurain maakt een gelaten indruk als hij in gezelschap van Herminio Díaz Zabala de afdaling inzet. De twee kennen elkaar goed. Díaz Zabala verdedigt weliswaar de kleuren van ONCE, maar een aantal jaren eerder reden ze samen voor Reynolds, de vorige hoofdsponsor van de Banesto-ploeg. Het liefste zou Díaz Zabala zijn oud-ploeggenoot op sleeptouw nemen. Volle bak rijden in de afdaling om Indurain terug te brengen naar de groep der favorieten. Het kan niet. Het mag niet. Díaz Zabala dient zich te schikken naar de belangen van ONCE-kopmannen Zülle en Jalabert. De twee zijn met Indurain een belangrijke concurrent voor de eindzege kwijt.
Zodra Indurain op een stukje oplopende weg vaart mindert komt zijn landgenoot naast hem rijden. Kort kijken de twee elkaar aan. Woorden zijn overbodig. Heel even legt Díaz Zabala zijn hand op de schouder van Indurain. Een gebaar van troost. Zoals een oudere broer zich ontfermt over zijn jongere broer, die net een blauwtje heeft gelopen bij het mooiste meisje van de klas. Misschien ook wel een arm van verontschuldiging. De vijfvoudig Tourwinnaar neemt zijn oud-ploeggenoot niets kwalijk. Ook zijn eigen kameraden van Banesto niet. Als het had gemoeten had meesterknecht Marino Alonso zijn kopman geen seconde uit het oog verloren en hem uren, zo niet dagen, op sleeptouw genomen. Indurain heeft zijn luitenant al eerder op de klim laten weten niet te hoeven wachten. Alonso heeft de order aangenomen, zoals hij zich al jaren trouw wegcijfert. Altijd rijdend in dienst van renners die weten wat winnen is. Nu staat Indurain er alleen voor. Het deert hem niet. Hij schikt zich in zijn lot.
Het liefste was Indurain helemaal niet van start gegaan in de 51ste editie van de Vuelta. De Spaanse ronde ligt hem niet. Natuurlijk, hij heeft ‘m in zijn eerste jaren als prof steevast gereden. Om te leren. En om kopmannen als Ángel Arroyo en Pedro Delgado bij te staan. Het levert Indurain bij zijn debuut in 1985 een 84ste plaats in het eindklassement op. Dankzij een fraaie tweede plaats in de proloog, achter specialist Bert Oosterbosch, mag Indurain een dag later zelfs de leiderstui aantrekken. Vier dagen draagt hij het ‘amarillo’ bij zijn Vuelta-debuut. In de jaren die volgen breekt Indurain weinig potten. 92ste in 1986. Opgaves in de drie volgende edities. Pas in 1990 rijdt hij voor het eerst top 10. Als meesterknecht van Pedro Delgado, die zelf tweede wordt achter winnaar Marco Giovannetti, finisht Indurain op een zevende plaats. Een jaar later bewijst ‘Big Mig’ dat de rollen binnen de Banesto-ploeg voortaan omgedraaid zijn. Delgado is niet langer de onbetwiste nummer één in de ploeg. Dat is Indurain. Het is dat de ONCE-ploeg met renners als Marino Lejarreta, Eduardo Chozas en Melchor Mauri een te sterk front vormt in de Vuelta van 1991. Indurain moet genoegen nemen met een tweede plaats in het eindklassement. Een kleine drie minuten achter Mauri.
Twee maanden later vestigt Indurain definitief zijn naam en wint zijn eerste Tour de France. Dankzij zijn nieuwe status als rondewinnaar mag ‘die lange uit Pamplona’ voortaan zelf zijn programma samenstellen in aanloop naar de Tour. Het betekent een voorlopig einde aan zijn optredens in de Vuelta. Indurain ziet in de Giro een betere voorbereiding op de Franse ronde. Hij heeft het gelijk aan zijn kant. Zowel in 1992 als 1993 wint de Spanjaard de Giro alvorens ook in de Tour toe te slaan. In 1994 gaat een derde plaats in Italië Indurains vierde Tourzege vooraf. Daarna vindt de Spanjaard de combi Giro-Tour toch wat te zwaar. Hij besluit zich volledig te richten op de belangrijkste van de drie grote rondes. Dat de Vuelta in 1995 voor het eerst in de tweede helft van het seizoen wordt verreden, dus na de Tour, kan Indurain niet verleiden om zijn gezicht weer eens te laten zien in de ronde van zijn thuisland. Zijn vijfde Tourzege maakt dat hij zich het verstek kan permitteren.
In 1996 liggen de kaarten anders. Door de teleurstellend verlopen Tour is de status van Indurain binnen de Banesto-ploeg niet langzaam afgebrokkeld. Nee, die is met een moker hardhandig met de grond gelijk gemaakt. Manager José Miguel Echávarri maakt na Indurains elfde plaats in Parijs bekend Abraham Olano te willen inlijven als nieuwe kopman. Olano lijkt niet alleen qua uiterlijk wel wat op Indurain, de Bask beschikt over bijna dezelfde tijdrijderskwaliteiten en is net als Indurain een uitstekend klimmer. Het leverde Olano al top 10-klasseringen op in alle drie de grote rondes. Bovendien heeft Olano een jaar eerder in het Colombiaanse Duitama de wereldtitel voor de neus van Indurain weggekaapt. In de voorlaatste ronde verrast hij alle kanshebbers. Het parcours is op het lijf van Indurain geschreven, maar die zit door de demarrage van Olano genadeloos in de tang. Zelf het gat naar een landgenoot dichtrijden is ‘not done’. Indurain is overgeleverd aan de inspanningen van concurrenten Pantani en Gianetti, maar die slagen er niet in Olano nog bij te halen. Zelfs een lekke band in de laatste kilometer kan de Bask niet van de wereldtitel afhouden. Uitgerekend die Olano. Die willen ze bij Banesto nu het kopmanschap geven. Indurains kopmanschap. Terwijl Indurain de ploeg altijd trouw is geweest. Twaalf dienstjaren bij Banesto en vorige hoofdsponsor Reynolds. Vijf keer de Tour gewonnen. Twee maal de Giro. En dan nu zomaar aan de kant worden geschoven na één teleurstellende Tour de France? Het doet de immer koel ogende Indurain koken van woede. Hij heeft het gehad met Banesto.
Tot overmaat van ramp heeft Echávarri geëist dat Indurain eindelijk zijn gezicht weer eens laat zien in de Vuelta. De directeuren van de Banesto-bank ergeren zich al jaren aan het feit dat de beste ronderenner van het moment er een gewoonte van maakt de Vuelta te mijden. Ieder jaar vloeien er miljoenen peseta’s van de Banesto-bank naar de gelijknamige wielerploeg, maar tijdens de ronde in eigen land geeft de kopman stelselmatig niet thuis. Daar moet maar eens verandering in komen. Nu heeft Indurain geen Tourzege meer om zich achter te verschuilen. Hij heeft zijn falende optreden in Frankrijk weliswaar gecompenseerd met Olympisch goud op de individuele tijdrit in Atlanta, maar die prestatie gebruikt Echávarri juist om Indurain te overtuigen de Vuelta te rijden. “De vorm is er weer. Tijd voor revanche in eigen land”, heeft Indurain te horen gekregen. Schoorvoetend geeft de Spanjaard toe.
Als het zou kunnen zou Indurain het Banesto-shirt het liefste direct nooit meer aantrekken. Geen eisen meer van Echávarri en al helemaal niet van een stel bankdirecteuren in grijze pakken. Wat denken ze wel? Indurains contract laat hem echter geen andere keuze dan met frisse tegenzin te starten in de Vuelta. Terwijl Banesto openlijk flirt met Olano kan Indurain zelf rekenen op de belangstelling van ONCE. De ploeg van Manolo Saiz is in het Spaanse wielrennen de aartsrivaal van Banesto en wil Indurain in het nieuwe seizoen de kans geven alsnog zijn zesde Tourzege binnen te halen. Kopmannen Alex Zülle en Laurent Jalabert zouden zich in Frankrijk zelfs moeten wegcijferen om als luxeknechten voor Indurain te fungeren. Spaanse media melden dat Indurain bij ONCE een jaarsalaris van, omgerekend, 18 miljoen gulden zou opstrijken. Naar verluidt het viervoudige van zijn gage bij Banesto.
De eerste twee Vuelta-weken komt Indurain in 1996 heel aardig door. Natuurlijk is er de strijd met de ploeg waar hij wellicht een paar maanden later zelf deel van uit zal maken: ONCE. De gele brigade speelt in de jaren ‘90 elk jaar een hoofdrol in de ronde in eigen land. Desondanks staat Indurain voor de start van de etappe naar Lagos de Covadonga op de derde plaats in het algemeen klassement. Achter ONCE-duo Zülle en Jalabert, maar voor Melchor Mauri en Neil Stephens uit diezelfde ploeg. Er is dus nog niets verloren als het peloton op 19 september naar de voet van de Alto Mirador del Fito rijdt.
Zodra Tony Rominger op de klim aanzet bekruipt Indurain hetzelfde gevoel als twee maanden eerder in de Touretappe naar Hautacam. Alsof een onzichtbare vuist hem plotseling bij de keel grijpt en de zuurstoftoevoer naar zijn longen bruut afsnijdt. Met elke pedaalomwenteling wordt de zuurstofschuld groter. Zijn hart gaat steeds heviger te keer in een poging de rode bloedlichaampjes in dezelfde frequentie als altijd door zijn aderen te pompen. Het doet de kracht in zijn benen in hoog tempo wegvloeien. De ene na de andere renner laat Indurain zijn achterwiel zien. In het hoofd van de Spanjaard breekt iets. De motivatie om de Vuelta te rijden was er al niet en verdwijnt nu helemaal als sneeuw voor de zon. Als Indurain op de top van de Alto Mirador del Fito zijn achterstand doorkrijgt aarzelt hij. De achtervolging inzetten? Of niet? Stel dat het hem lukt om de verloren tijd weer goed te maken, dan betaalt hij op de slotklim naar Lagos de Covadonga natuurlijk de hoofdprijs. Terwijl Herminio Díaz Zabala in de afdaling kort zijn hand op de schouder van de gewezen Tourwinnaar legt, besluit Indurain dat het genoeg is. Hij bedankt Díaz Zabala voor zijn compassie en zegt zijn landgenoot niet op hem te hoeven wachten. In het tempo van een zondags toertochtje laat Indurain zich terugzakken naar een groep eerder gelosten. Kort wisselt hij een paar woorden met Erwin Nijboer en Vicente Aparicio. Er is niets dat de knechten nu voor hun kopman kunnen doen. Hoeven doen. Indurain kijkt voor de zekerheid nog even op het routekaartje, dat hij zoals altijd bij de start in zijn achterzak gefrommeld heeft. Zijn vermoeden klopt. Over een paar honderd meter passeert de groep gelosten Hotel Capitán. De plek waar de Banesto-ploeg de nacht zal doorbrengen. Met een kort handgebaar maakt Indurain zijn omgeving duidelijk naar de kant van de weg te sturen. Een laatste keer knijpt hij in de remmen. Op de hielen gezeten door journalisten en fotografen stuurt hij de parkeerplaats van Hotel Capitán op.
Terwijl Laurent Jalabert en Alex Zülle een half uur later gebroederlijk als eerste en tweede over de finish komen op Lagos de Covadonga, zit voor Miguel Indurain de Vuelta van 1996 er op. En, zo blijkt een paar maanden later, ook zijn carrière. Na een rustperiode maakt Miguel Indurain op 2 januari 1997 bekend te stoppen. Per direct. De onderhandelingen met ONCE zijn stukgelopen. De vele miljoenen zijn voor de sponsor uiteindelijk toch aan de hoge kant en de mogelijke komst van Indurain is door Zülle en Jalabert niet bepaald met gejuich ontvangen. Doorgaan bij Banesto is geen optie. Aanbiedingen van andere ploegen slaat Indurain resoluut af. Na twaalf jaren in het profpeloton vindt de Spanjaard het genoeg.
Banesto presenteert in dezelfde periode haar ploeg voor het nieuwe wielerjaar. Middelpunt is de nieuwe kopman: Abraham Olano. De Tour zal de troonopvolger van Indurain nooit weten te winnen. De Giro evenmin. Olano slaagt er echter wel in om, na het WK van 1995, ook die andere grote wedstrijd te winnen die ontbreekt op de erelijst van Indurain: de Vuelta. In 1998 staat Olano in Madrid op de hoogste trede van het podium. In het shirt van Banesto.
- WK 1990: ‘Dhaentje’ de wereldkampioen - 27/09/2024
- Vuelta 1991: Melchor Mauri en de doorbraak van de ONCE-ploeg - 05/09/2024
- Tour 1985: Teuntje en Toontje gingen uit fietsen - 07/07/2024