Site pictogram HET IS KOERS!

Zwarte sneeuw in de Vogezen

3ballons“Excusez-moi, à droite.” Ik weet niet meer wat droite is. Ik zwalk een kant op. “Merci beaucoup”. Een Fransman zwiept voorbij. Goede gok. De Fransman verontschuldigt zich verderop een weg door mijn medeharkers. De weg loopt hier tegen de twintig procent omhoog. Mijn voorwiel komt los als ik te hard aan het stuur trek. Mijn benen en hartslag vechten om aandacht. Allebei eisen ze onmiddelijke staking. Waar ben ik in vredesnaam mee bezig?

Ha leuk. Fietsen in de Vogezen. Les Trois Ballons. Dik tweehonderd kilometer over beboste bergen. Genieten van het uitzicht, dalen als Sammy Sanchez en oh ja. Beetje afzien op de beklimmingen. Ach, piemelverzet erop en naar boven rijden, toch? Boven kom je toch wel. Eigen tempo, het is geen wedstrijd.

Lazer toch in godsnaam eens op met deze pestberg. Hoe is het mogelijk dat dit steile stuk al een kilometer duurt? In een bocht staat een oud meneertje met een draaiorgel. Voor me vloekt een Italiaan, omdat zijn achterwiel geen grip kan vinden op het waardeloze wegdek. Dat hij nog kan vloeken. Moet hij niet klimmen? Een bordje langs de weg. Humor van de organisatie. Minimaal acht kilometer per uur. Ik kijk op m’n teller. Ik rijd geen acht kilometer per uur. Ik kan de grap niet waarderen.

Oefenrondje ging prima toch? Planche des Belles Filles beklommen. Ja, de eerste twee kilometer zorgden voor een cultuurschok van jewelste in mijn vlakke-wegenlijfje, maar dat hoort er even bij. Bovenop de berg was alles alweer dik in orde. 200 kilometer is veel, maar ik heb meer gereden op één dag. Bergen, ach. Bergen hebben ze in de Alpen. Hier hebben we grote heuvels.

Sommet à 2 kilométre. Mijn razendsnelle brein vertaalt dit en komt tot de ellendige conclusie dat de top nog twee kilometer rijden is. Twee kilometer. Ik wil dood. Zes kilometer per uur. Doe even normaal, zeg. Zes kilometer! Wat doe je hier? Waarom heb jij, in al je misplaatste branie en zelfvertrouwen, besloten dat je wel kon gaan klimmen? Je bent de allerslechtste renner op deze berg en de enige reden waarom je die ene vent zojuist hebt ingehaald, is omdat hij zestig is en jij niet. Stomme, stomme, stomme lul die je bent. Met je mooie fiets. Dat ding schaamt zich om door jouw waardeloze benen aangedreven te worden.

Drieduizend man stonden er bij de start op het Vélodrome in Luxeuil-les-Bains. Ik was er eentje van. Goedgemutst, ietsje nerveus. Naast mij een setje Belgen. Allen op een fiets van Eddy Merckx. Heertjes, wel. Grote bek, veel mannelijk toneelspel ten overstaan van vrienden. Ik hou daar niet zo van. Ik zou ze wel wat laten zien straks. Ze zouden zich verbazen over dien ‘Ollander die daar zo gracieus naar boven danst.

Nog een kilometer. Nog één kilometer en dan ben ik boven. Dan kan ik drinken en mijn excuses aanbieden aan mijn lichaam. Te beginnen met mijn benen. Ik wurm mij naar de top. Ik kijk op mijn teller. We zijn veertig kilometer onderweg. Van de tweehonderd. Ik stap af en zak in het gras. Ik weet niet meer wat ik moet doen.

Ah, daar is de eerste col al. Ziet er best steil uit. Maar ik voel me goed. Ik neem nog een slokje water en schakel een tandje kleiner. Moet lukken. Ik kan alles.

Twitter
Laatste berichten van Ivo Pakvis (alles zien)
Mobiele versie afsluiten