Kopenhagen is de stad van sprookjesschrijver Hans Christian Andersen. De Kleine Zeemeermin, een van Andersens spinsels, zit daar als bewijs van zijn fantasie gebronsd in de zon op een steen aan het water. Ze wacht daar om aan de hand van een prins naar de echte wereld meegenomen te worden. Maar dat gebeurt natuurlijk niet. Het beeldje blijft daar verstijfd zitten, zeker niet mooi te zijn, want de wind en het zoute zeewater heeft op haar ook invloed.
Als iemand de wegkwijnende zeemeermin had kunnen redden dan had het wel Rik Van Steenbergen geweest. De Belg kreeg in 1949 en 1956 de kans haar hand te pakken, maar hij deed het niet. Hij greep haar hand niet toen hij Ferdi Kübler en Fausto Coppi in 1949 van zich af had geschud en niet toen hij in 1956 Rik Van Looy en Gerrit Schulte aftroefde. Hij had nog iets mooiers in het verschiet dan de zeemeermin: winnen in zijn België. Een jaar later maakte hij bij het wereldkampioenschap in Waregem zijn trilogie compleet. Daar kon voor ‘de Grote’ geen sprookje tegenop. De Kleine Zeemermin wacht ook vanmiddag om meegenomen te worden door een groot kampioen.
Dit stukje van Pieter van der Meer is afkomstig van De Muur Wielerscheurkalender 2011. De Muur Wielerscheurkalender 2012 ligt nu al in de winkel!
- Het is Koers: 10 jaar doping voor de wielerziel - 29/06/2020
- Boekrecensie: De Monumenten – Peter Cossins - 11/05/2015
- Alpe d’Huez – Rick Brauwers - 13/02/2015
Geef een reactie