Elke vrijdagavond is het raak. Elke vrijdagavond stemmen er om en nabij drie miljoen Nederlanders af op The voice of Holland. Goeie kijkcijfers voor het programma van RTL4. Maar wat maakt het programma nou zo succesvol? Even ontleden en al snel wordt duidelijk dat de blind auditions het verschil maken. De knock-out-rondes, de latere afleveringen, zijn qua format immers niet zo anders dan die van de andere talentenshows. Kortom, de John de Mol-onderhorige die tijdens de brainstormsessies met het blind audition-concept op de proppen kwam, die is de gevierde man.
Wie deze man of vrouw is, dat kan ik jullie niet vertellen, maar dat hij of zij een wielerliefhebber moet zijn geweest, dat lijkt me duidelijk. Ja, het moment van inspiratie voor de blind auditions móet z’n oorsprong hebben gehad in een overdenking van de wielergeschiedenis, kan niet anders. De eerste blind audition namelijk die evenveel reacties opriep als de TVOH-audities van tegenwoordig, die vond plaats in november 1953, Novi Ligure, Italië. Het betrof de blind audition van: Jacques Anquetil.
Biagio Cavanna
Zo oud als het professioneel wielrennen is, zo oud is ook het gegeven dat top renners zich laten bijstaan door specialisten op het gebied van voeding, trainingsschema’s en massagetechnieken. Sportartsen en soigneurs, daar hebben we het dan over. Armstrong en de viool spelende Tony Rominger betaalden ‘goed’ voor de voedingsadviezen van Michele Ferrari. Ulrich en Riis deden het bij Telekom met Andreas Schmid en Jef d’Hont. En van Pantani, Indurain en Fignon is bekend dat zij hun consult haalden bij Francesco Conconi – de man waarvan wordt gezegd dat hij het middel epo in het peloton heeft geïntroduceerd. Maar dat geheel terzijde.
Een van de eerste topwielrenners die zich permanent liet bijstaan door een soigneur was Fausto Coppi. Biagio Cavanna was de man die Coppi z’n gehele carrière lang bijstond en van adviezen voorzag. Vertrouweling, trainer, masseur en connaisseur – dat stond er op Cavanna’s visitekaartje. Cavanna was een aanhanger van hard werken, gezond voedsel tot je nemen, genoeg rust nemen en van goeie massages. Daarbij was hij een van de eerste trainers die pre-seizoen-trainingskampen organiseerde. Een heilig geloof in een weloverwogen trainingsopbouw lag hieraan ten grondslag. Een visionair dus, Cavanna. Amfetaminekuurtjes? Tja, hoorden er ook bij, Cavanna schreef ze graag en vaak voor. ‘Verhogen je concentratie’ waren meestal de begeleidende woorden. Al deze kennis, de durf om z’n cliënten op het randje van het toelaatbare te laten begeven én de successen van Coppi leverden Cavanna uiteindelijk de bijnaam ‘The magician of the muscles’ op.
Wordt er tegenwoordig met afschuw gereageerd op namen als Ferrari, Cecchini en Fuentes, vroeger was je iemand als je een top renner bijstond. Zeker als dit de grote Coppi, Il Campionissimo, betrof. Cavanna wás dus iemand. Zijn mening, die deed er toe. En zo komen we uit bij die ene historische novemberdag in ’53.
Jacques Anquetil
Tijdens de Trofeo Baracchi van ’53, een duo-tijdrit in de buurt van Bergamo, had een piepjonge Jacques Anquetil, negentien jaar was-ie, enorm huisgehouden. Samen met zijn teamgenoot Antonin Rolland was hij tweede geworden achter het duo Fausto Coppi en Ricardo Filippi. Niet zo speciaal lijkt het, tweede worden, maar wat Anquetils prestatie wel enorm indrukwekkend maakte, was het gegeven dat hij het hele stuk bijna in z’n eentje had gereden. Tweederde deel had hij als windbreker voor Rolland gefungeerd. Die verklaarde na de wedstrijd: ‘Een fatsoenlijke overname zat er na dertig kilometer al niet meer in voor me. Jacques heeft me zowat vermoord. Hij is de allerbeste.’ Coppi was zich na deze wedstrijd bewust van het feit dat hij er met Anquetil een grote concurrent bij had gekregen.
Cavanna, de soigneur, hoorde die dag ook van Anquetils indrukwekkende rijden maar had niks kunnen zien.
Want zien, tja, dat was iets wat de beste man sinds 1933 al niet meer kon. Cavanna was namelijk al twintig jaar blind. Stekeblind. Zwart, dat was het enige dat-ie nog zag. Z’n blindheid had hem nooit belet om z’n werk goed te doen of om gelukkig te zijn, maar dit keer frustreerde het Cavanna wel. Deze frustratie werd in de maanden nadien ook gevoed door Coppi, die na de Trofeo Baracchi maar niet uitgepraat raakte over dat nieuwe talent Anquetil. Cavanna werd gek. Hij wilde duidelijkheid. Duidelijkheid omtrent hóe goed Anquetil nou daadwerkelijk was. Er moest een oplossing komen, en wel zo snel mogelijk. Een ontmoeting, dat zou soelaas bieden. Cavanna wilde een ontmoeting zodat hij met eigen ogen kon aanschouwen hoe goed Anquetil werkelijk was. Met z’n handen welteverstaan, want dat waren gaandeweg z’n ogen geworden. Cavanna wilde Anquetil vóélen, onderzoeken. Elk spiervezeltje aanraken en omdraaien om zo tot een gedegen oordeel te komen, dat was het idee. Want z’n handen, die logen nooit, daar kon hij op vertrouwen. En dus vroeg Cavanna aan Coppi om een ontmoeting te regelen. Coppi stuurde daarop een invitatie naar Anquetil met het verzoek om bij hem thuis langs te komen, in Novi Ligure. Anquetil, vereerd als-ie was, gaf gehoor.
De ontmoeting
Cavanna masseerde en onderzocht grondig elke spier van Anquetil. En naarmate de masseersessie vorderde, raakte de blinde soigneur meer en meer onder de indruk van Anquetils fysiek. Eén brok potentie, zo voelde hij. Een perfecte combinatie van kracht en souplesse. Met name de onderrug, de Latissimus Dorsi, was ongekend sterk. Deze man, zo besefte Cavanna, was gebouwd om te fietsen…
Het oordeel
De internationale sportpers had ook lucht gekregen van deze ontmoeting en had zich om die reden in groten getale in de tuin van Coppi verzameld. Ze wilden de uitkomst van deze blind audition te weten komen om die vervolgens ter perse te sturen. En terwijl binnen in huize Coppi Anquetil binnenstebuiten werd gekeerd, bouwde buiten de spanning zich op. Wat zouden Cavanna’s bevindingen zijn? Na anderhalf uur kwamen Cavanna, Coppi en Anquetil gedrieën het balkon op gelopen. In de tuin verstomde geroezemoes tot stilte en fotocamera’s werden in de aanslag gehouden. Cavanna stapte naar voren, alle ogen op hem gericht. Hij pakte Anquetil bij de arm, sloeg z’n arm vaderlijk om hem heen en sprak: “Frankrijk heeft zijn eigen Il Campionissimo!” Camera’s begonnen te flitsen en de journalisten begonnen met schrijven. Het hoge woord was eruit. Cavanna, the magician of the muscles, had gesproken.
*De blinde soigneur Cavanna had die novemberdag in ’53 een vooruitziende blik. Anquetil boekte uiteindelijk 226 overwinningen op het allerhoogste niveau. Hij won vijf keer de Tour de France (en was de eerste rijder die dit presteerde), tweemaal de Giro en eenmaal de Vuelta.
- Blind audition - 19/12/2012
- Coppi en Carrea - 31/10/2012
En dan nu de vraag voor 10 punten: welke andere renner had een blinde soigneur?
Jean Pierre ‘Jempi’ Monseré.
En Herman Chevrolet gaat met de bonificatieseconden lopen!