Daar zit hij op zijn fiets. In het velodrome van het zo moeilijk uit te spreken Mexicaanse stadje, op 1.800 meter boven zeeniveau.
Nog een laatste slokje water, want hoe gortdroog zijn keel ook zal zijn, tijdens de race valt er niets meer te slokken of te snaaien.
Het is een persoonlijke wedstrijd tegen het Zwitserse klokje; tegen de 52, 491 kilometers van de nog verse recordhouder en Australiër Rohan Dennis; maar bovenal tegen zichzelf. Een uur lang op de baan over eigen grenzen beuken.
Uit de speakers schalt zijn eigen samengestelde muziekafspeellijstje. De juiste composities en klanken voor extra endorfine en adrenaline. Afgekeken van Leontien van Moorsel die in 2003 het werelduurrecord verpletterde dankzij de hits van René Froger.
Met een straf mondje staart het gevallen talent voor zich uit. Een vrijpostig, maar netjes getrimd baardje siert zijn kaken. Dat dan weer wel. Ook al wordt met alles rekening gehouden: de bandenspanning, de wielomtrek, de lak, het gewicht van renner en fiets, de kleding. Zelfs de sokken. Alles is meetbaar, het zit hem in de kleinste details. Maar het baardje blijft zijn handelsmerk.
Zojuist sleutelde zijn team voor de zoveelste, maar laatste keer aan de fiets. Een aerodynamisch wondertje, met pikzwarte dichte wielen, maar zonder remmen of versnellingen. Een spacefiets voor de ultieme hipster, zou je kunnen zeggen.
Nu moet het gebeuren. Het doel is om in de boeken te komen. De dood of de gladiolen. Bloemen en lippenstiftkussen of lege handen en stilte.
Twee van zijn teamleden houden hem aan weerszijden in bedwang, terwijl hij ongedurig op de pedalen staat. Synchroon met het aftellen, blaast hij drie keer in en uit, waarna de assistenten met ferme duwen de wielen laten rollen.
Hij zoekt naar de juiste cadans tot hij zichzelf in een trance wiegt. De focus is aanwezig. Langzaam raakt hij tureluurs van de rondjes.
Tegen het uur racen, is trappen tot je scheel ziet. Zijn benen verzuren. Het melkzuur viert hoogtij. En zijn longen stoken gezamenlijk een fikkie. Negeren wordt een tweede natuur.
Ook neemt hij geen notitie van de roepende en coachende mensen aan de kant, hij hoort ze niet. Alsof ze onder water tegen hem praten, tegen een muur.
Het lichaam sputtert. Maar hij fietst va banque. Gedurende de ellenlange eenzame rondjes flitsen zijn dertig afgeronde jaren vol levenslessen aan hem voorbij. Zijn onbevangenheid en geborgenheid, zijn overwinningen, geluk, arbeid, de pijn, vrouwen en drank, de doping, eenzaamheid en het terugkrabbelen.
Tot de rinkelende bel zijn roes, zijn dagdroom bruut verstoort. Negeren is er niet meer bij, zijn lijf staat in brand. Hevig hijgend, met een gebogen hoofd en gesloten ogen laat hij zich uitbollen. De tijd is op, het uur tot nul seconden teruggedrongen.
Hij, de tot vandaag langzaam dovende nachtkaars, richt zich op naar het scherm, het verdict. Gaat hij in rook op, of herleeft hij, tot in ieder geval een fietsend waakvlammetje?
- Het werelduurrecord: rook of vuur - 25/02/2015
- Vandaag is niet de dag - 04/02/2015
Geef een reactie