Wielrenners hebben over het algemeen mooiere namen dan de gemiddelde mens. Toepasselijke, gezellige of buitenissige namen zijn het, namen die van het papier spatten als modder van de kasseien. Wielernamen dus.
Er zijn meerdere categorieën in wielernamen. Er is de toepasselijke wielernaam (Marco Velo), de esthetisch geslaagde wielernaam (Fortunato Baliani) en de uitzinnige wielernaam (Tuur Decabooter). Spreek Tuur Decabooter driemaal uit en je wordt op bovennatuurlijke wijze geteletransporteerd naar een kasseistrook nabij Munkzwalm. Meer een mantra dan een wielernaam eigenlijk. Zoiets als Hubert Hutsebaut, over wie de grote Tim Krabbé al zo fraai schreef. Hutsebaut is daarom hors catégorie, hij is de aartsvader van de wielernaam en naamgever van de trofee voor fijnste wielernaam.
De Hubert Hutsebaut-trofee dus.
De Top-5 van de zeer subjectieve en volkomen ondemocratische verkiezing van mooiste wielernaam luidt als volgt:
Op 5: Johnny Walker.
De fietsende paradox. Geen groot renner, geen typische wielernaam ook, maar zonder enige twijfel een coureur waarvan niet nader te noemen wielercommentatoren hopen dat hij op een saaie, warme Tourdag in de lange vlucht zit, om zo eindelijk hun al jaren geleden voorbereide moppen te tappen.
Op 4: Dimitri Champion.
In de categorie ‘Nomen est Omen’. Belangrijkste wapenfeit van Champion is zijn winst in het Frans Kampioenschap 2006. Kon ook niet anders. Een echte kampioenschapsrijder. Andere renners die zich mogelijk op overdreven wijze met hun naam hebben geïdentificeerd zijn de al genoemde Velo (rijdt op een fiets), Emanuele Sella (komt vaak uit het zadel), Ryder Hesjedal (rijdt prima afdalingen), Geert Omloop (won in zijn carrière maar liefst negen Omlopen, helaas nooit Het Volk) en Peter Winnen (won wel eens).
Op 3: Peter Post.
Een beetje wielrenner heeft een jongensboekennaam. Een achternaam van één lettergreep is daarbij cruciaal, liefst vergezeld van een gezonde Hollandsche voornaam. Jan Raas is klasse, Cees Priem ook. Bart Zoet zou zelfs overdreven zijn – de hoofdpersoon in het klassieke wielerjongensboek Gele trui tegen wil en dank (schrijver: Jan Cottaar) heet Bart Roest. Rick Flens is alweer een stuk minder, vermoedelijk zowel door de niet geheel Hollandsche voornaam als wel door het feit dat de achternaam onvoldoende van onverzettelijkheid getuigt (‘Hij reed als een Flens’).
Pavel Brutt heeft potentie, al had zijn achternaam nog best een extra u’tje kunnen gebruiken.
Op 2: Domenico Pozzovivo.
Namen waar de klasse vanaf druipt. Sommige renners hoeven eigenlijk geen meter te rijden om indruk te maken. Je leest de naam op de startlijst en je weet: klasbak. Topcoureur. Megatalent. Onmogelijk te volgen.
Laurent Jalabert was er zo één, Armand de las Cuevas ook. Federico Bahamontes had bijvoorbeeld nooit een matige renner kunnen worden. Luis Pasamontes dan weer wel; het zit ‘m in de details.
Maar voor de esthetisch volmaakte wielernaam moet je toch echt naar Italië. Het lijkt wel of ze daar voor het opscheppen liggen, er rijden daar hele teams rond met uitsluitend renners met prachtnamen. Het zijn namen die thuishoren in de geschiedenisboeken, namen die de sport overstijgen, namen die niet zelden fraaier zijn dan hun bezitters: Tiziano dall’Antonia (Toscaans landschapsschilder, 1841-1879). Daniele Pietropolli (Calabrees pantomimespeler, begin 20e eeuw). Danilo Napolitano (Uitvinder van de Pizza Napolitana). Roberto Ferrari en Alessandro Maserati (buurjongens uit Lecce die ieder hun eigen autofabriekje begonnen). Alessandro Spezialetti (capo van de Ndrangheta, omgekomen bij een vuurgevecht in 1983).
Op 1: de namen van het slijk.
Wielrennen is Vlaams, de mooiste wedstrijden worden georganiseerd in Vlaanderen, de grootste renners komen uit Vlaanderen en de fijnste bieren voor tijdens de koers worden in Vlaanderen gebrouwen. En dus zijn ook de beste wielernamen Vlaams; de meeste namen zijn – puur op de klank – al aan een of meerdere klassiekers te linken: Benoni Beheyt? Scheldeprijs. Maurice Desimpelaere? Kuurne-Brussel-Kuurne. Gorik Gardeyn? Driedaagse van West-Vlaanderen. Guillaume van Keirsbulck? E3-Prijs. Prosper Depredomme? Omloop het Volk.
Omdat er maar één de winnaar kan zijn, volgt er hieronder slechts één naam. Maar alle namen die in dit artikel genoemd zijn, moeten weten dat zij allemáál een beetje winnaar zijn. Een mooie wielernaam hebben is geen geringe prestatie, en een niet onaanzienlijke bijdrage aan de leesbaarheid van talrijke wielergeschiedenisboeken.
De winnaar van de Hubert Hutsebaut-trofee koppelt subtiele alliteratie aan de mogelijkheden tot afkorting (de Peet) en bijnaam (de Petomaan). Een oververdiende zege dus, voor PETER VAN PETEGEM.
- Voorpublicatie ‘Fietsen om niet aan te komen’ van Frank Heinen - 30/04/2021
- Vergeten wielrenner: José Beyaert - 20/04/2021
- Vergeten wielrenner: Rebecca Twigg - 01/04/2021
Altijd mooie stukjes, zo’n top 5. Ben zelf nogal van “vroeger was alles beter”, dus heb ik even gekeken naar de -echte- flandriens. Onverzettelijke namen als Briek Schotte. De uit steen gehouwen naam en dito figuur. Maar ook flierefluiters, boerenzonen die met 12 bier op zonder handen nog even het bos van Wallers doen, de gebroeders Romain en Sylvere Maes. Zonen van de bierbrouwer? “Moeke, waar is onze Sylvare?”, “Die is met zijne cyclo Romain aan het afhalen bij de frituur”. Je ziet het gebeuren. Mooiste Nederlandse wielernaam, alhoewel nooit in deze samenstelling op één fiets: Tiestje Wagtmans.
Ik!
Volgens mij moet Michele Ferrari Roberto zijn, aangezien Michele een arts is en Roberto een sprinter die vandaag wel eens de eerste etappe van de Giro di Sardegna zou kunnen gaan winnen. En de bijnaam van PvP De Zwarte van Brakel is toch een stuk bekender en welluidender dan de Petomaan?
Overigens vind ik Damiano Cunego, zeker in combinatie met zijn bijnaam De Kleine Prins, ook wel een vermelding waard. Om nog maar te zwijgen over Ludo Dierckxsens. Die heeft volgens Wikipedia als bijnaam De Boemeltrein van Kasterlee. Ik bedoel maar.
Bij de fietsende paradoxen mogen we Tino Tabak natuurlijk niet onvermeld laten. Niet alleen vanwege zijn naam een interessant figuur. Op http://www.sportgeschiedenis.nl schreef Jurryt van de Vooren vorig jaar: “Tino Tabak woont tegenwoordig in Nieuw-Zeeland, waar hij werkt op de afvalverwerking van een slachthuis.” Toch een renner die ooit achttiende werd in het eindklassement van de Tour de France.
Zelf nomineer ik Luc Suykerbuyk. Maar daar ga ik binnenkort ook al een aflevering van ‘Vergeten wielrenner’ aan wijden… :)
@Harmen Wat Ferrari betreft heb je volkomen gelijk. ‘De zwarte van Brakel’ is een mooie bijnaam, maar niet gerelateerd aan zijn echte naam. ‘TOp-5 Mooie bijnamen’ is aparte categorie, voor later.
@Leo Tino ben ik geheel vergeten..
@Leon Luc Suykerbuyk is in de voorrondes gesneuveld, evenals Bas Maliepaard.
Toch maar wat gaan opzoeken rondom de intigrerende Tuur Decabooter. Won in ’61 toch mooi de Omloop het Volk. Ik zal zaterdag aan hem denken.
Mooi boek om door te bladeren: “100 Jaar wegrenners – Nederlandse beroepsrenners en hun prestaties” destijds voor fl.18,50 bij De Slegte. Rene Beuker (sterven in zijn wiel), Richard Buckaki (pas in opspraak sinds internet de Japanse cultuur langs bracht; spetterende erelijst trouwens), Dick Dekker (superheld), Joop de Gans (altijd bevoorraad door zijn Moeder), Jan, Piet en Fons van Katwijk (geen broer Klaas? Jammer) en zo meer. Tourfavorieten voor mij, vanwege hun naam, waren Martin Kokkelkoren en Patrick Tolhoek.
Bijna iedere renner trouwens heeft een foto, geweldig om die ouwe jonge koppen te zien.
het zou leuk zijn om als contrast een top vijf van lelijkste of slecht passende namen te maken. Tschmil bijvoorbeeld: hij won veel, hij was dus zeker geen schlemiel
Mooi stuk! Kun je flink bij mijmeren.
Mijn favoriete namen die het eerst in me opkomen: Jan Raas, Geert Omloop
mooiste kopgroep in de tour (ex aequo):
1. Sacchi, de Groot en Piil.
1. Elli, Lelli & Belli
Zat Garzelli ook niet in die kopgroep, André?
Mijn favoriete rennersnaam: Donato Cannone.
Ploegmaat van Giovanni Visconti bij de Farnesische wijnploeg.
Spaanse wielernamen hebben mijn voorkeur. De absolute nummer 1 is: Juan Antonio Flecha. En in het kader van de eerder genoemde omlopen een zeer toepasselijke met “het Volk” komend weekend.
Bij Flecha denk ik toch altijd weer aan de waalse Pijl. Of is dat een te voor de hand liggend inkoppertje?
We zijn Knut Knudsen nog vergeten.
Ik ben zelf nogal gecharmeerd van Dirk Bellemakers als wielernaam… ;)
Maar serieus: ik vind Jele Nijdam een goede naam, wegens de associatie die Jelle oproept. Briek Schotte natuurlijk, maar die is zo legendarisch dat die al alle prijzen zou moeten winnen.
Uit het huidige pelet0n:
– Amets Txuxurra: die naam straalt een en al Baskische middelmatigheid uit.
– Daniel Oss: Z’n achternaam is zoals ie koerst
– Tony Gallopin: z’n naam belooft een prachtige stiel
– Yannick Talabardon: Dat ritme in die naam… .
Thor Hushovd. Die voornaam…
in de categorie afschuwelijke namen: Ramunas Navardauskas. Tourdeelnemer nu.
Eros Poli, met de ideale afkorting E.po
Zijn vriend Matias Medici
En de Italiaan Crescenzo d’amore, wiens koersbroekje altijd te strak ging zitten tijdens de koers.