Foto Jason Lytle

Wielercultuur

Fietsen alsof niks anders er nog toe doet

Denken in de meest absurdistische scenario’s is niets nieuws voor mensen in Los Angeles. Maar dit keer volgt er geen opluchtende aftiteling. Het verontrustende natuurgeweld houdt aan, weinig is op dit moment veilig in wat – in filmtermen – alles heeft van een perfecte storm. Muzikant Jason Lytle, voorman van de band Grandaddy, pakte vanuit Glendale zijn fiets en nam poolshoogte in het nabijgelegen Altadena. Daar zag hij in levende lijve de ongekende ravage, de smeulende en verkoolde resten van wat pas geleden nog gewoon een levendige wijk was.

  

Ongetwijfeld moet het Lytle opgevallen zijn dat hij – los natuurlijk van de vreselijke brandlucht – zelden zo rustig door de stad kon fietsen, zonder constant op zijn hoede te zijn in het verkeer. Arjen van Veelen schreef ooit het boek Amerikanen Lopen Niet, over zijn eigen observaties. Zie je een Amerikaan lopen, dan is de kans groot dat ie op weg is naar zijn auto. Fietsen doen ze evenmin. De Amerikaanse tak van The Guardian publiceerde recent nog over een onderzoek waaruit blijkt dat Amerikanen in één van de meest auto-afhankelijke landen ter wereld wonen. De auto is het uitgangspunt. Maar, zo blijkt uit het onderzoek, die afhankelijkheid heeft ook een effect op de levenskwaliteit. Voor meer dan de helft van je activiteiten buitenshuis de auto moeten pakken wordt gelinkt aan een daling in de voldoening die mensen uit het leven halen. 

Kijk naar Amerikaanse films. Zie je daar iemand fietsen, dan is het een kind dat net de grenzen van de eigen wereld aan het oprekken is. Of het is hooguit een vreemdsoortig randfiguur of een avonturier. Zodra de auto in beeld komt is er voor velen weinig ruimte meer voor de fiets. Hoogstens als een nostalgisch voorwerp. Zo begon het voor Jason Lytle ook ooit, als jonge jongen in de Central Valley van California. Dat gevoel van onafhankelijkheid heeft hem nooit meer losgelaten. Ook in zijn liedteksten komt dat sentiment terug. De nummers van Grandaddy bevinden zich op het snijvlak van liefde voor de natuur enerzijds en een verwondering over de consumptiemaatschappij en de rol van moderne technologie anderzijds. Sterker nog, met alle politieke ontwikkelingen in zijn thuisland en de wendingen met big tech is het briljante, dystopische album The Sophtware Slump (uit 2000) opnieuw helemaal actueel.

“I’ve gotta get out of here
And find my way again
I’ve lost my way again”
(Grandaddy – The Crystal Lake)

In een interview met Flood Magazine van mei vorig jaar gaat Lytle in gesprek met collega-muzikant Joe Pernice van The Pernice Brothers, over hun beider voorliefde voor het ontsnappen op de fiets. Met een verband tussen muziek schrijven en fietsen. Want, zo zegt Lytle: “Het is alsof de tijd niet meer bestaat. Dat is een goede plek. Sommigen noemen het de flow state.”  En even verderop vergelijkt hij het brein van een fietser zelfs met dat van een hond: “Een hond rent gewoon. Hij denkt alleen maar aan hoe blij hij is. Hij denkt niet na over wat hij hierna moet doen of wat ervoor is gebeurd; hij is er gewoon in deze ontroerende meditatieve staat. En dat is verslavend. Een deel van jou wil gewoon in zo’n nothing-else-fucking-matters state blijven.”

Lytle heeft een aardig arsenaal aan fietsen staan, voor verschillende soorten tochten. Maar wie hem volgt op Strave ziet hem toch wel vaak er op uit trekken in de Californische buitenruimte, op een gravel- of mountainbike. Het kan hem niet gek genoeg of ver genoeg. Soms maakt hij meerdaagse tochten. Vooral ook om even te ontsnappen aan alles. Ook aan de haat-liefdeverhouding die hij heeft met de stad. En om het hoofd tot rust te manen. “Op de fiets krijg ik veel problemen opgelost. Soms hoef ik alleen maar de boel af te sluiten, het huis te verlaten en op de fiets te springen, en meestal kan ik garanderen dat ik binnen 40 minuten een heleboel dingen heb uitgezocht op de fiets.”

De gevaarlijkste kilometers, dat zijn juist de laatste tien minuten terug naar huis, zegt Lytle. In het drukke verkeer van de stad. Zoals The Guardian US het ook zegt, een langetermijninspanning is nodig om steden meer loop- en fietsbaar te maken. Omdat dromen mag, wie weet biedt juist de benodigde heropbouw van Los Angeles straks kansen om ook iets te doen aan die infrastructuur voor actieve mobiliteit, voor lichaamsbeweging. Al is dat natuurlijk maar zeer de vraag in een land waar grote olieslurpers flink wat vingers in de pap hebben. Klimaatscenario’s zijn onderhevig aan allerlei politiek-maatschappelijke discussies, waar feiten en fictie sterk door elkaar lopen en waar het alweer Don’t Look Up alom is.

Neem dan vooral de kalmerende woorden van Jason Lytle in je op uit zijn recentere Cabin In My Mind, zodra je het hoofd ook weer even tot rust gaat pedaleren:

“Beyond the curve where you once were
And built upon this precious earth
Going to the cabin
To the cabin in my mind”

Lees ook van Niels Steeghs

Fietsen alsof niks anders er nog toe doet

Wielercultuur

Fietsen in de mijnwerkerstraditie: Rob Mulders

Wielercultuur