Foto Maurice Terryn - KOERS. Museum van de Wielersport, CC BY-SA 4.0
Ploegleider Cornelisse is een sportieve kerel – Gert Jakobs verhaalt
Michel Cornelisse kwam woensdag mooi in het nieuws. Nadat zijn pupil Puck Pieterse Waalse Pijl won, verloor Cornelisse een weddenschap. Hij moest ‘voor straf’ zelf de Muur van Hoei beklimmen. Dat hij die belofte gaat invullen dat staat als een paal boven water. Over de sportiviteit van Cornelisse, daar wist Gert Jakobs nog een mooie anekdote over.
Criteriums rijden — ik vond het altijd geweldig mooi om te doen. Massa’s volk langs de zijlijn, kippenvelmomenten.
Daar sprak ook waardering en respect uit.
Handtekeningen uitdelen, bidonnen signeren, en voor de centenrij was het natuurlijk ook goed.
Boxmeer, 8 van Chaam, Draai van de Kaai, Surhuisterveen, Gouden Pijl en Steenwijk.
Wij struinden de criteriums altijd gedrieën af: Jean-Paul van Poppel, Gert Jakobs en mijn gewaardeerde vriend Michel Cornelisse.
Van Poppel had de grootste auto, daar gingen wel drie fietsen in de kofferbak.
De fiets van Jean-Paul, die van Michel en de mijne.
We komen in de nacht terug van Boxmeer. Cornelisse zou bij mij slapen, dan konden wij de volgende dag gedrieën afreizen naar Steenwijk.
Michel zegt: “Mannen luister, ik ga toch naar huis, blijf niet slapen. Ik heb zoveel verlangens naar de vrouw, en kruip in Amsterdam achter de gebreide broek. Laat mijn tas en fiets maar bij jullie in de auto, die haal ik er morgen dan wel uit, komt goed,” en hij was weg hè.
Volgende dag, Van Poppel en ik onderweg naar Steenwijk, rijden we ter hoogte van Staphorst Cornelisse voorbij.
Witte Toyota, vrolijk lachend. Vrouwtje met gestifte lippies, zwaaiend ernaast.
Zegt Van Poppel: “We gooien de truc speciaal erin.
Ik zeg: “Truc speciaal, hoezo? Wat ga je doen dan?
Hij zegt: “Gewoon goed opletten.”
Nou moeten jullie weten, dat profwielrenners op het parcours in Steenwijk mochten parkeren, en het publiek ver voor het parcours, op een aangeduide parking.
We komen Steenwijk binnen gereden. Hoppa, verkeersregelaar, je weet wel, met zo’n oranje vest aan.
Hij zegt: “Goedemiddag heren, ik heb van jullie genoten in de Tour de France, en jij Jakobs, vanavond gas geven hè?”
Ik knik en zeg: “Joa joa joa joa, zekers man, komt goed.”
Zegt Van Poppel: “Vriend, luister, die vent die achter mij staat met die Toyota, die moet je even goed controleren.
Want weet je, gisteren in Boxmeer reed hij ook al achter ons, en probeerde zo het parcours binnen te sluipen, die mooie vuile gluiperd.”
“Komt goed,” zegt die man, “ik ben hiervoor speciaal opgeleid.”
Waarop Van Poppel zegt: “Weet je wat je nu moet doen als hij tegen jou zegt dat hij wielrenner is? Vraag hem dan even naar zijn fiets en sporttas met wielerkledij, want ja, als hij dat niet heeft, dan is het ook geen coureur hè.”
“Laat mij maar geworden,” zegt die man.
Wij rijden door en stoppen aan de overkant van de straat.
Cornelisse wil plankgas achter ons aan scheuren, maar die man springt zo voor zijn auto, zijn armen wijd gespreid in de lucht.
En Michel maar babbelen: “Allez, ik ben unnuhhh coureur hè!” “Ja ja, natuurlijk, waar is je fiets en je sporttas dan?”
Ja, die lagen bij ons in de auto.
Uurtje later kwam Cornelisse met een kop als een oorwurm de kleedkamer binnen gestampt, en hij was helemaal niet blij!!!
Paar jaar geleden geef ik een presentatie, zit Michel Cornelisse in de zaal. Ik denk: weet je wat, ik vertel dit verhaal, maar verzin voor Cornelisse een andere naam.
Gaat die tijdens mijn verhaal staan en roept knalhard:
“Hee Jakobs, kale! Ik was dat in die witte Toyota, ouwe gek!!!”
Sportieve keerrrlll die Cornelisse.
#derrrannn