Koersverhalen

Boek: Vive le Tour, vive les femmes

In de verte kan ze de top zien liggen. ‘Nog even doorduwen en je bent de Ballon d’Alsace opgereden,’ denkt Marie Marvingt bij zichzelf. Wie had dat gedacht?! De vele mannen langs de kant van het parcours alvast niet! ‘Une fille!’ riepen ze toen ze voorbij kwam rijden. ‘Die komt er nooit.’ Maar Marie weet wel beter. Natuurlijk is het zwaar, maar niets en niemand kan Marie stoppen. Ook een berg niet.

‘Kom op, nog zes keer trappen en je bent er,’ pept ze zichzelf nog even op. Ah, dat is lekker, daar verdwijnt de druk even van de benen. Marie is boven. Even uitrusten is er niet bij. ‘Op naar beneden,’ denkt ze. Want Marie is niet tevreden met het beklimmen van een berg. Marie wil de Tour uitrijden. En dus gáát Marie de Tour uitrijden.

Geschiedenis zit vol met verhalen die net even te mooi zijn om echt waar te zijn. Citaten worden aan mensen toegeschreven zonder dat er stevig bewijs is dat ze de uitspraken ooit hebben gedaan. Ook de oorsprong van de wielrennerij zal wel nooit helemaal duidelijk worden. Dat Pascal Delheye, professor aan de Universiteit van Gent, en Toon Duyck uit Brugge (‘Professeur Vélo’) in 2019 op een document stuitten dat van Veurne-Adinkerke-Veurne de oudste interstedelijke wielerwedstrijd ooit zou maken, grijpt Veurne maar wat graag aan. En gelijk hebben ze; het is mooie promotie. En wie zijn wij om te zeggen dat het leuke stadje in West-Vlaanderen zich niet ‘de geboorteplaats van de koers’ zou mogen noemen? Het feit dat eerder in 1869 in Gent al een ‘Concours de Vélocipède’ werd gehouden op de Begijnhoflaan, houdt hen in ieder geval niet tegen. Opvallend, en zeker in het licht van dit boek een leuk detail: op 11 april dat jaar stonden bij die wedstrijd in Gent ook al vrouwen aan het vertrek.

In de Gazette van Gent werden de prestaties van de vrouwen zelfs al even belicht: ‘Drie bevallige jonge juffers hebben, met broek en vest gekleed, op tweewielige velocipeden gereden; eene der drie was bijzonder sterk in die oefening en vloog als eene ware amazone over de hinderpalen.’

Dat tijden kunnen veranderen, blijkt wel uit een berucht krantenbericht van een jaar of zeventig later. Toen de Nederlandse Mien van Bree in 1938 wereldkampioen werd, wijdde de Nieuwe Tilburgsche Courant er enkele regels aan. Vooral de afsluiting van dit krantenbericht is beroemd: ‘Zouden onze vrouwen niets beters te doen hebben?’

De vraag wat de eerste wielerwedstrijd ter wereld was zullen we in dit boek niet kunnen beantwoorden. Het is ook maar net welke definitie je hanteert. Toen er voor het eerst twee vélocipèdes naast elkaar hebben gereden, moeten de dappere lieden die er op hebben gereden toch haast wel hebben gekeken wie er het snelste kon. Is dat al een wielerkoers of moeten we richting de wedstrijd denken die op 31 mei 1868 werd georganiseerd in het Parc de Saint-Cloud in Parijs? Wie besluit de speurtocht voort te zetten, komt uiteindelijk vaak uit bij Parijs-Versailles, al op 8 december 1867. En dan is er nog de claim die ze in de provincie Friesland kunnen doen. Daar vond al begin 1863 een wielerwedstrijd plaats, van Workum naar Bolsward en terug. Deze wedstrijd ging tussen Andries Deinum en Durk Driebergen, zonder vrouwelijke deelname dus.

Vrouwelijke deelname is er wel bij een wedstrijd in 1869, die ook vaak genoemd wordt als oorsprong van de wielersport zoals we die nu kennen. Parijs-Rouen is in ieder geval een wielerwedstrijd die hoort bij het vroegste verleden van de georganiseerde wielersport. De koers brengt een mooie smak geld in het laatje van het organiserende tijdschrift, Le Vélocipède Illustré, want velen waren benieuwd hoe de dappere deelnemers het er vanaf zouden brengen. In de traditie van door mediabedrijven georganiseerde sportwedstrijden, hoort uiteindelijk ook de Tour thuis. Maar daar zijn we nog lang niet.

Waar het in de Tour lang wachten is op de eerste vrouwelijke deelnemer, zien we in de uitslag van deze eerste klassieker gewoon een vrouw vermeld staan: Miss America. Deze ‘kleine blonde vrouw met buitengewone krachten’ weet volgens het zeer uitgebreide verslag in het tijdschrift dat er een speciale prijs klaarligt voor vrouwen die het traject binnen de tijdslimiet van 24 uur weten af te leggen. Hoewel er nog andere vrouwen zijn die aan de tocht beginnen, rijdt zij de beproeving van epische proporties als enige vrouw uit. James Moore – een naam die overigens al opduikt als winnaar van ‘die eerste wielerwedstrijd’ in het Parc de Saint-Cloud in Parijs, al lijkt dit een broodjeaapverhaal – is de eerste die na een barre tocht over 123 kilometer feestelijk wordt onthaald in Rouen. 11,44 kilometer legt hij gemiddeld per uur af, een hele prestatie op het materiaal en de wegen van die tijd. En ook het doorzettingsvermogen van Miss America verdient waardering. Ze staat als nummer 29 in de uitslag geklasseerd. Bij het ochtendgloren komt ze aan in Rouen, ruimschoots binnen de tijdslimiet, vergezeld door de heren Emile Taboreau en fietsverkoper Rowley B. Turner, naar alle waarschijnlijkheid de echtgenoot van de mysterieuze Miss America. De consensus is dat ze deze naam, waar in krantenartikelen steevast naar werd verwezen, inzette als marketinginstrument.

Miss America, die eigenlijk gewoon de Française Elisabeth Sarti is en zich later Elisabeth Turner noemt, mag de koers dan wel niet winnen, ze rijdt de pionierstocht wel uit. En ze laat ook een hele hoop mannen achter zich. En Sarti is beslist niet de enige die in die tijd al koerst. Zo wordt ze bijvoorbeeld enkele dagen voor Parijs-Rouen in een wedstrijd over een veel kortere afstand geklopt door ene ‘Mademoiselle Olga’. Zij trok met ‘haar zwart fluwelen pak, afgezet met bont de aandacht van iedereen’. En de journalist van dienst focust zich niet enkel op uiterlijke kenmerken, want er wordt gesteld dat veel mensen niet aan de energie en de benen van deze Russische kunnen tippen. Er wordt in diverse publicaties gewag gemaakt van nog veel meer fietsende vrouwen. In Le Monde Illustré staat een ingezonden brief, met daarin een kort verslag van een wedstrijd op zondag 1 november 1868 in Parc Bordelais te Bordeaux. Mademoiselles Amélie, Louise, Julie en Louisa maken er die dag een mooie strijd van, met Julie die dankzij ‘een bovenmenselijke inspanning’ in de laatste vijftig meter de winst naar zich toe weet te trekken. Misschien is Mademoiselle Julie wel de eerste topsprintster in een lange rij razendsnelle kampioenen.

Op de illustratie [hieronder, red.] is goed te zien dat er op het gebied van de aerodynamica nog wel stappen moeten worden gezet, maar er is ook te zien dat een behoorlijke mensenmenigte getuige is van de koers. Intrigerend detail: een aangepaste, veel preutsere versie van de afbeelding werd later gepubliceerd in het Amerikaanse Harper’s Weekly. A Journal of Civilization. De benen van de vier vrouwen die strijden om de overwinning zijn ineens bedekt.

Dit is het openingsfragment van het deze week verschenen boek ‘Vive le Tour, vive les femmes’ van Julia Mullié en Tim de Vries. Wil je er meer van lezen, bestel dan het boek hier!

Lees ook van HetisKoers!

Boek: Vive le Tour, vive les femmes

Koersverhalen

Voorbeschouwen op de Dauphiné met De Rode Lantaarn

Podcast