Foto Sirotti
Tour ’97 | Vasseur rondt epische ontsnapping af en pakt geel
Op donderdag 10 juli 1997 werd het peloton getrakteerd op een ouderwetse overgangsrit, eentje waar het draaiboek al op voorhand geschreven leek: een lange vlakke etappe van 261,5 kilometer van Chantonnay naar La Châtre, door het ietwat ondergewaardeerde hart van Frankrijk. Het was warm, het was lang, het was op papier een typische Touretappe. En het werd een dag die Cédric Vasseur nooit meer zal vergeten.
Voor de start van de etappe kwam het bericht dat met de dag waarschijnlijker werd: Alle valpartijen hadden hun tol geëist en Alex Zülle moest de strijd staken. Weer een gemiste kans voor de Zwitserse kopman van Team ONCE, dus. Balen voor het team van Manolo Saiz en zo kon de rest van ONCE zich richten op dagsucces, wat dan weer goed nieuws is voor Laurent Jalabert en Aitor Garmendia, die nu als vrijbuiters mogen proberen ritten te kapen.
Vanaf kilometer nul lag het tempo hoog. Iedereen wist: als je vandaag de slag mist, kan je de Tour op je buik schrijven. Vasseur had dat goed begrepen. Hij demarreerde al vroeg en wist zich los te maken van het peloton, samen met onder andere Stuart O’Grady (ook GAN) en Francisco Cabello (Kelme). Maar het was Vasseur die het verschil maakte. Waar anderen aarzelden, twijfelden, hun benen masseerden, reed de Fransman gewoon door.
En niet eventjes. Vasseur was 147 kilometer solo onderweg. Dat is dus van Utrecht naar Antwerpen zonder hulp, zonder aflossing, zonder bidonnetjes van ploegmaats. Alleen. Hij bouwde zijn voorsprong gestaag uit. Het peloton? Dat leek het wel best te vinden. De mannen van Telekom en Saeco hadden geen zin in een lange jacht, en dus kreeg Vasseur de ruimte.
Op vijftig kilometer van de meet begon het echt te kraken. Niet bij Vasseur – die trapte als een diesel door – maar bij zijn voormalige vluchtmakkers, bij het peloton, bij de klassementsrenners die zich begonnen af te vragen wat hier nou eigenlijk gebeurde. Vasseur hield vol. Hij liet zich niet opjagen, niet intimideren door de tijdsverschillen op het bord of de camera’s op zijn stuur. De man uit Hazebrouck had het geel al in zijn hoofd, nog voordat hij het echt om de schouders kreeg.
En zo rolde hij La Châtre binnen, met vuist in de lucht, een streep door de plannen van de sprinters, een streep door het boekje van de ploegleiders. Met meer dan twee minuten voorsprong op de eerste achtervolgers pakte hij de dagzege én het geel. Een overwinning die zowel Frankrijk als zijn vader Alain (zelf Tourritwinnaar in 1970) deed glimmen van trots.
Een ouderwetse solorit. Eén die in de geschiedenisboeken past. Eén uit de categorie “doe je niet zomaar even”. Maar Vasseur deed het. En hij deed het stijlvol.
Uitslag
- Cédric Vasseur (6:16:44)
- Stuart O’Grady (+2:32)
- Francisco Cabello (“)
- Marco Artunghi (“)
- Peter Meinert-Nielsen (“)
Klassement
- Cédric Vasseur (28:14:35)
- Mario Cipollini (+2:17)
- Erik Zabel (+2:19)
- Chris Boardman (+2:54)
- Jan Ullrich (+2:56)