Koersverhalen

Alle onderwerpen leiden naar Cipo

Of we nou schrijven over gele truien, legendarische Italiaanse ploegen, verjaardagskalenders bijhouden of integraal verslag doen van de Tour de France van 1997 altijd en overal komen we uit bij ‘mooie Mario’, De Leeuwenkoning, SuperMario of ‘lo Bello’, zoals Emile Schelvis hem noemde: Mario Cipollini.

Hij stak er in mijn jeugd met kop en schouders bovenuit. Niet alleen in de sprints, maar ook qua charisma. Het is het soort fout waar je als kind van houdt. Hij was net iets opvallender dan de rest, iets gelikter dan de rest, stoerder. Hij durfde iets dichter langs de afgrond te scheren dan de anderen. En hij had lak aan de regels.

Moet je perse in hetzelfde outfit als de rest van je team aan de start verschijnen? Mario niet. Hij betaalt lachend de boete als de jury even dienst doet als modepolitie en hem bestraft voor het dragen van een wielerbroekje in de kleur van de Amerikaanse vlag of een bijpassend geel exemplaar om de prachtige leiderstrui om je al even prachtige schouders te onderstrepen. Nu rijdt elke klassementsleider er zo bij, kon Cipo het vandaag niet laten om te vermelden.

Hoewel hijzelf een beetje een treurig figuur is geworden, die zich als late vijftiger naakt op een racefiets laat fotograferen en wiens reputatie voor altijd beschadigd zal zijn door de manier waarop hij met vrouwen denkt om te mogen gaan, mist dit peloton wel types als Mario Cipollini van weleer. Of misschien beter gezegd: het sprintersgilde mist wel een beetje een showman zoals hij was.

En daarom denk ik, ondanks al de misstappen die hij sindsdien begaan heeft, nog vaak met enige weemoed terug aan hem. Niet in de laatste plaats omdat hij een deel van mijn jeugd – en dus ontluikende liefde voor het wielrennen – vertegenwoordigd.

Lees ook van Sander Grasman

Tourpool | Gildo laat spierballen rollen in Bretagne

Tour de France Tourpool

Tourpool | de Matchfixer beste van kopgroep, Gildo nipt in het geel

Tour de France Tourpool