Foto Niels Steeghs
Fietswee in Baskenland
Een ongeluk zit in een klein hoekje, zo bleek weer. Een moment van onachtzaamheid in de wildwaterbaan van het tropisch zwemparadijs met mijn dochter leverde me een gekneusde duim op. Met dank aan dat lompe joch vlak achter ons. Als gevolg daarvan ging wijselijk de racefiets niet mee op het dak van de auto richting vakantiebestemming Baskenland. Was dat nou een vloek of juist een zegen?
Laten we putten uit een mooi stel aan het Duits ontleende prachttermen. Het woord heimwee is ruimschoots bekend als het missen van thuis. Het daaraan verwante fernweh is al iets minder bekend, maar staat logischerwijs voor verlangen naar het onbekende, het avontuur, het reizen. Voor zo ver bekend is fietswee nog geen ingeburgerde term, maar misschien moet daar maar eens verandering in komen. Want dat is wel wat er in me opkwam tijdens het verblijf aan de kust net ten zuiden van San Sebastian. Juist een gebied waar het fietsen merkbaar groot is. Het achterland van Euskaltel-Euskadi. Daar waar je er als toerist fijntjes op gewezen wordt dat dit niet Spanje is, niet Frankrijk. Dit is Baskenland.
Hier worden fietsers met respect behandeld. Fietspaden zijn er zeker niet in overvloed, maar wie een fietser inhaalt wordt hier geacht dat met ruime eerbied te doen. Dit is het terrein van de Clásica San Sebastián. Of de Donostiako Klasikoa, als je het de Basken vraagt. Precies de koers die tijdens onze vakantie opeens daar is, zonder dat we er zelfs aan gedacht hadden. Daar waar je van de mooie wegen langs de ruige kust zo richting het bergachtige binnenland koerst, naar de uitschieters van de machtige Pyreneeën. Mooie paden, soms zelfs geitenpaadjes omhoog. Kuitenbijters, machtige uitzichten, met dankzij de regelmatige regen ook hartje zomer genoeg groen. De routes waarvan je gaat twijfelen of je ze als stoemper van het laagland wel kan nemen. Die twijfel hoeft er nu tenminste niet te zijn. Net zo min als het Rupsje Nooitgenoeg-effect, want op dit soort terrein wil je je steeds maar blijven verbeteren.
Ergens gaf het gemis van de fiets me daarom rust. Geen dilemma’s tussen fietsen en gezinsactiviteiten, tijd en ruimte voor andere zaken. En om toch maar in beweging te blijven tussen het bourgondische bestaan met overheerlijke pintxos en tkaxoli-wijnen iets doen dat in de verte wat weg heeft van hardlopen. Als het waar is dat de mooiste foto het beeld is dat je niet vastlegt, dan is misschien de mooiste en meest mythische fietsrit ook wel de rit die je in je hoofd hebt samengesteld. Juist die uitgestippelde route waarover je fantaseert terwijl de auto zich voortbeweegt over de Baskische wegen, met pittoreske uitzichten over vissersdorpjes en langs stille bergdorpjes waarbij je jezelf de vraag stelt hoe je dáár in vredesnaam boven was gekomen. Maar toch, bij elke fietser die we tegenkomen (en dat zijn er meer dan je denkt) is er toch héél even dat gevoel van spijt en lichte jaloezie.
Nu we terug thuis zijn in het land dat zo plat als een dubbeltje is en mijn gekwetste duim en ik bijna weer zo ver zijn dat de fiets weer uit de schuur kan, bedenk ik: er is altijd weer een reden om terug naar Baskenland te gaan. Op herkansing. Pintxos, wijnen, vergezichten. En fernweh in combinatie met fietswee.