Foto Sirotti
Een jonge hond en de oude meester
Reuring was er meer dan genoeg in de Vuelta van dit jaar. Met protestacties overal langs de kant was er geen ontkomen aan de grote actiebereidheid van de Spanjaarden in roerige politieke tijden. Maar één van de meest opvallende momenten daarnaast was misschien wel het protest van de eenzame hond die in aanloop naar de Alto de l’Angliru met een tuinstoel achter zich aan het asfalt verkoos. Daar waar op dat moment vluchters Antonio Tiberi en Huub Artz net voorbij raasden en met stuurmanskunst het dier en het object wisten te omzeilen. Het leverde sowieso spectaculaire beelden op.
Zou het bij de Nederlander Huub Artz een déja vu hebben opgeleverd? De kans is best aanwezig dat hij tijdens één van zijn trainingsrondes door de Brabantse Kempen ooit een hond vanaf een boerenerf zag komen sprinten, eentje die ook zijn kans schoon zag om te spelen of het terrein grommend en blaffend te bewaken. Gelukkig loopt het met dergelijke situaties meestentijds goed af. Hoe dan ook, die etappe was – ook los van de losgeslagen hond – een mooie kennismaking met de avontuurlijke Artz. Een jonge, speelse hond in de vrijbuitersploeg van Intermarché-Wanty. Hij kreeg de ruimte om aanvallend te koersen, onbevangen en avontuurlijk de etappes in te gaan. Een talent voor de nabije toekomst. Maar wel eentje die zijn jongensdroom leeft, zo blijkt uit zijn citaten in gesprek met het Brabants Dagblad: “Op tv zie je als jochie je helden en droom je stiekem van die wedstrijden. Nu sta ik er zelf. Surreëel.” En een andere typerende: “Ik wil gaan aanvallen. Zo ben ik dan ook wel weer.”
Bij Artz gaan de gedachten direct uit naar een andere jongen met wielrennersbloed uit de Kempen. Een man die ooit het lied De Ronde van Steensel schreef. Jan Willem Roy, ook wel bekend onder de artiestennaam JW Roy. Tot zijn negentiende een aanstormend wielertalent, daarna bestormde hij vooral de poppodia. Wie denkt aan de Kempen, denkt aan de zaligheden. Voor wie niet uit de streek komt: de zaligheden, acht in getal, zijn typische Brabantse dorpen waarvan de namen allemaal op -sel eindigen: Duizel (vroeger Duisel), Eersel, Hulsel, Knegsel, Netersel, Reusel, Steensel en Wintelre. Die laatste? Die past niet toch? Jawel, want in het dagelijks gebruik wordt hier nog de naam Wintersel aangehouden. Of in het dialect: Wèntersel. In dat dorp stond de wieg van Huub Artz, die van Roy stond in – je raadt het al – Knegsel.
Na een flink aantal Amsterdamse jaren streek Roy weer neer in zijn geboortestreek, waar hij nu regelmatig als liefhebber zijn kilometers wegtrapt en zijn liederen ten gehore brengt. Dit najaar staat de liedjesschrijver weer op de planken met een reprise van zijn voorstelling, samen met streekgenoot Frank Lammers. Een ode aan de acht zaligheden in acht liedjes, over elk dorp één (geïnspireerd op het boek De Acht Zaligheden van Karin Stroo). Voor Steensel is het eerbetoon sowieso al wielergerelateerd: het eerdergenoemde De Ronde van Steensel. En wie weet krijgt het eerbetoon aan Wintelre, Dansen bij Van Loon, dit jaar een nieuwe dimensie, een hommage aan het dansen op de pedalen. Want een wielerheld uit eigen streek? Da’s toch zalig man!