Ondergetekende mocht met een perskaart om de nek drie dagen rondlopen op de EK Wielrennen 2013 in Omnisport Apeldoorn. Wij willen de organisatie hierbij nogmaals hartelijk bedanken!
De bladeren zijn van de bomen, de truien zijn verdeeld. Met uitzondering van een paar Nederlanders die in het Verre Oosten de competitie met gemak verslaan, is het peloton voor een welverdiende vakantie naar Curaçao vertrokken. Toch hoeft de wielerliefhebber niet tot dit voorjaar te wachten om sport op twee wielen te zien. Het asfalt kan simpelweg worden ingeruild voor blubber en larixhout. Voor een betoog ten faveure van het veldrijden moet u bij de Vlamingen zijn. Wij geven u vijf redenen waarom het baanwielrennen een fantastische sport is om eens bij te wonen.
1. Nostalgie
Lees Ter Midden der Kampioenen, het verhaal van Piet Moeskops. De verhalen en legendes van de Zesdaagse zijn misschien wel talrijker en vuiger dan die van het wegrennen. Nostalgische verhalen die rieken naar massage-olie, verschaald bier en rook. Tijdens de EK Baanwielrennen in Apeldoorn stond een klassiek verklede man op een verhoging in het middenterrein de voorste man in koers aan te wijzen, 140 ronden lang. Hans van Bon als microfonist. Zelfs in een modern sportcomplex als dat in Apeldoorn ademt het baanwielrennen iets van vervlogen tijden.
2. Dichtbij
De Zesdaagse van Rotterdam in Ahoy’, de Zesdaagse van Amsterdam in het Velodrome van Sloten, de EK Baanwielrennen in Apeldoorn. Het baanwielrennen leeft hier weer en de wielerbanen liggen centraal in Nederland, zijn goed bereikbaar met het openbaar vervoer en de toegangsprijzen zijn vriendelijk. U kunt nog naar de laatste dagen van de Zesdaagse Amsterdam (Tickets vanaf 20 euro, tot en met zaterdag 26 oktober) en de zesdaagse in Rotterdam begint op 2 januari 2014. Misschien een mooie locatie voor uw nieuwjaarsborrel?
3. Nederlandse successen
Natuurlijk weten we van de wereldtitels van Theo Bos en Teun Mulder. Die generatie loopt inmiddels op zijn einde. Gelukkig staat de jongere garde te trappelen om hun plaats in te nemen. Met Hugo Haak en Matthijs Büchli op de sprintnummers en Tim Veldt voor het duurwerk (zilver Omnium EK 2013) doen de Nederlandse heren mee om de prijzen. Bij de dames doet Kirsten Wild voorin mee en we maakten op de EK in Apeldoorn kennis met Elis Ligtlee. Thans nog zo onbekend dat een wikipedia-pagina ontbreekt, maar dat zal niet lang meer duren met zilver op de sprint en goud op Keirin.
4. Kijksport pur sang
Onbekend maakt onbemind maar het baanwielrennen is een uitermate fijne kijksport. Zowel op tv, livestream als op locatie. Dat laatste verdient uiteraard de voorkeur. Neem een grote hal, een ovale baan met hoge randen en zie: u hoeft helemaal niets te missen. Het tempo ligt hoog. Van oudsher probeert de organisatie het aantal momenten dat er geen renners in de baan zijn tot een minimum te beperken. U zit er met uw neus bovenop. De wedstrijden zijn kort en spannend. De langere wedstrijden zijn feitelijk aaneengeknoopte tussensprints. Ieder rondje is van belang. De afvalkoers (‘Last man standing!’), de koersen achter de derny en het duel van man tegen man: spektakel gegarandeerd.
5. Zwart gat?
Is het glas half leeg, dan wacht je op de Omloop Het Nieuwsblad. Is het glas half vol dan duurt het zwarte gat maar tot de Tour down Under. Mocht je nu helemaal geen zin hebben in een winterdepressie, ga dan eens kijken bij het veldrijden of tijdens een zesdaagse. Het is fantastische wielersport.