Dag trainingsschema,
Dit zijn wellicht de laatste krabbels die ik op jou zal zetten. Want ik ben wat ze noemen een dopingzondaar. Betrapt. Op het gebruik van epo. In een week dat ook een Kazach publiekelijk werd gelyncht. Oenemeloenen zijn we.
Nu zit ik thuis. In de huiskamer. Alleen. De felgele koerstrui hangt lusteloos over een keukenstoel, gisteren op veertig graden gewassen. Nooit meer zal ik ‘m aantrekken, vrees ik.
Het is stil. Enkel de tikken van de grote wandklok zorgen voor geluid. Hij tikt de seconden af, op weg naar… ja, naar wat eigenlijk? Mijn hele leven ligt in puin! Terwijl ik twee jaar geleden nog op een voetstuk werd gezet. Niks was te gek, ik was de koning van de Alpen en de Dolomieten. In een landschap dat meer deed denken aan het decor van horrorcultfilm The Shining snelde ik glorieus naar de verregende eindstreep – ik kwam als eerste boven, aankomst bergop.
Dit jaar was ik beter dan ooit. En hoewel geen tastbare prijzen bij elkaar gefietst, de benen waren fantastisch. Blij zijn met die top 20-positie in de Giro was geen probleem, want ja, de herinneringen aan het zetten van die injectienaalden waren allang uitgevlakt.
Nee, nee, nee. Ik heb toen geen epo gebruikt. Het kan gewoon niet. Of wel. Of niet. Verdomme, hoe was het ook alweer? Die verderfelijke handelingen met de spuit… als ze ooit, klaarblijkelijk in augustus, hebben plaatsgevonden, zijn ze nu in elk geval verbannen naar de diepste spelonken van mijn geheugen – en de epo allang uit de koelkast verdwenen.
Ik kan er met mijn hoofd niet bij. Sowieso: zou ik ooit spijt kunnen hebben?
Echt, ik was, ben en blijf een eerlijke renner. Ik ben vergiftigd. Niet goed voorgelicht op voedingssites als nutrizionesicuro.it en mangiare-sano.it. Ingespoten paardenbiefstukken, weet je wel. Daarom wellicht mijn volgende wapenfeit: contra-expertise. Wie weet, hoewel die plas urine uit hetzelfde potje komt. IJdele hoop dus. Waarschijnlijk ben ik vanaf nu een wielermelaatse.
En waarom? Zoek het uit met die heilige Amerikanen. Een middelvinger naar alle naïeve Hollanders. Ik zit thuis. Alleen omdat zij roomser dan de paus willen zijn. Zelfs mijn vader valt me af. Je weet wel, hij koerste vroeger ook.
De computer – vorige week aangeschaft – durf ik niet meer aan te zetten. Ik wil mijn huis niet uit, bang om uitgescholden te worden als ik bij de slager in de rij sta voor een onsje fijngesneden lardo di colonnata.
Hoe dan ook, het is allemaal zo onterecht. Veertig jaar geleden kreeg je twee minuten tijdstraf, of zelfs alleen een waarschuwing, nu ben ik de zoveelste druppel van een lang geleden overgelopen emmer vol met pus, en moet mijn hoofd eraf.
Tijdgeest is een duivels element.
De telefoon piept. Sms. Waarschijnlijk weer een bak stront. Niemand die me een hart onder de riem wil steken, niemand die mij wil zien – want gesnoept uit de verkeerde pot.
Altijd weer de vraag: kijken of niet kijken? Toch maar wel. Misschien een opbeurend berichtje. Wie weet.
Waarom nou? Dit is zó 1999. Met je zeventiende plaats in de Giro. Eigen schuld, dikke bult. En bedankt voor het verzieken van onze mooie sport. Cazzo!
- Een tegel voor WW108 - 12/05/2015
- Shut up, fish! - 31/10/2014
- Betrapt - 15/09/2014
Geef een reactie