Nog nooit las ik een jeugdboek over wielrennen. Moet je beter zoeken, kun je dan antwoorden. Ik moet just niks, zou ik dan terugzeggen. Maar laten we vooral niet mijn innerlijke dialoog hier te veel aandacht geven. Het gaat erom of Het Grote Wielrenboek van Susanne Roos een unicum is.

Even zoeken leert dat er veel fictieboeken over wielrennen zijn voor de jeugd, ook zijn er boeken over de fiets. Maar non-fictie over wielrennen en koers kijken is mager.

Raar eigenlijk. Naast het groepje (mannen) dat wil weten met welke bandendruk Lance Armstrong in 2003 door een weiland moest om Beloki te ontwijken en met welk verzet Jan Ullrich in 1997 achter Udo Bölts reed, zijn er ook mensen die gewoon wat meer over de basis van het geheel willen weten. Normale mensen dus.

Ideaal beginpunt

De jeugd en beginnende kijkers en/of fietsers hebben aan Het Grote Wielrenboek een hele goede. Mooi vormgegeven, helder geformuleerd en met alle belangrijke onderwerpen die worden aangetikt is het boek een ideaal beginpunt voor fietser en kijker.

Vondsten als de renner-scanner over de werking van spieren en de recyclefabriek over de stofwisseling van profs zijn erg leuk en leggen prima uit hoe alles werkt. Zo wordt er in deze 21 hoofdstukken/etappes amper iets overgeslagen. Ook de kijkers en renners die veel denken te weten, kunnen hier nog nieuwe informatie uithalen.

Demi Vollering

Maar het is vooral de jeugd die toch heel blij mag zijn met dit boek. Niet alleen vertellen leeftijdsgenoten over hun fiets- en koerservaringen, ook Laurens ten Dam, Rob Harmeling, Demi Vollering en vele anderen delen hun kennis met de lezers.

Het boek is als de eerste lentedag boven de 18 graden, je krijgt er enorm veel zin van om op de fiets te stappen.

***

Susanne Roos, Het Grote WielrenboekVolt, 144 pag., €20,-

Alex van der Hulst