Vlaamse voorjaarsklassiekers die worden afgelast vanwege een beetje sneeuw, Milaan – Sanremo, onderbroken en drastisch ingekort vanwege, jawel, een beetje sneeuw. Vandaag Gent – Wevelgem. De start in Deinze is hoe dan ook maar ceremonieel, dus duwen we de renners de bus in om vijftig kilometer verderop echt te starten. Iemand die wil weten hoever Deinze zelf al buiten de kuip van Gent ligt, of zullen we die kleine discrepantie maar laten voor wat ze is?
Ja, de winter pruttelt nog aardig door en oké, het is misschien wat fris voor de tijd van het jaar, maar nondeju waar zijn de coureurs van weleer? Een krant onder het shirt om de ergste kou van de borst te houden. Een borrel in de bidon om niet te bevriezen en een extra lik vet op de blote kuiten. Misschien ook een klein prikje clenbuterol, een emmertje vers gemalen bloed of een snuifje van de spiegel. Waar jongetjes mannen van worden. Dat spul.
Nee, de moderne koers start in de bus, pauzeert in de bus en slaapt uit in de bus. Ik kan me nog herinneren dat ‘de bus’ de grote groep langzaam ploeterende wielrenners was, die ver achter een tot zijn oren geprepareerde Richard Virenque de voorlaatste Pyreneeëncol op zwoegde. De mindere goden werden ze genoemd. Aan hun goddelijkheid werd verder niet getwijfeld.
Heel wat anders dan die mooi-weer-renners van nu. De ‘schone’ coureurs, die ook graag proper aan de finish komen. Geen vieze spetters op het blanco shirt. Geen risico, het seizoen is nog lang. Hier en daar rijdt er nog een zonder handschoenen. Niet zonder reden vooraan in de kopgroep. Sagan behaalt zijn verdiende zege. Met overmacht. De eerste Belg staat nog net op het schavot. Waar zijn ze, de mannen van weleer? De grote Vlaamse kanonnen die, als door een wesp gestoken, uren voor het peloton eenzaam op de finish afdenderden?
Diep in mijn hart geloof ik dat geen renner zit te wachten op uitstel, op afstel, op tussenstops en busverplaatsingen. Een renner wil met zijn rauwe kont op een hard zadel die kloteberg bedwingen. Desnoods de afdaling afglibberen met beide voeten uit de beugels. Met ijspegels aan de neus jankend tussen de auto’s zijn mueslireep laten openscheuren door de ploegdokter.
Maar we moeten voorzichtig zijn met deze lichting. De sport moet schoon blijven. Het kaf van het koren gescheiden. Het gezicht gered. Hopen op betere tijden.
Geef een reactie