Het is de mystieke streek waar Asterix en Obelix ooit Romeinen van zich afschudden en everzwijnen aan het spit bereidden. Welgeteld 500 meter voorbij La Pointe aux Chèvres in Fréhel is nog de finishlijn zichtbaar waar in 2011 Cavendish de sprint won in de 5e etappe van de Tour de France. Deze meet is een mooi startpunt voor wielertochten door de Côte d’Armor.
Fietsen in Bretagne, ik kan het iedereen aanbevelen. Regen in Bretagne? Valt reuze mee. Wind in Bretagne? Valt altijd tegen. Als het waar is wat Rob Harmeling zegt: ‘wind is een platte berg’, dan bevind je je er in Bretons hooggebergte. De echte bergen zijn niet meer dan heuvels. Maar het zijn er veel en zij zorgen ervoor dat je nooit in een aangenaam ritme komt. Stijgen, altijd maar een paar honderd meter, hooguit twee kilometer vals plat, daarna weer dalen. Op en af gaat het. Meestal tussen de 5 en 8%, soms stukjes van 12%.
De wegen zijn goed. Zijn het provinciale wegen, dan is het er vaak druk. Vrachtwagens die je met 90 km voorbij suizen, dwingen je tot uiterste concentratie. De binnenwegen zijn rustiger en meer geaccidenteerd.
De route richting Cap Fréhel ligt slingerend en glooiend langs de kust. Hoge rotsen die uit de zee opsteken, uitgestrekte vlaktes met ajoncs d’or, een ideale omgeving om te fietsen en van het afwisselende landschap en de vergezichten te genieten.
Zomaar een route. Neem in Fréhel vanuit het westen komend de Route Touristique, de D34, naar de Cap, vervolgens richting Matignon. Onderweg een afdaling met een ideaal lopende haarspeldbocht die je in Port à la Duc tot op zeeniveau brengt. Oesters en mosselen, je kunt ze daar proeven, ze komen rechtstreeks uit de baai waar je langs fietst. Een paar klimmetjes en vervolgens in Matignon afslaan naar Montbran. Een rustig weggetje door glooiend land tussen de eindeloze maisvelden door. Als de mais nog niet geoogst is, vormt het een prima beschutting tegen de overwegend zuidwestenwind. Wordt er geoogst, dan laten de tractoren sporen modder (‘boue’) achter en verandert het parcours in iets dat op eindeloze kasseienstroken lijkt. In Montbran vervolg je je route richting La Bouillie, St. Alban, Pléneuf, Erquy. Vanuit Erquy, het havenstadje waar zich tweeduizend jaar geleden het gallische dorp bevond, terug naar Fréhel. Al met al een kleine honderd kilometer, tegen de duizend hoogtemeters, een ideaal traject.
Zoek je op Strava, dan kom je enkele segmenten tegen. Je kunt er zelf de nodige aan toevoegen. Maar let op, er liggen segmentenkapers op de loer. Ben je trots op je zojuist behaalde KOMmetje, binnen een paar dagen ben je die alweer kwijt. Een KOM op Bretonse bodem behoort immers in Bretonse handen te blijven.
Wielrenners genoeg in de geboortestreek van Bernard Hinault. Aardige sporters, iedereen groet elkaar. Gezamenlijk een stukje optrappen en ervaringen uitwisselen over het weer en de koers, het hoort erbij, je ontkomt er niet aan.
Na afloop verdien je een crêpe met een glas cider of een streekbier.
Fietsen in Bretagne. Zelfs zonder toverdrank voel je je onoverwinnelijk.
- Le Tour de Bretagne, mannen van graniet door het land van graniet - 02/05/2019
- Bretagne, waar fietsers elkaar nog groeten - 01/11/2016
- Le Tour Noir, de ronde langs de afgrond - 21/07/2015
Geef een reactie