Aan het publiek van deze Amerikaanse rittenkoers worden in 1986 daarom A4-tjes uitgedeeld waarop wordt uitgelegd wat een wielerwedstrijd nou eigenlijk is. Ofwel: ‘How to watch the Coors Classic’, zoals een van die A4-tjes is getiteld. Een van de citaten op het papier is even opmerkelijk als hilarisch. ‘Door aan te vallen en weg te demarreren, kunnen renners tijd winnen op de rest van het peloton’. Tja.
Het wordt in 1986 opgetekend in Wielerrevue dat verslag doet van de Coors Classic. Die wedstrijd geniet halverwege de jaren tachtig voor eerst belangstelling van profs die normaliter alleen actief zijn in West-Europa. Phil Anderson doet mee, de uiteindelijk winnaar Bernard Hinault en uiteraard thuisrijder Greg Lemond.
Van Vliet, Ducrot en Van der Poel winnen ieder een rit, maar als voorbereidingskoers voor het WK dat erna in Colorado wordt verreden, werkt de Coors Classic niet. De Nederlandse profs presteren er onder de maat. Dan doen de amateurs John Talen, Rob Harmeling, Tom Cordes, Gerrit de Vries en Arjan Jagt het een stuk beter met ploegentijdritgoud en zilver en brons in de wegwedstrijd. Ook zij waren present in de Coors Classic.
Na 1988 is het gedaan met de door bierbrouwer Coors gesponsorde rittenkoers, maar deze week is de wedstrijd in een wat andere hoedanigheid terug. De Tour of Colorado, of eigenlijk de USA Pro Cycling Challenge heet-ie en op aandrang van met name Lance Armstrong staat-ie ‘weer’ op de internationale agenda. Met een deelnemersveld dat er mag zijn. Evans, de broertjes Schleck, Leipheimer, Basso en Gesink, da’s niet verkeerd voor een wedstrijd die voor het eerst wordt georganiseerd.
Ben erg benieuwd naar de nieuwe Coors. En naar de A4-tjes…