PArisTours)fdj

Het was opvallend hoe massaal de liefhebbers afscheid namen van het wielerseizoen toen de camera eenmaal was weggedraaid van het podium in Como. Ze schreven hun arrivederci’s in niet meer dan 140 tekens, soms sentimenteel, soms laconiek of berustend. Wellicht omdat het einde van een seizoen niet beter dan met vallende bladeren in woord en beeld kan worden gevat. Dat geldt althans voor de nazomer die richting de herfst trekt, en er het ene jaar wat meer tijd voor lijkt te nemen dan het andere. (Ik heb er eens op gelet, en nergens afgestorven herfstbladeren kunnen ontdekken. Wel zag ik een pluk renners onder een dicht en donkergroen bladerdek de Sormanomuur omhoog klauteren. Een prachtig bos dat ik graag eens zou bezoeken).

Het was na Lombardije gedaan met de koers, zoveel werd duidelijk. De wielerliefhebber wreef zichzelf eens gelukzalig over de met verfijnde Italiaanse spijzen gevulde buik en aanvaardde het seizoenseinde. De boodschap werd de volgende ochtend in kranten en tijdschriften op fraaie wijze herhaald: wie nu nog niet wist dat het pas in maart weer koers is, had duidelijk niet opgelet.

Pijnlijker kon het voor Parijs-Tours niet worden. De Franse klassieker, die alweer een tijdje op de zondag na het Lombardisch Monument verreden wordt, wil zélf zo graag het seizoen op stijlvolle wijze vaarwel wuiven. De kalender heeft niet voor niets een monumentaal sprintersbal in Sanremo als seizoensopener, dan mag het wat de Fransen betreft op de Avenue de Grammont worden afgesloten na de langste sprint van het jaar. Het wielerseizoen als een mooi en compleet verhaal met, zoals het hoort, een goede knal aan het begin en het einde.

Het Franse eindschot is helaas al jaren niet meer dan een flauw plofje dat niemand buiten Tours nog hoort. Parijs-Tours is een vergeeld herfstblaadje dat afsterft en wegwaait zonder dat iemand het opmerkt. Het verval trad al jaren geleden in. De wielerbond knabbelde prestige af door de wedstrijd lager te waarderen. Televisiezenders schakelden steeds later in, vaak pas vanaf het moment dat de bergjes-die-geen-bergjes-zijn in beeld kwamen, zodat iedereen kon zien dat Parijs-Tours toch maar een marginale koers was. De voorbije jaren begonnen er incomplete selecties met telkens minder toprenners aan de tocht zuidwaarts. Een tocht die al langer dan een eeuw bestaat, en niet in Parijs start maar in het veel fraaiere Chartres. Echte klassiekers beginnen alleen op papier in Parijs.

Het leek op de langzame begrafenis van een topklassieker. Naast het graf van de GP Zurich werd alvast een plekje ingeruimd, en velen schoven aan in de rij om voorzichtig een klein bergje zwarte aarde over de kist te scheppen.
De erelijst kreeg in de editie van vorig jaar dan nog de grootst mogelijke vernedering te verwerken. Een vernedering die overigens prachtig was om naar te kijken, want de finale van Parijs-Tours is altijd prachtig en een nederlaag van Thomas Voeckler tegen een jong Vlaams talent maakt die nog vele malen mooier.
Moest er verteld worden over hoe spannend en onvoorspelbaar Parijs-Tours was, dan zou het gaan over definitieve plooien die al in het eerste uur vielen, over eindeloos getouwtrek in de wind tot slechts eenmanswaaiers overbleven, over de even gênante als vermakelijke strijd tussen een Waal en een Vlaming om vooral niet te hoeven winnen en natuurlijk over al die late uitvallen van renners die het nooit zouden halen als dit een andere koers was dan Parijs-Tours. Want in Parijs-Tours gebeurt soms iets dat helemaal niet kan.

Wilt u vallende bladeren zien? Schakel komende zondag rond een uur of drie in, en u zult met een beetje geluk hele boomstronken door uw beeld zien waaien. Parijs-Tours kreeg niet zonder reden ooit ‘de Grote Herfstprijs’ als naam.
Wanneer Jelle Wallays straks driemaal de Ronde van Vlaanderen wint poetst hij behalve zijn eigen palmares ook die van de Grote Herfstprijs op. Ik gun het hem, en ik gun het de Franse prachtklassieker al helemaal.

Voeckler_Tours

Martijn Sargentini