Terwijl ik een bosje bloemen uitzoek bij de lokale bloemenman ontspint een interessant gesprek. De bloemenman zit blijkbaar in de duivensport, zoals hij het zelf noemt. Nu zijn er overal duiven te vinden, ook op de fiets. Maar de duivensport is toch weer een andere tak.
Vanuit huis heb ik er wel eens wat van meegekregen. Duiven die gekeurd worden, wedstrijdduiven waar veel geld voor betaald wordt. Laad- en losplekken. Het binnenhalen. Inklokken. Frustratie als de duif niet wil komen. Het is me wat.
Er is vroeger menig duivensoep gemaakt van wedstrijdduiven die hun kans op eremetaal verkwanselden door maar een beetje rond te fladderen. Wat heeft dit nu met fietsen te maken?
Ik leg het uit, met wat korte quotes.
Man 1: ‘heb je ze al gekorfd dan?’
Man 2: ‘ja zeker, hopelijk houden ze het goed’
Man 1: ‘Van waar vliegen ze dan?’
Man 2: ‘ ja, vanaf Pauw, en vanaf Sint Vissent’
Ik hoor dit gesprek aan en begin flink te graven in mijn topokennis. Pauw ken ik niet. ‘sint vissent’ is ook een onbekende naam. Maar als de man vervolgens nog meer Franse plaatsnamen verhaspeld, begint mij wat te dagen.
De duiven worden losgelaten in Pau. En vliegen dan naar huis.
Elke keer als Pau weer in de Tour is, dan denk ik niet alleen aan alle Nederlandse winnaars. Maar ook aan de duiven van Elmo’s bloemenhandel, aan het Willem van Noortplein in Utrecht. Of er duivensoep van is gemaakt, dat moet ik nog even navragen.