Foto Stefano Sirotti

Wielercultuur

De jarige Mario Aerts en de Waalse Pijl van 2002

‘Extérieur! Extérieur!’ De woorden die zich via een oortje een weg banen door de gehoorgang van Mario Aerts veroorzaken nog voordat ze in zijn hersenpan aanbelanden een soort Pavlov-reactie bij de renner. Het is niet de eerste keer dat hij er door zijn ploegleider op geattendeerd wordt de buitenbocht te nemen. Al ruim voor het bereiken van de Muur van Hoei had Claude Criquielion zijn pupil er herhaaldelijk op geattendeerd in de steilste bochten van de slotklim van de Waalse Pijl weliswaar meer meters af te leggen, maar daardoor een lager stijgingspercentage te hoeven bedwingen. De Lotto-ploegleider weet waarover hij praat. In de tweede helft van de jaren ’80 is Criquielion heer en meester op de 1,3 kilometer lange beklimming tegen een gemiddeld stijgingspercentage van 9,8% en uitschieters die op sommige momenten liefst 19% bedragen. In 1985 wint de Belg de eerste editie van de midweekse eendagskoers die finisht op de Muur van Hoei. Vier jaar later herhaalt hij dat kunstje. In de tussenliggende jaren komt hij ook nog als derde en tweede boven en in 1991 meldt Criquielion zich nogmaals als runner-up naast het themapark Mont Masan en de bekende zeeleeuwenfamilie die er huist. De oud-renner mag dus gerust expert worden genoemd, als hij dertien jaar na zijn tweede overwinning namens de Lotto-ploeg zijn pupil Aerts naar het grootste succes uit diens carrière loodst. ‘Extérieur!’ De buitenkant nemen dus, met name bij de twee steilste bochten. Een ervan zal jaren later, om precies te zijn op 1 december 2015, als Criquielion negen maanden eerder aan de gevolgen van een zware beroerte is overleden, naar de tweevoudig winnaar van de Waalse Pijl worden vernoemd. Bovendien wordt er een monument voor Criquielion onthuld. Niet alleen als renner, ook in de hoedanigheid van ploegleider wint hij de koers meer dan eens. Een jaar voordat Aerts toeslaat op de Muur van Hoei was Rik Verbrugghe, eveneens namens de Lotto-ploeg, er al de sterkste.

Wie de laatste twee decennia naar de Waalse Pijl kijkt op televisie heeft genoeg aan de laatste anderhalve kilometer. Het koersverloop is over het algemeen even simpel samen te vatten als dat het voorspelbaar is. Tot het voor de laatste maal oprijden van de Muur van Hoei mogen vluchters hun ‘screentime’ pakken, maar zij blijven altijd binnen schootsafstand en worden tijdig bij hun kladden gegrepen, waardoor een compact peloton de slotfase in gaat en de punchers de poet mogen verdelen. In 2002 is er echter nog vele malen minder controle dan vandaag de dag. Het biedt durfallen en avonturiers de kans de wedstrijd al in een eerder stadium in een beslissende plooi te leggen. Niet Aerts, maar zijn landgenoot Axel Merckx is de aanstichter van de ontsnapping die dat jaar de winnaar van de 66ste Waalse Pijl zal opleveren. Als de zoon van Eddy in de afzink van de Côte de Ben-Ahin, na meerdere mislukte pogingen, er alsnog in slaagt zich los te maken van het peloton, is Aerts een van de vijf renners die zich bij hem aansluit. De achtstejaars prof uit Herentals had drie jaar eerder een verpletterend debuut gemaakt in La Flèche Wallonne, zoals de Franse naam van de koers luidt. Achter koplopers Michele Bartoli en Maarten den Bakker was hij ’the best of the rest’ gebleken en mocht daardoor als nummer drie mee het erepodium op. In Vlaanderen ziet men een nieuwe klassiekerspecialist in Aerts. Jaren later zal de Belg aangeven dat de bijbehorende druk er mede de oorzaak van was dat zijn erelijst niet bepaald omvangrijk zou worden. Aan de vooravond van de Waalse Pijl van 2002 zijn zeges in koersen als de GP Isbergues in 1996 en de Giro della Provincia di Lucca vijf jaar later, de belangrijkste wapenfeiten die de renner uit de Lotto-ploeg kan overleggen.

Dankzij zijn eerdere derde plek is Aerts een outsider als het zestal koplopers in 2002 de Muur van Hoei nadert. De uitgesproken favoriet is hij echter niet. Daarvoor zijn Merckx en met name de eveneens aan het front aanwezige Bartoli te grote namen. Laatstgenoemde heeft bovendien zichtbaar zijn krachten gespaard in de finale en meermaals opzichtig kopbeurten overgeslagen. Het maakt Lotto-ploegleider Criquielion extra alert. In aanloop naar de loeisteile slotkilometer laat hij vanuit de volgwagen zijn stem nog maar eens luidkeels klinken in het oortje dat Aerts draagt. ‘Extérieur! Extérieur!’, is de instructie. Onmiddellijk schuift zijn pupil, als ware het een Pavlov-reactie, naar voren. De renner realiseert zich maar al te goed dat, wil hij daadwerkelijk de ideale lijn door de buitenbocht volgen, hij zelf zal moeten kunnen bepalen waar op de weg hij precies rijdt en niet afhankelijk moet raken van wat een concurrent hem oplegt. Brutaal en zelfverzekerd eist hij de koppositie op en volgt de wijze raad van zijn ploegleider op. Het verschil met zijn medevluchters wordt direct duidelijk. Terwijl Aerts weliswaar meer meters aflegt, behoudt hij zichtbaar meer snelheid dan Unai Etxebarria, die de steilste bochten aan de binnenkant omhoog rijdt. Of eigenlijk is ‘kruipt’ een treffendere beschrijving. Het liefste zou Aerts volle bak door trekken, maar via het oortje heeft Criquielion hem nog een instructie gegeven. Hij moet wachten. Zijn ploegleider zal middels een ondubbelzinnig ‘maintenant’ laten weten op welk moment de Belg zijn beslissende versnelling moet plaatsen. De steile bochten liggen immers te ver voor de finish, waardoor de kans dat Aerts in het zicht van de haven strandt en nog voorbij gesneld wordt te groot is. Ervaringsdeskundige Criquielion weet het punt om wél aan te zetten exact te liggen. Driehonderd meter voor de verlossende aankomstlijn. Zodra Aerts het bord met de nog te rijden afstand passeert, brult zijn ploegleider het bewuste commando luidruchtig het oortje en daarmee de gehoorgang en hersenpan van de renner in. Die volgt het bevel meteen op. Even twijfelt Aerts nog of hij niet te moe is om nog een laatste versnelling te plaatsen, maar onmiddellijk realiseert hij zich een soortgelijke kans niet snel meer te krijgen. Gedurende een ruime halve minuut spant hij zich opnieuw ten volle in en knijpt de laatste restjes kracht uit zijn uitgeputte lijf. Het wordt hem bijna letterlijk zwart voor ogen, maar hij haalt het. Dankzij de heldere instructies van ploegleider en oud-winnaar Claude Criquielion boekt ‘eeuwige belofte’ Mario Aerts in de Waalse Pijl de zege die heel België jarenlang van hem verwachtte.

Foto Stefano Sirotti
Foto Stefano Sirotti
Foto Stefano Sirotti

Bekijk ook van HetisKoers!

De jarige Mario Aerts en de Waalse Pijl van 2002

hoe ‘Extérieur!’ leidde tot zijn grootste zege

Wielercultuur

NK Baan is de b-kant van de plaat

Koersverhalen