Foto Romuald Hazoumè
In Studio Kigali: De kunst van pionieren
Romuald Hazoumè is een bekende Beninees. In eerste instantie niet waarom we hem spreken: zijn voortrekkersrol in het wielrennen in het West-Afrikaanse land. Hij praat gepassioneerd en uitvoerig over zijn visie op het Afrikaanse wielrennen. Naast voorzitter van de Beninse Wielerfederatie – en organisator van de komende Tour du Bénin – is Hazoumè een beroemd beeldend kunstenaar.

De Tour du Benin vindt dit jaar plaats van 28 april tot 3 mei. Op zondag 4 mei volgt de Grand Prix de Cotonou. Naast de elite mannenwedstrijd, is er ook een GP Féminin. “Maar die nog niet onder de UCI-auspiciën”, Legt Hazoumè uit: “We organiseren ook een wedstrijd voor minder-validen.”
Hazoumè zet een koel biertje voor me neer. La Béninoise, een licht blond bier. Lekker bij deze hoge temperaturen: boven de 30 graden, zelfs nu de avond is gevallen. Hazoumè vertelt beslist en duidelijk; “Veel Afrikaanse koersen worden niet goed georganiseerd. Er zijn te weinig middelen en onvoldoende competenties. Wij proberen die vaardigheden te trainen en onze Ronde goed te organiseren.”
“Er is niet altijd interesse in Afrika. Maar het is ook de verantwoordelijkheid van de Afrikaanse bonden zelf. We hebben geen geld om een internationale organisatie te betrekken. We moeten het dus zelf doen”, vervolgt hij.
Toch zijn er zeker lijntjes met het buitenland: zoals de leiderstruien die in Parijs worden gemaakt en moeten worden opgestuurd. Eén van de vele aspecten die horen bij het organiseren van een meerdaagse etappekoers. “We kunnen geen koers organiseren en dat een Europeaan de tijd komt registreren”, vertelt Hazoumè stellig. “We hebben zelf geïnvesteerd in fotofinish en tijdregistratie apparatuur. En 200 transponders. We hebben het afgelopen weekend getest.”
Afgelopen weekend hebben ze drie koersen georganiseerd: Naast de mannen- en de vrouwenwedstrijd ook een ploegentijdrit. De kans om de nieuwe apparatuur te leren kennen. Daarnaast zijn trainingen voor commissarissen en mecaniciens georganiseerd. “We zijn dan niet meer afhankelijk van buitenlandse steun.”
Ook heeft de Beninse wielerbond meer dan twintig fietsen gekocht. Een dag na onze kennismaking staat een fiets voor me klaar. Als ik me omkleed in het huis, staat de hele kamer vol met wielerprullaria: home trainers, wielen, gereedschap, bekers. Ik zie ook het draft routeboek voor dit jaar.
De federatie heeft 35 hometrainers aangesloten op Wahoo. E-biking. Iedere twee weken is er een online koers. Men gaat mee met de tijd. Elektriciteit gegarandeerd door een generator: fietsen in de stad is niet altijd veilig.
Hazoumè: “Het is van belang dat we koersen organiseren. En tegelijkertijd onze eigen organisatie sterker maken.”
Zelf was Hazoumè een goede judoka. Tot een knieblessure een einde maakte aan alle aspiraties. Hij ging fietsen. Was betrokken bij de Zoom Zoom Vélo Club in de hoofdstad van Benin, Porto-Novo. Hazoumè is nu acht jaar voorzitter van de Beninse Wielerbond. “Er was toen niets. Zelfs geen geld om papier te kopen.”
En nu is hij dus druk me de voorbereidingen van de Tour du Bénin. Hij promoot het goed: “De Tour du Bénin is een uniek internationaal sportevenement in Benin.” Hij is bezig met de uitnodigingen. En de financiële zaken die daarbij komen kijken. “Ik wil zoveel mogelijk landenteams uit de regio uitnodigen; hen de kans geven hier UCI-punten te behalen.”
Toch is er ook startgelegenheid voor een Nederlandse equipe: Universe Cycling zal met een team deelnemen aan de 20e editie van de Beninse rittenkoers.
Over het sportieve aspect hebben we het nog nauwelijks gehad. Hazoumè: “Er is talent. Gisteren was er een jongen van 18 jaar oud, een junior nog. Hij reed goed met de eliterenners mee, maar hij kreeg op het laatst een hongerklop. Een goede les.”
Twee elite dames – Vanette Houssou en Georgette Vignonfode – zijn een maand op trainingsstage in Rwanda. Daarna zullen ze zich gedurende vijf maanden voorbereiden op het WK in Frankrijk.
Hazoumè: “De grootte van onze selectie zal afhangen van de ranking. De top 10 landen uit Afrika mogen meer renners afvaardigen. Wij staan nu twaalfde. Bij de jeugdcategorieën en de dames elite doen we sowieso mee. Rwanda zal op één aspect makkelijk zijn voor ons: we hebben geen visum nodig. Zwitserland was wat dat betreft een hel. Het is altijd gedoe rond visa. Dat zal straks ook zijn met de Olympische Spelen in Los Angeles.”
Hazoumè wikt en weegt over de kansen in Rwanda: “Het parcours is zwaar, moeilijk. Ik denk meteen aan Pogačar. Ons doel is te finishen. Ik hoop met 6 tot 8 coureurs, bij de dames en de junioren.” De Elite vrouwen bereiden zich dus voor in Europa; de junioren doen mee bij elite wedstrijden in Togo.”
Hazoumè droomt over een piste, een wielerbaan. “Veel van onze renners hebben een lichaamsbouw die goed past bij de vereiste morfologie van een goede baanrenner. Als we onze renners dezelfde mogelijkheden geven, dan doen we mee voor de winst.”
Romuald Hazoumè kan urenlang met passie spreken over het wielrennen. Over zijn belangrijke boodschap van zijn kunstwerken spreken we niet. Pas later verdiep ik me in zijn werken. Hij werd bekend met zijn maskers gemaakt van afgedankte jerrycans. In zijn werk – La Bouche du Roi (de mond van de koning) – stelt Hazoumè de slavernij en het huidige ongelijkheid in de wereld aan de kaak. Zijn bekendste werk was onder andere in het Rijksmuseum te zien.
Op de dag van mijn terugvlucht breng ik de fiets terug. Ik heb lekker gefietst. Memorabele kilometers. Ik informeer naar de voortgang van de voorbereidingen. Er is nog van alles te doen. Maar het ligt in goede handen. Ik schud Hazoumè hartelijk de hand, en voeg een omhelzing toe. Als we ons masker afdoen, tonen we ons ware gezicht. De liefde voor de fiets geeft een klik van persoon tot persoon. De gastvrijheid van Romuald Hazoumè doet de rest.
Bronnen