Of er niet al genoeg wielerboeken over doping zijn verschenen? En die Lance Armstrong, heeft die ook al niet meer dan voldoende aandacht gehad?
Ja. En ja.
Zullen velen antwoorden.
Dus waarom dan De leugens van Lance nog lezen?
Ik begon eraan uit nieuwsgierigheid en vanwege – de trouwe Het is Koerslezer zal het niet verbazen – mijn grenzeloze fascinatie voor Lance Armstrong. Weet ik nu meer dan pak ‘m beet anderhalf jaar geleden, toen de USADA het complete onderzoeksrapport naar de dopingperikelen binnen het US Postalteam online zette?
Ja. Een volmondig ja.
Auteur Juliet Macur is een gelauwerd sportjournalist die Armstrong al vele jaren volgt. Ze werkt voor de New York Times en ja, de dame kan schrijven. Voor dit boek heeft ze talloze mensen gesproken, zowel uit de entourage van Armstrong als uit het kamp dat het onderzoek naar hem leidde. Een van de meest schrijnende verhalen is wat mij betreft dat van J.T. Neal. Voordat hij aan kanker bezweek, sprak hij zesentwintig uur aan audio in; hij was van plan een boek over Lance te schrijven. Een boek dat er niet kwam, omdat Neal overleed aan dezelfde ziekte die Lance overleefde. Macur heeft het audiomateriaal van Neals familie ter beschikking gekregen en het beeld dat daaruit tevoorschijn komt, is niet prettig, om er maar eens een understatement tegenaan te gooien.
Ja, zult u zeggen, we weten toch allang dat die Lance een manipulator is? Een klootzak, zogezegd. Natuurlijk, zelfs ik – met mijn fascinatie – weet dat al jaren. Des te ontluisterend is dit boek. Macur gaat ver terug, spreekt met familie, onthult dat mama Armstrong helemaal niet die dappere alleenstaande moeder was als zij en haar zoon de wereld deden geloven. Al op zeer jonge leeftijd was Lance een mannetje dat alles en iedereen naar zijn hand zette – goedschiks of kwaadschiks. Een jongen zonder echte vrienden, een vader die ervandoor ging, een moeder die de ene echtgenoot steeds snel inruilde voor een volgende. Op de lagere school was Lance een boos en agressief mannetje, een jochie dat van zijn stiefvader Terry Armstrong alles kreeg waar hij om vroeg. Rond zijn twaalfde maakte hij zijn sportieve tegenstanders al uit voor mietjes: ‘Je bakt er niks van, waarom ben je eigenlijk gekomen?’ Nog geen twee jaar later werd hij als wonderkind gezien, een van de grootste talenten die de sportwereld de laatste decennia had gezien. Het jochie dat er thuis al voor zorgde dat alles ging zoals hij dat wilde, logeerde nu in vijfsterrenhotels – omdat hij zo goed was in triatlon. Vanaf dat moment gaat het crescendo, tot kanker hem lijkt te vellen. Lance overleeft echter en komt sterker terug dan ooit. Net als vroeger hanteert hij de aanval als beste verdediging en dat hij daarbij op tenen trapt, mensen intimideert en laat vallen als het hem niet zint – dat boeit hem niet.
Ja, ik wist het allemaal. Maar Juliet Macur voegt wel een dimensie aan het verhaal toe, waardoor ik aan het einde van het boek bleef zitten met een gevoel van medelijden. Ik had te doen met de kleine Lance die de overlevingsmechanismen uit zijn vroege jeugd zonder nadenken meenam naar zijn latere leven. Want ja, Macur maakt impliciet duidelijk dat Lance Armstrong behalve dader ook slachtoffer is, al zal Lance zelf waarschijnlijk de laatste zijn om dat toe te geven. Slachtoffer van een verknipte jeugd waarin iedereen hem gaf wat hij wilde, wellicht vanuit een schuldgevoel vanwege de instabiele thuissituatie. Als mama en papa Armstrong een fijn huwelijk hadden gehad, als Lance thuis en op de lagere school wat vaker gecorrigeerd was, als Lance als jonge en zeer getalenteerde sporter iets beter begeleid was, als… Maar ja, het leven voorziet niet in als. De leugens van Lance doet je dat opnieuw realiseren.
De leugens van Lance, door Juliet Macur
Uitgeverij Thomas Rap, 2014
€ 19,90
- Het pontje van Amerongen - 09/05/2016
- Kampioenenzweet, kampioenenoren - 05/02/2016
- Een rondje met Joop - 03/12/2015
Geef een reactie