Wereldwijd wielrennen, daar gaat het over in de nieuwste Muur. In de praktijk betekent het dat De Muur Colombia, Ethiopië, Iran, Java en Curaçao aandoet, maar toch ook ‘gewoon’ afreist naar Italië, Utrecht, België en Brabant, in willekeurige volgorde. Een fijne Muur is het geworden, met sterke verhalen en een droom die wordt verwezenlijkt. Minpuntjes zijn er echter ook…
De cover zet meteen de toon, met een mooie foto van een breedgrijnzende Afrikaan in een bolletjestrui uit de Tour de France van 2007. Geen anorectisch lijf dat daar over het rode stof stuift, maar gewoon een bonk van een kerel die op secteur nummer zoveel niet zou misstaan. In De Muur meer van dit soort foto’s; fotografe Ilona Kamps maakte een reportage van de Ronde van Oeganda van 2010. Intrigerende foto’s zijn het, maar een achtergrond mist. Hoe komen die mannen aan die knaloranje Raboshirtjes, rijden ze voor verschillende ploegen, hoe steekt die koers in elkaar; iets meer duiding had best gemogen.
De wereldreis van De Muur doet ook Curaçao aan. Altijd mooi weer daar, behalve als koersdirecteur Leo van Vliet zijn peloton een rondje Amstel wil laten rijden. Mart Smeet doet uit de doeken waarom Marcel Kittel dat rondje wint – en dat is dus niet alleen vanwege de vochtige kussen van mevrouw Kittel. Natuurlijk ontbreekt de dikbuikige en belerende Hollander niet, en zijn er sterke verhalen bij de avondborrel. Heel gezellig allemaal, alsof je zelf bij Mart aan tafel zit.
Nog meer leuks in deze Muur? Jazeker! Zo woonde voetbalkenner Marcel van Roosmalen de presentatie van de wielerploeg van de Rabobank bij. Al snel blijkt dat het professionele niveau van de ploeg weinig zegt over het professionele niveau van de presentatie:
‘Je kunt weer lopen!’ zegt de presentator.
‘Ja, het gaat goed,’ zegt Robert Gesink.
‘Hoe gaat het herstel?’ vraagt de presentator.
‘Goed dus,’ antwoordt Gesink.
‘Een applausje waard.’
Voor bankmanagers is dit het evenement van het jaar, constateert Van Roosmalen fijntjes. Zijn verslag is voor de organisatie een absolute must-read – en voor de wielervolger ook. Voor de eerste groep ter lering, voor de tweede groep ter vermaak, zullen we maar zeggen.
Als je er al jaren van droomt om de koers vanuit een volgwagen mee te maken, is Nando Boers de man die je droom verwezenlijkt. Vanaf de bijrijdersstoel van Sky-ploegleider Steven de Jongh neemt hij de lezer mee de koers in. Passage très dangereux. Chute-chutechutechutechute. De stress van de koers nestelt zich al na een paar zinnen in je buik. Lekker hoor.
Nando Boers tekent ook voor de vierde aflevering van ‘Beroep: wielrenner’. Boers toog naar Brabant en sprak met fenomeen Marianne Vos. Nee, ze heeft geen bel op haar fiets, maar tijdens haar trainingsrondjes roept ze wel eens ‘tingeling, tingeling’, als ‘pardon’ niet aankomt. En ze leent boeken bij de bieb van Wijk en Aalburg. Op haar gewone fiets, want ze mag haar racefiets niet in de hal van de bieb parkeren. Prachtig.
Verder in deze Muur een filmisch verhaal van Wiep Idzenga, over Hennie Kuiper en Teun van Vliet in Milaan-Sanremo, 1985. Idzenga laat de storm rond je oren denderen, neemt je mee in de jacht van het peloton en laat je voelen wat een splijtende demarrage met de achtervolgers doet. Je ziet hoe Teun van Vliet armbewegingen maakt en even later kijk je met Kuiper mee achterom: ‘Toen heb ik weer bijgeschakeld en ben ik volle bak naar huis gereden.’ Zo doe je dat dus.
Ook zeer de moeite waard is het verhaal van Ruurd Edens, die zich in de volgkaravaan van de International Cycling Tour of Azerbaijan nestelde – Azerbaijan als in de Iraanse provincie Azerbaijan, welteverstaan. We zijn getuige van de opbouw van het startpodium van de tijdrit, een half uur voor aanvang van de wedstrijd. We zien hoe proloogwinnaar Stefan Schumacher zijn bloemen bij zich houdt omdat er geen dames zijn aan wie hij ze kwijt kan. Zo af en toe delen de renners hun asfalt met het gewone verkeer, er is gedoe over bonificatieseconden en er zijn toespraken van geestelijken. Een fascinerend inkijkje, met een donderspeech als afsluiting van een bijzonder rondje fietsen.
Kent deze Muur ook mindere kanten? Om eerlijk te zijn: ja. Het Colombiaanse wielrennen verdient eigenlijk meer dan een rappe vogelvlucht vol over elkaar heen buitelende namen. Al lezend krijg je wel het idee dat hier nog een paar pareltjes van verhalen aan de horizon liggen te wachten: over Esteban Chavez die de Tour de l’Avenir wint terwijl zijn vader de Ronde van Colombia voor veteranen fietst. Of over de verlegen Nairo Quintana die op zijn achttiende na een ongeluk vijf dagen in coma ligt en tegenwoordig tot een van de grootste talenten van Colombia wordt gerekend. Wordt hopelijk vervolgd.
In deze Muur ook het verhaal van Daniel Abraham, wielrenner uit Eritrea. Vanuit Ethiopië is hij via een omweg in Nederland terechtgekomen. Vijftien jaar was-ie toen, en hij kende helemaal niemand. Uiteindelijk komt het goed en hij gaat zelfs weer wielrennen, net als vroeger. Schrijver Marcel Rözer is er goed in geslaagd de verwarring en de boosheid van de jonge Abraham te verwoorden, maar juist op het moment dat Abraham een plekje in het profpeloton heeft veroverd, boet het verhaal aan kracht in. Je zou willen weten hoe hij zich voelde in zijn eerste koers, juist ook omdat het verhaal begint met Abrahams liefde voor het fietsen. Helaas, je leest slechts dat hij dacht dat hij droomde en dat lijkt toch iets te veel op een open deur. Ook storend: de naam van Abrahams beste vriend Henok verandert in de loop van het verhaal in Hanok. Iets beter opletten de volgende keer…
Al met al is het wel een fijne Muur. En dat er in zo’n bonte verzameling een paar mindere verhalen zitten, mag wat mij betreft de pret niet drukken.
- Het pontje van Amerongen - 09/05/2016
- Kampioenenzweet, kampioenenoren - 05/02/2016
- Een rondje met Joop - 03/12/2015
Net gisteren uitgelezen in de Kretenzer zon. Verrassend mondiaal nummer. En mooi – ook verrassend -gesprek met Marianne Vos.
Geheel in stijl deze week meegenomen naar India (en weer terug)