Wat doe je als je een succesvolle carrière op de baan hebt gehad? Een carrière waarin je kampioen bent geweest van Nederland, Europa en de wereld, en ook nog meervoudig? Een carrière met een scheepslading medailles, waar je aan het eind ook nog een Olympische medaille aan toevoegde?
Ga je op je lauweren rusten? Kies je een voor een maatschappelijke carrière? Blijf je in het wereldje maar dan in een andere rol? Als begeleider of trainer of als wat dan ook?
Niet als je Teun Mulder heet. Dan kies je ervoor om na een mooie carrière een tweede carrière te starten. Om een bijdrage te blijven leveren aan de sport waarin jezelf al grote prestaties hebt geleverd. Maar dan wel aan een tak van sport die wat minder aandacht krijgt.
Na het WK van 2013 is Teun Mulder zich namelijk vol gaan richten op het piloteren op een tandem, een onderdeel waarin hij samenrijdt met een renner met een visuele beperking. Het betekende dat hij twee jaar geen wedstrijden mocht rijden, waardoor hij bij het EK vorig jaar in ‘zijn’ Omnisport in Apeldoorn vanaf de tribune moest toekijken. De dagen tussen Kerst en Oud & Nieuw kon het publiek als vanouds weer genieten van Mulder op de baan.
Niet in de kleding van de nationale selectie. Niet het beeld dat u misschien nog kent van de reportages op televisie. Maar ‘gewoon’ weer in zijn oude clubkleding, en op een tandem. Tijdens het NK Baanwielrennen rijdt hij samen met de pas 17-jarige Tristan Bangma, en hij rijdt sterk als vanouds. Het duo pakt de nationale titel, zowel op de sprint als op de 1 kilometer tijdrit. De snelheden zijn net zo hoog als van de niet-tandems en doordat de fiets langer is, ziet het er nog spectaculairder uit.
In maart heeft Teun Mulder weer het thuisvoordeel. Dan wordt in Apeldoorn het WK Paracycling verreden en is de verwachting dat er meegedaan kan worden voor de medailles. Het kan namelijk nog sneller dan de indrukwekkende 1.03.043 die nu op de borden stond. De renners gaven aan dat de baan nu wat koud was. Het grote doel waar Mulder en Bangma naartoe werken is een medaille in Rio in 2016. Het is nog een lange route, maar ze zijn op de goede weg.
Dát is dus wat je doet als groot sportman. Je blijft je inzetten voor je sport en voor sporters die meer aandacht verdienen dan ze nu al krijgen. En wederom versla je iedereen.