De retour van Rabo
Het was een vertrouwd gezicht in mijn jeugd. Het logo, het onooglijke utiliteitsgebouw, de plek waar ik mijn eerste spaarpotje – in de vorm van een bijenkorf – kreeg, waar de brievenbus zich bevond voor (wie kent ze nog?) acceptgiro’s. Nog wat later kwam er de ruimte waar de pinautomaat kwam en waar ik mijn zuurverdiende vakantieguldens kon opnemen. Het heette al jarenlang de Rabobank, maar in de volksmond bleef de term van de aloude Boerenleenbank vertrouwd. Die gaf immers binding met het verleden, met de ontstaansgeschiedenis in het dorp zelf. Het bleef ook in die tachtiger jaren de bank van Albert, Pierre, Twan en Trinet. Vertrouwde gezichten voor de lokale gemeenschap. Zo was en bleef het een beetje de bank van ons allemaal.
Het logo veranderde van het degelijke blauwwitte naar een modernere variant. Dynamischer, beweeglijk, met een mannetje op een zonnewijzer. Om te benadrukken dat de bank klanten ondersteunt bij financiële groei en ontwikkeling. Dat er uiteindelijk uit de fundamenten van de eerdere ploegen van Jan Raas – Buckler, WordPerfect, Novell – een wielerequipe ontstond die de hemel moest bestormen was dan ook niet zo gek. Er werd immers al volop gesponsord vanuit de coöperatie. In sport, verenigingsleven en allerlei andere lokale initiatieven. En daarna naast hockey dus ook breder in de topsport. Een op en top Nederlandse ploeg, met een hoofdzakelijk roodwitblauwe lijn aan renners. Namen als Boogerd, Breukink, Dekker, Moerenhout, Nelissen en Van Bon moesten het gaan doen. Met direct in 1996 al een Touretappezege voor Boogerd, voor de ploeg die altijd goed herkenbaar was aan het oranje tintje. Twee jaar later werd diezelfde Boogerd zelfs vijfde in de Tour, mede doordat tijdens die editie het peloton door een hele reeks dopinggevallen uitgedund werd.
In de jaren negentig kwam het internet. Telebankieren burgerde rap in, met als gevolg dat lokale bankkantoren in rap tempo verdwenen. Efficiencyslagen, gebruikersgemak. De opmaat naar het bankieren zoals we dat vandaag de dag kennen. De rol van het bankgebouw in ons dorp en vele andere dorpen verdween. Steeds meer werd er vanuit grotere regiokantoren geregeld. Of zelfs vanuit het grote hoofdkantoor, blinkend in het zonlicht nabij het Utrechtse Centraal Station. Want zeg nou zelf, hoe vaak kom je nou nog bij de bank? En toch bleef de bank een vertrouwd gezicht. Dichtbij, op de persoonlijke computer of op televisie.
Rabobank werd immers een langjarig vertrouwd gezicht in het wielerpeloton. Een begrip. En vooral ook een kweekvijver voor Nederlands talent op twee wielen. Successen waren er, zeker. Etappezeges in grote rondes, overwinningen in klassiekers en later, met de mysterieus stilzwijgende Rus Denis Mentsjov, winst in de Vuelta (2005 en 2007) en de Giro (2009). Michael Rasmussen pakte twee keer de bolletjestrui in de Tour de France, Oscar Freire één keer de groene trui. Het goud dat lonkte aan het eind van de regenboog, die felbegeerde gele trui bleef buiten bereik. Of beter gezegd, het wás binnen handbereik. Net toen het eigenlijk bijna niet meer mis kon gaan barstte de zeepbel toch uit elkaar. De flinterdunne Deen, obsessief en neurotisch over elk grammetje dat maar gewonnen kon worden op of naast de fiets, reed in de gele trui. Dominantie ten top. Parijs was al zo ongeveer zichtbaar aan de horizon. Maar toch nog zo ver weg. Woensdagavond 27 juli 2007, tijdens een uitzending van De Avondetappe kwam de onheilstijding. Een zichtbaar aangeslagen Mart Smeets deelde het verdict mede. Per direct werd de Deen als een dief in de nacht uit de Tour gezet, nadat leugens over zijn whereabouts wereldkundig werden. Het is zonder meer de meest gitzwarte bladzijde uit de geschiedenis van de ploeg. Ondanks dat het niet direct het einde van de Rabo-ploeg was, kan het niet anders dan dit een kentering was in de positie van de bank in het wielrennen.
In 2010 werd Mentsjov nog wel tweede in de Tour, officieel het beste resultaat ooit van de ploeg in de grootste wielerronde. Na 2012 viel het doek definitief voor de ploeg. Het laatste zetje kwam als gevolg van het gebrek aan vertrouwen in een schone wielersport en vooral het vernietigende rapport van USADA over Lance Armstrong, waar ook beweerd werd dat er binnen de ploeg sprake was van een gestructureerd dopingprogramma. Uiteraard een dikke schram op het door de Rasmussen-casus toch al flink geschonden blazoen. Eerst ging de ploeg als Blanco verder, daarna als Belkin, alvorens het welbekende geelzwarte imago werd afgemeten, dat ook nu nog zichtbaar is bij Team Visma | Lease a Bike. En vanaf deze Tour dus ook weer met een plekje voor Rabobank op het tenue. Weliswaar (in elk geval vooralsnog) een stuk minder prominent dan voorheen.
Eigenlijk net zoals de zichtbaarheid van de bank in het dorp. Slechts een anonieme geldkiosk bij de entree van het dorp en het inmiddels een andere functie hebbende gebouw herinneren nog aan de rol van de verder vooral digitaal aanwezige geldverstrekker. De herinneringen aan die lokale bank zijn, net als dat oude spaarpotje, onderdeel van iets van jeugdsentiment. Nostalgie, precies één van de redenen waarom de Rabobank nu ook weer terugkeert in het profpeloton, met een hernieuwd vertrouwen in de blauwe ogen van de sport. Bijna dertig jaar na de start van de eigen ploeg. Toen met vijf Nederlanders in de Ronde van Frankrijk, bij de rentree van het merk ironisch genoeg voor het eerst in de geschiedenis zonder renner uit eigen land. Maar wie weet is de betrokkenheid van de coöperatieve bank weer een opmaat naar die vertrouwde vaderlandse smoel in het internationale wielergeweld.