Gelukkig heb ik die verzamelblackout een paar jaar geleden kunnen herstellen en kon ik de complete set deksels van iemand overnemen. Deksels met daarop kleppers als Zoetemelk, Knetemann, Raas, Lubberding, Oosterbosch en Van der Velde. Wat een deksels. Wat een ploeg!
Genoemd zestal wordt aangevuld met Maas, Priem, Pronk, Van Vliet, Wijnands, Peeters en Wesemael; ook niet de minsten uit de T.I. Raleigh Creda-ploeg van dat jaar. Dertien renners dus, maar dat jaar staan er in totaal zeventien onder contract. Deksels van die andere vier bestaan niet, is mij meerdere malen verteld. Maar waarom ontbreekt juist dit viertal, vraagt de verzamelautist in mij zich af.
Oké, Jacques Hanegraaf en Urs Freuler zijn te verklaren. Eerstgenoemde is in de eerste maanden van 1981 nog te jong om prof te (mogen) worden en Freuler rijdt slechts twee weken in het rood-geel-zwart van de ploeg-Post; tijdens de Tour de France vervangt hij de niet beschikbare sprinters Raas en Van Vliet.
Het waarom van het ontbreken van ‘Deksel Frank Hoste’ is lastiger te achterhalen, maar wel verklaarbaar: hij ontbreekt op de ploegfoto van dat jaar. Is hij verhinderd? Of op dat moment nog niet onder contract? ’t Is mij onbekend, maar zeker is dat er van Hoste op dat moment geen foto gemaakt kan worden.
Oké, Van den Hoek is geen veelwinnaar. De Acht van Chaam staat op zijn erelijst, net als ritjes in de Ronde van Nederland en de Ruta del Sol. En ook nog twee eindklassementen: die van de Ster der Beloften en de Zes van Rijn en Gouwe (het regelmatigheidsklassement van zes criteria die tijdens de Tour de France worden verreden). Van de Hoek kan ‘De Zes’ in 1979 winnen omdat hij wordt gepasseerd voor de Tourselectie, iets dat de hardrijder vaker overkomt.
Hard fietsen kan Van den Hoek als de beste. Bij de amateurs vertaalt zich dat nog weleens in eerste plaatsjes, maar tussen de (andere) grote profjongens van Raleigh verwordt Van den Hoek tot knecht. Een zeer gewaardeerde knecht totdat hij eind 1982 van ploegleider Peter Post te horen krijgt dat hij kan opkrassen. Achtenhalf jaar trouwe dienst ten spijt.
Aad van den Hoek is ogenschijnlijk een wat verlegen type maar de interne problemen in de ploeg gaan hem zodanig aan het hart dat hij Peter Post confronteert met de onvrede die er onder de renners bestaat over de manier waarop Post de scepter zwaait. Een splitsing van de ploeg zit er volgens Van den Hoek aan te komen. En Post zou moeten ingrijpen, vertelt hij zijn ploegleider.
Post grijpt inderdaad in maar doet dat door het contract van de in zijn ogen te kritische Van den Hoek niet te verlengen. En door hem een eigen jampotdeksel te onthouden? O nee, dat besluit viel een jaar eerder. Toch?
Einde ook van de carrière van Aad van den Hoek, die na een jaartje Beckers zijn fiets aan de wilgen hangt. Een bak levenservaring en een paar overwinningen rijker. Maar dus geen jampotdeksel…
P.S. Als het Van den Hoek-deksel toch blijkt te bestaan, heb ik niks gezegd. Dertien potten jam voor degene die mij dan zo’n deksel bezorgt.
- UCI-man springt en juicht voor Jopie - 25/09/2020
- Raad het plaatje - 25/09/2020
- De spreekwoordelijke rode lantaarn - 18/09/2020