Het staat er echt op zijn Wikipediapagina. 10 juni 1985. Generatiegenoot van Greg Van Avermaet, Tony Martin, Mark Cavendish en Chris Froome. Die laatste zijn carrière moest nog goed en wel beginnen toen die van Schleck al ten einde was. In een periode dat de wielersport volgens velen zuiverder wordt, geraakte Andy Schleck langsom minder een poot vooruit. Daar is niks van overdreven: Schleck staat in de CQ-ranking dit jaar 1057ste (tussen Sergei Pomoshnikov en Yonder Godoy), beëindigde 2013 als 587ste (tussen Denys Kostyuk en Markus Eibegger) en 2012 als 1426ste met even veel punten als Ji Cheng. Zijn contract viel moeilijk navenant te noemen.
Fietsen kon ie. Op 21-jarige leeftijd werd hij al tweede in de Giro. Na Danilo Di Luca, maar voor Mazzoleni, Simoni, Cunego, Ricco, Bruseghin en Pellizotti. Soit, u snapt het wel. Misschien kunnen Bjarne Riis, zijn broer Fränk of zijn vader Johny meer vertellen hoe hij dit voor mekaar heeft gekregen. Hierover niets op zijn ochtendlijke persconferentie, die zo een stuk relevanter had kunnen zijn. Dat Andy Schleck gestopt is met wielrennen, was al langer dan vandaag duidelijk.
Pieken kon ie als geen ander. Heeft in zijn hele leven negen keer top 10 gereden in het eindklassement van een rittenwedstrijd. Daarvan stond hij drie keer op het Tourpodium en één keer op het podium van de Giro. Van een dodelijke efficiëntie gesproken. Over zijn tien profjaren gespreid, is dat niet eens één top 10-plaats in de eindstand van een rittenkoers gemiddeld per jaar.
Talent dat had ie. Als we de verhalen mogen geloven toch, meer dan zijn broer die om dat gebrek aan talent te compenseren al eens een citytrip naar Madrid boekte. In de realiteit fietst zijn vijf jaar oudere broer nog en hangt het supertalent zijn fiets aan de wilgen omdat het een knieblessure heeft en omdat het gedurende drie jaar al een overwinning op zich was wanneer hij in een koers niet moest opgeven. Onafscheidelijk die twee. Laat Fränk zich op doping betrappen, ze moeten Andy tegenhouden om niet hetzelfde te doen. Lievelingetjes van Jan en alleman, de Franse Gendarmerie niet inbegrepen. Kijk twee iele broertjes die snoeihard kunnen fietsen, hoe schattig! Het was te gemaakt, te georkestreerd. Het was nep. Een zoveelste mooi verhaaltje dat het wielrennen uit het slop moest trekken.
Een echte klimmer was ie ook: een carrière met in het begin hoge pieken, aan het eind diepe dalen en in zijn geheel uitermate surreëel. Mentaal broos zoals alleen echte klimmers kunnen zijn. Veruitwendigde de tragiek zoals alleen echte klimmers dat kunnen. Misschien doet hij nog het meest denken aan zijn landgenoot Charly Gaul, de Engel van het Gebergte. Stopte op zijn 32ste met fietsen, na ook nog drie jaar aangemodderd te hebben zonder maar één platte prijs te rijden. Helemaal opgebrand dat Gaul was door overmatig amfetaminegebruik, die zich na zijn carrière in de Luxemburgse wouden terugtrok. Of hij graag viste, is niet geweten.
En Schleck doet natuurlijk ook denken aan de al eerder aangehaalde Hugo Koblet. Haalde die behalve zijn kammetje ook zijn spiegeltje uit zijn achterzak, de kans is groot dat hij er Andy Schleck in zag. De eerste grote vedette van het peloton, die zich daar ook erg goed van bewust was en er ook naar leefde. Een veel te snel leven bleek achteraf. Dat Schleck toch maar goed op zichzelf past.
Tweede in de Giro op zijn 21ste, winnaar van Luik-Bastenaken-Luik op zijn 23ste, de Tour winnen op zijn 25ste, renner af op zijn 26ste, gedwongen door knieperikelen hiermee in het reine te komen op zijn 29ste. Het wielerklimaat 2007-2011 lag hem klaarblijkelijk beter dan dat van 2011-2014. Heeft het te maken met mazen van netten die stilaan kleiner worden? In ieder geval heeft hij vandaag de grootste overwinning uit zijn carrière geboekt: door te stoppen met de sport die hem roem heeft bezorgd, dezelfde sport die van hem de jongste jaren een lachertje heeft gemaakt. Daar kan geen groene tafel tegenop.
- Het nieuwe wielerjaar in 40 stellingen - 22/02/2022
- Wielrennen bestaat niet - 13/05/2020
- Ooit was er wielrennen - 07/05/2020