Site pictogram HET IS KOERS!

De zus van de Dalai Lama

maratona1Een koude valwind boven uit de bergen jaagt de rillingen over mijn lijf. Dik het kippenvel op armen en benen. Boven ons wieken en grommen twee helikopters. Eentje sleept een grote tros veelkleurige linten achter zich aan. De lucht is vervuld met mantra-achtige Oosterse muziek van cimbalen, trommels, zeeschelpen en hobo’s. De zus van de Dalai Lama spreekt ons bemoedigend en liefdevol toe. Het verwarmt mijn hart maar de rest van mijn lijf wordt steeds kouder. In wat voor bizar decor ben ik hier toch terechtgekomen. Klein Tibet maar dan geïmplanteerd in Zuid-Tirol. In La Villa/ Stern om precies te zijn.

De start van de Dolomieten Marathon 2006. Een mega-fietsevenement, met als goed doel dit jaar een ondersteuningsaktie voor de Tibetaanse vluchtelingenkinderen in India.

Maar de 8500 mannen en vrouwen die hier bij zonsopgang staan te trappelen om hun kunsten te gaan vertonen in het majestueuze Dolomieten landschap maken daarentegen beslist geen ontheemde indruk.Gesofisticeerd en gesoigneerd zijn ze. Vooral de Italianen natuurlijk, het grootste contingent van het deelnemersveld. Strak in het koerspak, gebruind en met olie opgewreven, oogverblindend mooie racemachientjes onder de kont. Uiteraard ook met passende kledij tegen de kou in de rand van de nacht. Kwetterend en druk gesticulerend proberen ze hun zenuwen in bedwang te houden. Maar vóór ze kunnen vertrekken moeten er nog een paar bobo-toespraakjes uit en moet pastoor nog de zegen van boven afsmeken.

Vooraan staan de grote kanonnen. Eliterenners, gewezen profs. Welluidende namen hebben ze: Negrini, Bortoletti, Cavalli, Bachini, Paganessi. Ook ex-wereldkampioen Maurizio Fondriest is met zijn makkers van de Sky Club Cles van de partij. Hij staat in de buurt van Raimundo Rumsas. Ik zou durven zweren dat ik diens vrouw met dat bestelwagentje om de hoek heb zien staan. Maar dat kan ook een licht hallucinerende waarneming geweest zijn door de combinatie van het vroege tijdstip, de optrekkende kou en de hypnotiserende Tibetaanse klanken.

In die zweverige geestestoestand zie ik in de eerste rijen tussen al die gepolitoerde mannekens een opvallende verschijning. Om zich te wapenen tegen de kilte heeft hij zich in een oud, afgedragen oer-Hollands, woon-werkverkeer, regenpak gestoken. Het contrast is finaal. Niet alleen het pak is Hollands, nee sterker nog de man heet ook nog eens zo. Jos Hollands uit Baarlo, Limburg, Nederland, staat daar als een soort antiheld. Hij moet toch wel ontiegelijk hard kunnen fietsen anders wordt je niet tot die voorhoede geroepen.

De helikopters komen steeds lager en de meute zet een soort wave in. Het vertrek is nabij. RAI 3 is begonnen met zijn rechtstreekse uitzending. Bij mijn buurman in dat gewoel – hij lijkt wat op Bartali – slaan op dat moment de zenuwen op de blaas. Hij drukt me zijn fiets in de hand en vlucht naar zo’n mobiel toiletje langs de weg. “Wachten,” roept hij nog. De processie zet zich net op dat moment in beweging en ik móet mee. Met twee fietsen! Gelukkig komt Bartali snel weer teruggesprint en zijn we vertrokken.

Over de volle breedte van de weg schuift het kilometerslange bontgekleurde lint van renners het imponerende landschap in. Zeven cols en 138 kilometers liggen in het verschiet. Met scherprechters als de Passo Pordoi, Sella, Falzarego en Giau. Bekend van radio en tv.

Jos Hollands strijdt in de voorste linies. Met als enige nog haren op de benen. Ergerlijk vindt hij de Italiaans tv die nog een mini-interviewtje komt doen met Fondriest, waardoor het tempo in hun groepje even stokt. Hij rijdt daarom maar in zijn eigen tempo door. Een actie, goed genoeg om eerste te worden in zijn categorie (50-57) met een fabelachtige moyenne.

Ikzelf beland in de buik van het peloton. Oftewel meer specifiek: in het peloton der buiken. Halverwege de Passo Pordoi schuift een frêle figuur op een gele Giant voorbij. Maar verrekt, die ken ik toch! Voor alle zekerheid wacht ik nog even om zijn rugnummer goed te bekijken. En jawel hoor het staat erop in cijfers en letters. Nummer 7344 Gerard Kessels! Hij is het echt, columnist van “De Limburger”. Ik val zowat van de fiets en heb nog maar net de adem om hem aan te spreken: “Hé Gerard, wat doe jij hier in godsnaam!”

“Och ja,” antwoordt hij “je moet toch wat in je prepensioen”. Althans zo interpreteer ík het.

Net voordat hij in een galleria non illuminata, zo’n onverlicht tunneltje, verdwijnt roept hij me nog toe: “Het is hier levensgevaarlijk hoor!!” Ik heb hem niet meer teruggezien.

Boven op de Pordoi staan twee “Tibetanen” met een enorme gong. Elke doorkomende renner krijgt een gongslag mee. Een soort symbolische klap van de man met de hamer maar dan op z’n Boeddhistisch. Ik vraag nog aan die minzaam glimlachende gasten of Kessels al is doorgekomen. Ze verstaan me niet eens.

Laatste berichten van Theo Buiting (alles zien)
Mobiele versie afsluiten