Zo wordt hij ‘pissig’ als het over het boek van Thijs Zonneveld en Thomas Dekker gaat. Dekker draaide met zijn boek, volgens Janssen, oud-collega’s de nek om. ‘Dat vind ik op z’n zachtst gezegd niet netjes’.
Zelf is Janssen nooit bang geweest door anderen in zo’n val te worden meegesleurd, zegt hij desgevraagd. ‘Wij fietsten in andere tijden. Er was toen meer saamhorigheid in het peloton.’
Die saamhorigheid zorgde ervoor dat journalisten of anderen die over doping spraken, zo’n beetje het hele peloton tegen zich kregen.
De oud-Tourwinnaar haalt een incident aan met wielercommentator Theo Koomen van wie in 1974 het boek ’25 jaar doping’ op de markt kwam. Martijn Sargentini schreef er al eens over.
Jan Janssen was in 1974 net gestopt als wielrenner en werd onder andere coördinator van de Nederlandse criteriums.
Vlak na het verschijnen van Koomens boek, werd er gereden in Woerden. ‘De renners stonden keurig te wachten op het startschot toen ik ineens de speaker van dienst aan zag komen lopen: Theo Koomen. Verrek!’
De renners gingen niet van start, waarna discussie ontstond met de jury. Koomen koos eieren voor zijn geld en droop af.
Mocht Koomen dan niet over doping schrijven? Natuurlijk wel, reageert Janssen. ‘En ja, er waren destijds ook renners, met name die van wat minder statuur, die weleens wat uit het verboden potje snoepten, maar dat boekje van Theo stond echt vol onzin.’
Na Koomens vertrek was in Woerden ondertussen de rust weergekeerd. De renners stapten op de fiets en reden hun rondjes. In de eindsprint werd TI Raleigh-renner Wim de Waal geklopt door zijn collega van Frisol: Albert Hulzebosch.
- UCI-man springt en juicht voor Jopie - 25/09/2020
- Raad het plaatje - 25/09/2020
- De spreekwoordelijke rode lantaarn - 18/09/2020