Site pictogram HET IS KOERS!

Een beetje Kees Pellenaarsmoraal

pellenaarsKees Pellenaars uit Prinsenbeek was een ploegleider uit de oude doos, één van de oude stempel: niet lullen maar poetsen. Bijna een karikatuur: dikke kop, sigaar tussen de vlezige lippen en een pilotenbril op zijn neus. Je zou er zo een stripheld van kunnen maken. En als een ware buurman Bolderbast drukte hij zijn stempel op een lange periode Tour de France. Hoofdrolspeler in van die heerlijk vergeelde Tourverhalen uit een tijd dat renners nog echte bikkels waren en woeste bergpassen met loslopende beren moesten trotseren, bidons aan dorpspompen vulden en met koolbladeren als bescherming tegen de zon onder hun petjes rondreden. Groezelige koppen, wollen truitjes, een tube om de nek en cognac met geklutste eieren in de bidon. Een wereld in zwart-wit. Verhalen bijna te mooi om waar te zijn. ‘80 meter viel hij diep, zijn hart stond stil, maar zijn Pontiac liep’, dat soort werk. En nooit eens normaal, rustig weer. Altijd maar narigheid: slagregens, hagelbuien, bloedverziekende hitte of apocalyptische donderbuien. En voor minder dan 350 kilometer stapten de heren coureurs hun stalen ros niet op. En altijd was daar Kees Pellenaars met zijn streken en zijn grenzeloze ambitie om de beste te zijn.

De Pel, daar kon je niet omheen, altijd prominent aanwezig, luid en duidelijk. Zwart-wit, rechtdoorzee en geen tegenspraak graag. Hij was geen makkelijke, om het maar even eufemistisch uit te drukken, en de lijst van conflicten is lang. Als je ten koste van alles wil winnen, maak je geen vrienden. Het boeide hem helemaal niets. Toen het volk zich tegen hem keerde, omdat hij voor de Tour van 1956 volksheld Wim van Est had thuisgelaten, hing hij een bord op aan zijn huis: “Hier is ’t!”

Maar goed, allemaal leuk en aardig, das war einmal. Leuk voor de verhalen, lekker voor bij de tent op vakantie, maar niet meer van deze tijd. Zo’n manier van leidinggeven, hoef je nu niet meer mee aan te komen. Dat wordt natuurlijk nooit meer geaccepteerd. Niet in het ‘gewone’ leven, maar ook niet in de sport. Maar toch, op het gevaar af wielrenners die er alles aan doen af te serveren als een stel lamlendige nietsnutten en er over 15 jaar achter te komen dat ze hun concurrenten met ongelijke wapens moesten bestrijden, soms denk ik dat een klein beetje Kees Pellenaarsmoraal geen kwaad kan bij de Nederlandse wielerploegen. Want zeg nou zelf: als De Pel de reacties van Argos Shimano-ploegleider Rudi Kemna (de ploeg werd laatste op 1.47 van winnaar Orica GreenEdge) en Belkin-coureur Lars Boom (teleurstellend 14e en tijdverlies voor kopman Bauke Mollema) na de ploegentijdrit rondom Nice had gehoord, was hij ontploft. Beide ploegen niet gepresteerd, maar wel lekker gereden, luidde in grote lijnen de tevreden conclusie.

Kees Pellenaars had zich omgedraaid in zijn graf.

Mobiele versie afsluiten