De Pel, daar kon je niet omheen, altijd prominent aanwezig, luid en duidelijk. Zwart-wit, rechtdoorzee en geen tegenspraak graag. Hij was geen makkelijke, om het maar even eufemistisch uit te drukken, en de lijst van conflicten is lang. Als je ten koste van alles wil winnen, maak je geen vrienden. Het boeide hem helemaal niets. Toen het volk zich tegen hem keerde, omdat hij voor de Tour van 1956 volksheld Wim van Est had thuisgelaten, hing hij een bord op aan zijn huis: “Hier is ’t!”
Maar goed, allemaal leuk en aardig, das war einmal. Leuk voor de verhalen, lekker voor bij de tent op vakantie, maar niet meer van deze tijd. Zo’n manier van leidinggeven, hoef je nu niet meer mee aan te komen. Dat wordt natuurlijk nooit meer geaccepteerd. Niet in het ‘gewone’ leven, maar ook niet in de sport. Maar toch, op het gevaar af wielrenners die er alles aan doen af te serveren als een stel lamlendige nietsnutten en er over 15 jaar achter te komen dat ze hun concurrenten met ongelijke wapens moesten bestrijden, soms denk ik dat een klein beetje Kees Pellenaarsmoraal geen kwaad kan bij de Nederlandse wielerploegen. Want zeg nou zelf: als De Pel de reacties van Argos Shimano-ploegleider Rudi Kemna (de ploeg werd laatste op 1.47 van winnaar Orica GreenEdge) en Belkin-coureur Lars Boom (teleurstellend 14e en tijdverlies voor kopman Bauke Mollema) na de ploegentijdrit rondom Nice had gehoord, was hij ontploft. Beide ploegen niet gepresteerd, maar wel lekker gereden, luidde in grote lijnen de tevreden conclusie.
Kees Pellenaars had zich omgedraaid in zijn graf.
- Een spannend avontuur op de flanken van de Keutenberg - 13/04/2023
- De Zonnestraal: Jean-Pierre Monseré en de herinnering - 15/03/2023
- Koers of voetbal? - 23/06/2021