Tien minuten van mijn huis woont een van de grootste wielertalenten van Syrië.
Ik hoorde voor het eerst over Mohamed toen Theo de Rooij over hem schreef in een column. Over hoe Mohameds vader, Amin, hem een berichtje stuurde op Facebook, in de hoop op hulp om de wielercarrière van zijn 15-jarige zoon in Nederland voort te zetten. Hoe De Rooij bij de familie in Utrecht ging eten. Hoe er steeds meer eten op tafel kwam. En hoe hij Mohamed bij De Volharding wist onder te brengen.
Ik stuurde Theo een bericht. Of hij dacht dat ik eens bij de familie Rayes langs zou mogen gaan. Hij dacht van wel.
Amin gemaild.
Dat ik een journalist was, en dat ik misschien, voor een verhaal, ooit…
Of ik eens langs mocht komen.
Het mocht. Natuurlijk!
Ik ontmoette Mohamed en Amin Rayes op een woensdagmiddag. In de tien minuten tussen mijn huis en dat van hen, doorweekte een regenbui uit de hel me volledig.
De rest van de middag stempelde ik vochtige afdrukken op hun bank.
We spraken over wielrennen. Over Jan Ullrich, over Pantani, over Andy Schleck. Nauwelijks over coureurs van dit moment, bedenk ik me nu.
Mohamed vertelde hoeveel hij trainde (veel).
Er kwam vers fruit op tafel (ook veel).
Mohamed fietste intussen al een jaar bij De Volharding. In het begin had hij moeten wennen.
Ik knikte. De cultuur, het weer, de mensen…
Hij schudde zijn hoofd. De bochtjes, de klinkers, de criteriums, het optrekken, de sprints, de wind… Maar inmiddels had hij het onder de knie en reed hij voortdurend bij de eersten.
Amin toonde me een filmpje van Mohamed, fietsend op een fikse berg. Ik zag een slanke jongen bergop fladderen, schijnbaar zonder een moment te verzwakken. Ergens halverwege het filmpje passeerde hij een iets meer gedrongen figuur, die half zo snel reed.
‘Dat is mijn neef die in Duitsland woont,’ zei Mohamed. ‘Zijn coach denkt dat hij prof kan worden.’
Vanaf die middag volgde ik Mohamed op afstand en mailde met zijn vader, die veelbelovende uitslagen doorstuurde.
Toen vroeg Amin Rayes of ik hem wilde helpen. Dat wilde ik.
Het ongemak waarmee het vragen om hulp aan vreemden, en plein public nog wel, in mijn geval nogal eens gepaard gaat, schoof ik terzijde. Amin stuurde me een brief, geschreven door Theo de Rooij.
Die brief kunt u hieronder lezen.
Herstel: lees die brief. Hij is geadresseerd aan ieder van u.
Holten, 27 maart 2017.
Beste Lezer,
November 2014 nam Syriër Amin Rayes via social media contact met mij op vanuit een Nederlands asielzoekerscentrum. De uit Aleppo afkomstige Amin had eerder dat jaar besloten, nadat zijn restaurant in puin was gelegd door de oorlogsramp die Syrië getroffen had, zijn land te verlaten via de helaas bekende bootsmokkelroute. Hij liet zijn gezin -vrouw, drie zoons en een dochter- achter en ging op zoek naar een betere toekomst voor zijn gezin.
Amin was in Syrië aanvankelijk actief als wielrenner maar moest na een val en een gecompliceerde beenbreuk zijn sport opgeven. Vervolgens zette hij zijn sportloopbaan voort als trainer-coach. Onder anderen van zijn jonge zoon Mohammed, destijds 14 jaar oud. Via Google en social media arriveerde zijn noodkreet in mijn mailbox: ‘Ik ben Amin uit Syrië en ik heb een talentvolle zoon die in Syrië fietst. Kun je ons helpen?’ Vervolgens ontstond er een regelmatige uitwisseling van berichten via Messenger. Ik adviseerde Amin en Mohammed over trainingen, techniek, materiaal, etc. En dat was hard nodig.
April 2015 slaagde Amin erin zin gezin naar Nederland te krijgen en werden opgevangen in Marknesse. Ik bracht Amin in contact met de plaatselijke wielerclub, waar Mohammed werd opgevangen. Verder leerden zij daar via het fietsen een zeer behulpzaam Nederlands gezin kennen, die tot op de dag van vandaag zeer veel voor het gezin heeft gedaan.
Amin wilde graag een goede plek vinden voor zijn gezin en waar Mohammed goede vooruitzichten zou hebben om zich als wielrenner verder te ontwikkelen. Ik adviseerde Amin om voor Utrecht te kiezen, een van de mogelijkheden. Amin en Mohammed bracht ik in contact met de Volharding, de club waar ik in 1973 mijn eerste, veelbelovende pedaalslagen vertoonde. Zij werden onder anderen door Wim Sluis prima opgevangen en geholpen.
Een van de eerste acties was het vervangen van de totaal ongeschikte racefiets die Mohammed uit Syrië had meegenomen. Via via werd een opknappertje gevonden dat Mohammed voor weinig geld kon overnemen. Maar ook het opknappertje is aan vervanging toe en dat is voor het gezin een groot (financieel) probleem. Het wielrennen zorgt ervoor dat het gezin zich snel aanpast en allerlei contacten legt.
Mohammed is een jongen met aanleg maar vooral ook karakter. Ik heb hem meermaals gezegd dat ‘renners hier opgroeien met buienradar; toen Mohammed in Syrië fietste beschikte hij niet over een bommenradar..’. Dit geeft hem een voorsprong op zijn westerse fietsmaatjes die nooit meer teniet kan worden gedaan. De entourage van Mohammed is op zoek naar (financiële) hulp om hem te voorzien van een fiets waarmee hij goed uit de voeten kan. Ik hoop dat deze brief daarbij kan helpen!
Sportieve groet,
Theo de Rooij
- Voorpublicatie ‘Fietsen om niet aan te komen’ van Frank Heinen - 30/04/2021
- Vergeten wielrenner: José Beyaert - 20/04/2021
- Vergeten wielrenner: Rebecca Twigg - 01/04/2021