Foto Sirotti
EK na WK – snap jij het allemaal nog?
Het wielrennen kent veel schoonheden, mooie tradities maar op sommige momenten slaan ze de plank volledig mis. Zoals bij de planning van het EK, direct de week na het WK. Het is vast en zeker de uitkomst van een bijzonder spel van belangen tussen organisatoren, bonden en commerciële partijen en het resultaat is een gekke kronkel in de agenda. Over het WK in Rwanda zijn pagina’s gevuld. Maar over de planning met het EK, direct na een wereldkampioenschap in Kigali, Rwanda, daar moeten we het toch nog even over hebben. Kon dit nu echt niet anders?
UCI – UEC en de grote organisatoren
Wie bepaalt eigenlijk de kalender? Formeel is dat de UCI. Zij zijn regelgever én organisator van de WorldTour en het WK. Maar in de praktijk liggen de kaarten anders: de A.S.O. maar ook organisatoren als Flanders Classics en RCS hebben macht – zo niet meer – omdat zij de grootste koersen bezitten. Daar tussendoor probeert de Europese bond (UEC) ook nog een plekje te vinden voor een EK. Het resultaat: een EK een paar dagen na een WK. Ongekend, onhandig en, laten we eerlijk zijn, onnodig.
Bijzondere keuzes
Het effect is direct zichtbaar. Filippo Ganna liet het WK bewust schieten – het parcours in Kigali lag hem niet, maar ook de timing speelde mee. De Italiaan verschijnt nu fris aan de start van het EK-tijdrijden. Wereldkampioen Remco Evenepoel is er wel bij, net als Stefan Küng, maar bij Nederland zien we ineens een heel ander gezicht. Bondscoach Koos Moerenhout selecteerde in Rwanda slechts zes renners (er waren er acht mogelijk) voor zowel wegrit als tijdrit en liet ervaren krachten als Van Baarle en Kelderman in Nederland Van Baarle start wel op het EK maar zal toch even vreemd opkijken van de namen Axel van der Tuuk, Jan Maas, Mathijs Paasschens en Jardi van der Lee. Net een andere selectie dan Wout Poels, Bauke Mollema en Sam Oomen. Kans voor ander talent, maar ergens ook wat vreemd.
EK’s worden wel vaker met andere deelnemersvelden afgewerkt, meestal vanwege het parcours. Maar met deze planning wordt het haast een gedwongen keus. Een WK voor de klimmers en een EK voor de andere renners? Het lijkt er wel op.
Rare mengelmoes
Het deelnemersveld oogt hierdoor als een mengelmoes. Pogacar, Ayuso en Almeida dubbelen en vliegen vrolijk door van Kigali naar Frankrijk. Jonas Vingegaard sloeg het WK juist over om hier wel te starten. Om meerdere redenen bijzonder. Vingegaard zou in Kigali tot de medaillekandidaten behoren. Een WK sla ik hoger aan dan een EK. Maar ook: een eendagskoers en Vingegaard zijn bijna als Pasen en Pinksteren in hetzelfde weekend. Dit is pas zijn tweede koers van dit jaar.
Andere landen, zoals Zweden, hadden géén deelnemers op het WK maar sturen nu wel een ploeg. Het gevolg: we krijgen een EK dat tegelijkertijd te zwaar en te licht voelt. Je wint een trui, komt in een rijtje met Colbrelli, Laporte, Sagan, Kristoff en Trentin, maar tegelijkertijd kun je bijna niet verwachten dat al die toppers na de lichamelijke marteling van tig rondjes Kigali eenzelfde prestatie gaan neerleggen in Frankrijk.
Vrouwen de uitzondering
Bij de vrouwen is de balans iets logischer. Daar verschijnen toppers als Demi Vollering, Pauline Ferrand-Prévot en Mavi Garcia (brons op het WK) gewoon aan de start. Ook Elisa Longo Borghini is er, evenals Persico. Hier missen t.o.v. het WK enkel de niet-Europese landen, maar dat is logisch.
U23: de schrale troost
Voor de U23-ploegen is het EK wél een kans. Nederland stuurde geen beloftenploeg naar Rwanda want de reis- en verblijfskosten waren te hoog. In Frankrijk zijn ze er nu wel bij en dat biedt kans op een medaille. Zo ook voor andere landen die het WK bewust oversloegen, zoals Denemarken. Ze zullen dan wel moeten afrekenen met de Italiaan Lorenzo Finn, die met overmacht naar de titel reed in Rwanda. Ook de Belgen, en met name Jarno Widar, zullen na het debacle van Kigali graag revanche pakken. Het parcours leent zich iets meer voor een controle van de koers zoals ze dat tijdens het WK ook trachten te doen.
Dit moet anders
Een EK na een WK, het voelt allemaal wat gek. An sich kun je prima twee topkoersen in een week na elkaar doen. Zie Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Of AGR en L-B-L. Maar ergens klopt dit niet. Het WK is een andere wedstrijd dan de Ronde. Je krijgt niet voor niets die regenboogtrui en je mag voor eeuwig de regenboogmouwtjes dragen. Idem voor het EK, hoewel van een ander niveau. Dan plak je dat toch niet zo achter elkaar aan? Een regenboogtrui of sterrentrui moet glans hebben, maar dat lukt niet als ze elkaar beconcurreren op de kalender.
Die hoop op verbetering zal nog even moeten wachten, want ook in 2026 is dit één-tweetje een feit. Misschien is dat ook exact het punt wat ik wil maken. In een wielerwereld, waar soklengtes, stuurbreedtes en innovatiebeperking de boventoon voeren, past het wel om twee grote kampioenschappen zo met elkaar te laten concurreren.