Etappe 10 – Groen Oranje Tranen
Île d’Oléron – Île de Ré – 168,5km – Vlakke Rit
Quote: “you are not considered a top sprinter, unless you win at the Tour” – Sam Bennett
De quote van deze episode is afkomstig van onze coureur van vandaag. Laat deze keiharde woorden rustig op je inwerken… “Je bent geen topsprinter, tenzij je een etappe in de tour wint.”
Elke avond van deze tour was hij pas om 2 of 3 uur in de ochtend door klaas vaak bezocht. De adrenaline, de druk, maar zeker ook de gemiste kansen van de voorbije dagen zich herhalend in zijn kop zorgden ervoor dat de man met slaapzand meestal nog even op de gang moest wachten.
De dag dat hij weer niet aan zijn beoogde uurtjes slaap was gekomen begon met een vreemd beeld. Alle renners hadden het nieuws al gehoord en onderling besproken. Hij zat alert van voren toen het peloton de geneutraliseerde zone verliet en zich klaarmaakte voor het officiele départ van de etappe. Hij was niet de enige renner die drie keer moest knipperen. Niet Christian Prudhomme, de directeur Sportif van de ASO, maar zijn plaatsvervanger Francois Lemarchand, stak (iets minder) pontificaal boven de rode Skoda uit om de start van vandaag met een zwaaiende vlag te markeren. Het was best even schrikken toen tourbaas Prudhomme besmet bleek met dat ene virus. Prudhomme was altijd en overal en misschien wel de laatste die je als mogelijke superspreader besmet wilt zien. Maar de tijd zou moeten leren hoe aanstekelijk Prudhomme was in de dagen voorafgaand aan zijn positieve test. Bij zijn eigen ploeg was alles in kannen kruiken en zowel van de stafleden als de renners was niemand positief bevonden. Gelukkig gold dit qua renners voor alle andere teams, al waren er wel enkele stafleden die vroegtijdig naar huis gingen om in quarantaine te gaan. Testdag 1 zat erop en iedereen zat nog in koers.
Vandaag een rit langs de Franse kust. Het had een rit met waaiers kunnen worden. Maar het is niet iedere dag feest in de Tour. Waar andere ritten zich laten markeren door mooie ontsnappingen, epische solo’s of woeste beklimmingen zou vandaag vooral rommelig worden.
Maar hij en de renners wisten nog niet dat er uiteindelijk geen waaiers zouden komen. En door die constante dreiging van waaiervorming moest je alert zijn en had je een goeie ploeg nodig om je van voren te houden. En dat had hij. Zijn ploeg was hier sterker in dan welke andere ploeg dan ook. De gehele rit hielden ze hem uit de wind, controleerden ze de minieme voorsprong van de kansloze tweemansvlucht en met nog 100 kilometer te gaan werd er alsnog een poging tot waaiervorming gedaan.
Zijn ploeg, door henzelf omgedoopt tot ‘the wolfpack’, is al vele jaren een van de meest succesvolle ploegen in het wielrennen. Ieder jaar staan er wel een aantal mannen op en ieder jaar voeren ze de lijst weer aan als het aankomt op totaal aantal overwinningen. De afgelopen 5 jaar zijn ze onaantastbaar gebleken, hetgeen laat zien dat ze een brede ploeg hebben met een kannibalistische mindset. Pakken wat je pakken kan.
Het is dus ook niet gek dat hij, Sam Bennett, enige druk voelde om te presteren in deze tour voor deze ploeg. Zijn persoonlijke leeftijd begon zo langzaamaan te tellen en binnen deze ploeg telt alleen de winst. 29 lentes jong, sinds 2016 niet meer kunnen meedoen aan de tour en nu gehaald worden door the wolfpack om in de Grande Boucle successen te behalen.
Nog altijd omringd door zijn ijzersterke ploeg vliegt het landschap rechts en de atlantische oceaan op links aan hem voorbij. Niemand haalt het in zijn hoofd om nog weg te rijden uit het peloton, je zou wel gek zijn om het überhaupt te proberen. Terwijl Ile-de-Ré, het schitterende schiereiland waar vandaag de finishboog is neergeplant, dichterbij komt ziet hij links van zich Peter Sagan fietsen.
Sagan, uitkomend voor zijn oude ploeg Bora was een andere reden waarom hij zoveel druk ervaarde. Hij fietste al sinds 2015 voor het Duitse Bora en in 2017 kwam Sagan met de hem achtervolgende media aandacht er met veel bombarie ook bij. Getooid in de regenboog trui en met al een handvol groene truien onder zijn riem was het nicht-im-frage wie de voorkeur voor de ronde op frans grondgebied zou krijgen. Zijn eigen ondermaatse prestaties in 2015 en 2016, geplaagd door blessures, droegen niet bij aan de keuze tussen hem en/of Grote Peter. Dat kon hij ergens nog wel accepteren. Peter Sagan was nou eenmaal de ‘grootste’.
Maar Pascal Ackermann was dat in zijn optiek zeker niet. En toch kreeg deze Ackermann de voorkeur kreeg boven hem toen de selectie voor de Giro van 2019 bekend werd gemaakt. In 2018 had hij daar notabene nog 3 etappes gewonnen en hij wilde niets liever dan zich weer van zijn beste kant laten zien op Italiaans grondgebied nu de Tour de France geen optie bleek. Maar ja, als Ier in een Duits team.. Het begon toch te knagen. En de twijfel groeide, dus toen Lefevere zich meldde bij zijn management was de keus snel gemaakt. Een sprinter is als een aanvaller. Die wil altijd scoren. En je kan alleen scoren als je in het veld staat. Maar hoewel zijn eigen keus misschien snel gemaakt was lieten ze het er bij Bora nog niet bij zitten. Ja, het klopt dat hij een intentieverklaring had getekend om bij Bora te blijven, maar zijn management had gezegd dat daar geen rechten aan konden worden verbonden. Onzekerheid overheerste. De tijd tikte en hij wilde weg. Uiteindelijk moest de arbitrage commissie van de UCI eraan te pas komen, maar hij kreeg groen licht en mocht zich officieel bij de roedel wolven aansluiten.
Tot dusver loopt de etappe op rolletjes. Hij zit perfect gepositioneerd achter zijn leadout Mørkov. Samen maken ze onderdeel uit van een niet te stuiten lawine carbon en rubber die blind op de finish af denderen. En hij kan het niet helpen om in een flits toch af te dwalen naar zijn ploeggenoot die hier nu niet koerst. Fabio Jakobsen, de knaap waarmee hij voorafgaand aan deze Tour nog in een strijd verwikkelt was wie de absolute sprintkopman zou gaan worden. Hij had zelf in een interview gelezen dat deze 23-Jarige sprinter het omschreef als een gezonde rivaliteit en dat hij Bennett meer zag als concurrent dan als collega. Maar aan de aspiraties van Fabio was een extreem abrupt einde gekomen. Een schokgolf ging door de hele ploeg heen, door de hele wielerwereld en ook door hem bij het zien van die afgrijselijke val. Fabio lag nog altijd in het ziekenhuis. Als hij niet gevallen was, was het nog maar de vraag geweest wie hier nu in een zetel naar de finish zou worden gebracht achter de brede schouders van Mørkov. Fabio wist Bennett al te verslaan in de 4de etappe van de Vuelta van 2019, maar Bennett was hem weer te snel afgeweest in de openingsrit van de ronde van Turkije. Ze waren aan elkaar gewaagd. Maar hij moest en zou naar de tour. Alles moest wijken.
En plots is er nog maar 500 meter te rijden en de benen van zijn leadout zijn duidelijk nog niet leeg. Gelukkig maar. Nog 400 meter, nog 300 meter en nog altijd blijft het tempo strak op het maximale. Niemand durft/wil/kan uit zijn wiel komen. Nog 200 meter. Mørkov komt noodgedwongen uit het zadel voor dat laatste zetje en nu is hij aan zet. Hij is er bijna zeker van dat Sagan of Ewan in zijn wiel moet zitten. Daar zou hij zelf ook zitten als hij niet al op die 2de plek reed. Met nog 150 meter te gaan poeft hij rechts langs zijn trouwe aantrekker heen. Rakelings langs de border om te voorkomen dat ze buitenom gaan en vervolgens langzaam wat meer richting het midden van de weg. In een sprint kan elke millimeter tellen. Elke stukje wat je opponent noodgedwongen extra moet afleggen is in jouw voordeel en zonder al te opzichtig van je lijn af te wijken is het zaak om de kortste weg naar de finish voor anderen gesloten te houden. Zijn gedachtes flitsen nog sneller dan zijn huidige cadans door zijn kop. Hier is hij voor aangekocht. Hier is hij voor gekomen. Hiervoor ziet hij zijn vrouw en de grootste liefde van zijn leven eigenlijk veel te weinig. En hier legt hij misschien wel de basis voor iets met een groen randje. Natuurlijk merkt hij op de meet dat er een wieltje heel dichtbij dat van hem is. Natuurlijk weet hij als topsprinter of hij als eerste de lijn passeert. Toch? De arm met gebalde vuist gaat wel direct na de meet de hoogte in. Sagan fietst hem na de meet voorbij en legt kort de hand op de rug, Caleb Ewan komt naast hem rijden. Maar de twijfel slaat plots toe. Kan dit wel waar zijn? Zijn hartslag blijft torenhoog. Met gespannen stem praat hij in zijn microfoontje: “Did I win it?”, It was so close I don’t trust it”. Morkov en Asgreen staan inmiddels om hem heen. Die hebben wel al een glimlach te pakken. De oortjes durven het ook niet te bevestigen. Maar dan. Een official die naast hem staat geeft in gebroken Engels het ultieme Ja-woord. “You won”. De kenmerkende oerkreet waar alleen sprinters het longvolume voor hebben en de innige omhelzing met zijn ploegmaats volgen. Opluchting en blijdschap in zijn puurste vorm.
Deze overwinning is maar heel even van hem alleen, maar al gelijk onderdeel van een groter geheel. Nadat hij de euforie van de overwinning kort heeft kunnen delen is het tijd voor het flashinterview. De roes van de overwinning nog altijd voelbaar. Elke renner staat anders voor de camera. Bij de één spat de blijdschap er vanaf. Bij de ander is een kleine schaarse glimlach soms het enige wat eruit komt. Er zijn jonkies die vol ongeloof nog niet eens echt gedroomd hadden van een rit tijdens een grote ronde en hem nu al mochten bijschrijven. De fijnste zijn de wat oudere knechten die de schaarse momenten dat ze een keer voor eigen rekening konden rijden ook weten te verzilveren met een etappe. En dan staat hij daar ineens voor de camera. Etappes in de andere 2 grote rondes had hij al. Maar daar is het deelnemersveld zelden van het niveau tijdens de Tour. Nee, je bent geen echte sprinter zolang je geen etappe in de Tour hebt gewonnen. En de vraag van de interviewer, of hij het allemaal al beseft, of hij realiseert wat hij zojuist heeft gedaan, die komt toch ineens binnen. Hij vecht er al de hele tijd tegen, verscholen achter het mondkapje, en even denkt hij nog dat hij de tranen en de emotie die al geruime minuten naar boven beginnen te borrelen achter slot en grendel kan houden. Maar telkens als hij gedachtes om wil zetten in gesproken woorden schiet hij vol en slikt hij de woorden en tranen in. Na de zoveelste poging laat hij de muur definitief zakken. De tranen stromen vrij over wang en mondkapje. 29 Jaar, al sinds 2015 is het zijn grootste droom om een echte sprintetappe te winnen van de beste renners ter wereld in de grootste wedstrijd ter wereld. Alles. Werkelijk alles heeft moeten wijken voor dat ene doel. Elke minuut die hij op de fiets zat moest leiden naar dit moment. Wanneer hij zijn tranen heeft kunnen laten gaan, slaakt hij een aantal welverdiende diepe zuchten. Opluchting. Sam Bennett was al een topsprinter, maar vind dat nu zelf eindelijk ook.
Klik hier voor de Podcast – Tourkronieken op Itunes
Klik hier voor de Podcast – Tourkronieken op Spotify