Even wegzappen is adembenemend
Afgelopen weekend is de wereldbeker biatlon van start geschoten. Dat is fantastisch nieuws voor iedereen die graag even wegzapt tussen twee crossen door. En ook voor iedereen die nooit naar crossen kijkt, trouwens. Biatlon is adembenemend. Als sport en als kijksport.
Vanaf nu tot eind maart strijkt de top van de biatlonwereld zo’n beetje elk weekend neer op een andere prachtlocatie. En vrijwel alle wedstrijden zijn live te volgen vanuit de huiskamer. Eurosport is gelukkig niet alleen ‘Home of Cycling’ maar ook ‘Home of Wintersports’.
En Herbert Cool is de presentator van Nederlandse dienst. Cool, de meest succesvolle biatleet van ons land, lokt je met aanstekelijk enthousiasme naar het puntje van de stoel. En hij geeft ook nog eens helder uitleg.
Want, geef ik toe, je moet als beginnende biatlonkijker even moeite nemen om er in te komen. Biatlon is in de basis simpel. Het draait om twee dingen: goed kunnen langlaufen en goed kunnen schieten. Maar goed kunnen schieten én goed kunnen langlaufen is geen garantie voor winst. Zo simpel is biatlon dan weer niet.
Gelukkig maar.
Binnen de sport bestaan verschillende disciplines. De individuele afstand, de massastart, de teamestafette, de gemengde teamestafette en de gemengde individuele estafette. Elke discipline heeft z’n eigen kliene nunaces. En elke discipline levert z’n eigen specialisten.
Een biatlonweekend begint vaak met de sprint, 7,5 kilometer voor de dames en 10 kilometer voor de heren. De biatleten skiën drie vaste rondes over het parcours. Tussen elke ronde schieten ze op 5 schijven. Eerst liggend, dan staand.
Dat is op zich al een wrede combinatie; schiet maar eens raak als je hele lijf trilt van de inspanning. Bij het missen van een schijf volgt bovendien een tijdstraf. Bij de sprint is dat een extra strafronde van 150 meter die moet worden afgelegd.
Per gemist schot.
Dat is dus dubbel en dwars wreed.
De uitslag van de sprint bepaalt de startvolgorde van de achtervolging, een onderdeel dat één of twee dagen later op het programma staat. De winnaar van de sprint start als eerste, gevolgd door de nummer twee, nummer drie, enzovoorts. Als tussentijd krijgen ze het verschil in eindtijd bij de sprint mee.
Saai, is de logische gedachte. Dan krijg je twee keer dezelfde winnaar.
Het fascinerende is: er zijn biatleten die genieten van de sprint en daarin ook hoog eindigen. Maar die van de zenuwen compleet verzuren als ze achtervolgd worden. Ofwel skiën ze als een natte krant in dikke plaksneeuw. Ofwel schieten ze als een schele kat in dichte mist.
Andersom kan ook.
Er zijn biatleten die transformeren in een meedogenloos roofdier zodra ze mogen jagen. Elk schot is raak en elke skislag ook. Alsof ze hun concurrenten willen vermorzelen.
Het levert prachtige topsport op.
En dan zijn er nog intriges. Wat te denken van de Française Julia Simon, meervoudig wereldkampioen, die op een trainingskamp voor duizenden euro’s aan spullen had besteld met de creditcard van haar Franse teamgenote, de Olympisch kampioene Justine Braisaz-Bouchet?
Teveel focus op die intriges doet de sport te kort. Het zijn zijstapjes in het grote verhaal dat de komende maanden elk weekend opnieuw wordt geschreven.
Geniet er van!