Foto Door Jack de Nijs voor Anefo - [1] Dutch National Archives, The Hague, Fotocollectie Algemeen Nederlands Persbureau (ANeFo), 1945-1989, Nummer toegang 2.24.01.05 Bestanddeelnummer 920-6690, CC0

Wielercultuur

Fietsen zonder glazen plafond: Beryl Burton

Het moet een gewone ochtend zijn geweest in Yorkshire, 1967. De lucht grijs als een oude krant, de wind als een mes. Ergens op een verlaten weg rijdt een vrouw op een stalen fiets. In haar zak zit een stuk zoethout dat de geschiedenis zal veranderen, al weet ze dat nog niet.

Beryl Burton is geen naam die je vaak hoort als het over wielergiganten gaat. Misschien omdat ze een vrouw was in een tijd dat dat nog een handicap was. Misschien omdat haar grootste overwinning niet op een Col d’Izoard of Alpe d’Huez plaatsvond, maar op een anonieme weg tijdens een twaalfuursrit. Daar, tussen de mistflarden en de eindeloze Yorkshire-heuvels, deed ze iets wat eigenlijk niet kon: ze reed verder dan welke man ook. 446 km, om precies te zijn. Een afstand zo absurd dat zelfs de statistieken er verlegen van werden.

Maar het zijn niet de getallen die blijven hangen. Het is dat moment waarop ze Mike McNamara inhaalt, een van haar mannelijke concurrenten. Ze houdt in, reikt hem een stuk zoethout aan en rijdt verder. Het is een gebaar zo terloops, zo dodelijk in zijn nonchalance, dat het meer zegt over ware dominantie dan alle wereldtitels bij elkaar.

Als je haar zou kunnen overplanten naar het heden, naar deze tijd van marginale winstjes, wetenschapsmasturbatie en gelikte marketingpraatjes, zou ze waarschijnlijk lachen. Een lach als een gedicht van Charles Bukowski: rauw, compromisloos en zonder illusies. Ze zou ze allemaal zien zitten in hun hypermoderne bussen, wachtend op een performance manager die komt vertellen dat het algoritme vandaag code rood aangeeft. Wat dat ook moge betekenen.

En ze zou denken aan die ochtenden op de rabarberboerderij, waar ze trainde tussen de werkuren door. Waar elke trap op de pedalen een kleine revolutie was, een middelvingergebaar naar een wereld die dacht dat vrouwen alleen maar moesten breien en thee zetten. Burton deed wat Kafka’s personages nooit lukte: ze brak uit, niet door te schreeuwen, maar door simpelweg harder te fietsen dan iedereen.

Want tussen al die data en windtunneltests zijn we vergeten wat Burton ons leerde: dat ware grootheid geen marketingplan nodig heeft. Terwijl vandaag elke training wordt geüpload alsof het een oorlogsverklaring is, was haar meest iconische moment dat terloops aangereikte zoethout. Een gebaar dat meer zegt over de ziel van het wielrennen dan duizend Strava-uploads bij elkaar.

Beryl Burton is geen voetnoot, geen bijzin, geen asterisk in de geschiedenis van het wielrennen. Ze ís de geschiedenis. Ze bewees wat niet bewezen hoefde te worden: dat grootheid geen geslacht kent. Dat een vrouw geen glazen plafond nodig heeft om er dwars doorheen te rijden. Haar verhaal is geen verleden, het is een fundament. En wie nu het vrouwenwielrennen volgt, weet dat het fundament staat als een huis. Het peloton is een kracht die niet genegeerd kan worden.

Dankzij een stuk zoethout.

Lees ook van Jos Mans

Fietsen zonder glazen plafond: Beryl Burton

Wielercultuur

Fietsen op een tijdmachine

Wielercultuur