Foto a.s.o./charly lopez

Gele dromen: wie wordt na Mathieu de 19e Nederlander in het geel?

Mathieu van der Poel snelde in Boulogne-sur-Mer naar de etappeoverwinning en pakte zo ook de gele trui. Daarmee doorbrak hij vier jaar aan ‘droogte’, want voor iemand met het statuur van Mathieu was vier jaar geen etappewinst wel bijzonder. Het parcours leende zich de laatste jaren er niet echt voor, maar toch. Met de gele trui volgde hij vooral zichzelf op als 18e Nederlander in die trui.

Wim van Est

Wim van Est is de eerste Nederlander die de gele trui draagt, na zijn heroïsche rit in de Tour van 1951. In die jaren strijden de Nederlanders vaker om de gele trui, maar Van Est is de eerste Nederlander die de eer toekomt. Wat daarna volgt, heeft Van Est waarschijnlijk onsterfelijk gemaakt. Van Est tuimelt in de volgende etappe in het ravijn, in de gele trui. De beelden die de wereld rondgaan, tonen een huilende Van Est, die aan fietsbanden omhoog wordt getild. Van Est wordt daarna door geldschieter Pontiac verder in het licht gezet, want ‘zeventig meter viel ik diep, mijn hart stond stil maar mijn Pontiac liep.’ (een anecdote die bij ons thuis vaak werd opgelepeld door vader die een Pontiac heeft, die het nog steeds doet, red.)

Wout Wagtmans

Wagtmans is synoniem aan Van Est. De twee mannen voeren de Nederlanders aan in het peloton en mede door hun prestaties pakt Nederland de kans om de Tour in 1954 naar Nederland te halen. Amsterdam is de plaats van handeling en de etappe naar het dorpje Brasschaat in België is een kolfje naar de hand van ‘Woutje’. Hij pakt de winst in de etappe én het geel. Hij behield de trui drie dagen, verloor ‘m toen maar pakte ‘m later in de tour, in etappe 9, nogmaals! Een bijzonder feit, gecombineerd met  de start in Nederland.

Gerrit Voorting

Voorting is tussen Wagtmans en Van Est de derde Nederlander die zorgt voor absolute Tourgekte in Nederland. Hoewel Van Est en Wagtmans meer de voorgrond pakken, is Voorting zeker niet de mindere. Hij rijdt zelfs twee keer in de gele trui, zowel in 1956 als in 1958. Tien jaar eerder pakte hij in Londen tijdens de spelen van 1948 de zilveren medaille. Dat doen niet veel renners hem na. Voorting is net als later Ab Geldermans afkomstig uit Noord-Holland. Zo zie je een tweestrijd ontstaan tussen Noord-Holland (Beverwijk/Velsen) en Noord-Brabant (rondom Sint-Willebrord)

Ab Geldermans

Ab Geldermans is op het moment van schrijven niet meer onder ons. Dit jaar, 2025, overleed hij. Hij was de oudste nog in leven zijnde geletrui drager van Nederland en de op twee na oudste na Darrigade en Claude Bauvin. Geldermans was een geboren Noord-Hollander (Beverwijk, waar hij ook een straatnaam heeft). We schreven al eens over dat bijna vergeten geel van 1962, namelijk het jaar dat Geldermans toesloeg. In de zesde Touretappe tussen Dinard en Brest glipt Geldermans, op aanraden van Anquetil, mee met een kopgroep die een dermate grote voorsprong opbouwt dat de hoogst geklasseerde renner automatisch de nieuwe leider wordt. Ab Geldermans dus. Hij is een tweedagsvlieg als gele truidrager, want achtenveertig uur later raakt hij het kleinood kwijt aan André Darrigade.

Jan Janssen

Nederland is in de jaren ’50 en ’60 dominant en dus hebben we in 1966 weer een nieuwe gele-truidrager. Als iemand de gele trui omarmt heeft, dan is het Jan Janssen wel. Hoewel iedereen zal refereren aan die ene dag in 1968, heeft Jan Janssen twee jaar eerder al een van de belangrijkste truien in het hedendaagse wielrennen te pakken. Hij draagt ‘m in ’66 exact één dag, want een inschattingsfout zorgt ervoor dat hij en zijn ploeg de Fransman Lucien Aimar te veel ruimte laten.  ‘Een gigantische blunder,’ zo noemde Janssen die fout. Gelukkig is het vaker zo in sport, dat je een tweede kans krijgt. Twee jaar later is Janssen tourwinnaar. De beelden dat hij op de schouders wordt gehesen, zijn in het Nederlands sportgeheugen gegrift.

Rini Wagtmans

Een van dé pubquizvragen voor wielrenners. Welke renner droeg het kortst de gele trui? Het antwoord is Rini Wagtmans. Want wat je je niet kan voorstellen in de huidige tijd is dat een etappe niet uit twee maar uit DRIE delen kon bestaan. In 1971 had de tourorganisatie weer eens iets bedacht. De tour startte met een ploegentijdrit, die werd gewonnen door de Molteni ploeg van kannibaal Eddy Merckx, met

Geen enkele Nederlander kon korter van het geel genieten dan Rini Wagtmans. De eerste etappe van de editie van 1971 bestond, na de door Molteni gewonnen ploegentijdrit, uit drie delen. Je verzint het niet. De etappes gingen ook nog eens van Frankrijk, naar Zwitserland, naar Duitsland weer terug naar Frankrijk. Mulhouse-Mulhouse maar dan in drie delen. Ce n’est pas normal, mais c’est passé.

In deel 1 pakt Eric Leman de winst in het Zwitserse Basel. Als in deel 2 de winst naar Nederlander Gerben Karstens gaat, is de nietsvermoedende Wagtmans zich nergens van bewust. Tour directeur Lévitan brengt hem op de hoogte. Wat blijkt: hij heeft een paar meer punten in het groene truiklassement, en mag daardoor in de plaats van Merckx de trui aantrekken. Het is voor slechts een korte tijd, want in deel 3 gaat Merckx ermee aan de haal.

Gerben Karstens

Gerben Karstens is de man die ooit demarreerde uit het peloton om verderop de bosjes in te gaan en het peloton te laten passeren. In de veronderstelling dat er nog iemand voorop reed, trokken de ploegen zich uit elkaar en de lachende Karstens reed vrolijk achterin het peloton. Niks geen oortjes, geen GPS. Het was Karstens ten voeten uit.

Maar om hem te reduceren tot zijn grappen en grollen, dat doet de renner Karstens echt te kort. Hij droeg twee dagen de Gele trui en boekte als een van de weinige Nederlanders een overwinning in alle drie de grote rondes. Het waren 21 (!) etappes in totaal, waarvan veertien in de ronde van Spanje en zes in de Tour. Ook behoorde hij tot de gouden ploegentijdritploeg van de Olympische Spelen van Tokio 1964.

Het waren dus die mooie resultaten die de carrière van Karstens tekenden. Hij hoort dus ook echt thuis in dit rijtje.

Jan Raas

De Groenoordhallen in Leiden, die inmiddels al een tijdje zijn afgebroken, vormden het decor voor het vertrek van de Tour van 1978. Een tijdritje over 5,2 kilometer. Daar kon je Jan Raas wel voor wakker maken! Hij snelt daar over het ultra korte parcours naar de snelste tijd. Maar het was Hollands zomerweer en de toenmalige Tourbaas grijpt in. Geen geel, want de omstandigheden waren niet voor iedereen gelijk. Raas ging door het lint, op Raas’ wijze. In zijn Nederland geen geel. Ammehoela. De eerste etappe trekt naar wielerhotspot Sint Willebrord en daar pakt de rappe Raas opnieuw de winst. Hij rijdt daarna nog twee dagen in de trui. Wij willen niet weten wat de zeeuw met de Tourdirecteur had gedaan als ‘ie ‘m in z’n handen had gehad. Waarschijnlijk verknepen zoals een plastic koffiebekertje in de ploegleiderswagen. Enfin. We zullen het nooit weten. Raas gaat in ieder geval geen anecdotes meer ophalen. Wel nog leuk om te vermelden: Raas kreeg tijdens zijn overwinning in Willebrord de trui uitgereikt door Corrie Konings. Wat wil je nog meer?

Gerrie Knetemann

Er zijn maar een aantal renners die meerdere Tourtruien in handen hebben gehad. De gele trui van Knetemann was er eentje die zwaar verdiend was. Hij had al meerdere etappe overwinningen te pakken en toen kwam daar in 1978 de kers op de taart. Uitendelijk droeg hij acht maal de gele trui: 2x 1978, 1 maal in 1979, 1x in 1980 en 4x in 1981. De Kneet is een van de meer succesvolle tourrenners die Nederland ooit had.

Joop Zoetemelk

Joop Zoetemelk is misschien wel de Nederlandse renner die het meest ingezet is in reclames en het vaakst gequote is: ‘de tour win je in bed’. De Tour-winnaar van 1980 is met 22 dagen in het geel de Nederlander die het vaakst de gele trui droeg. Zoetemelk won pas in 1980 de tour maar reed in 1971 al voor het eerst in het geel. Hij wint de etappe tussen Saint-Etienne en Grenoble en pakt daar het geel (voor Luis Ocaña). Ook in 1973, 1978 en 1979 rijdt hij in de trui, maar pas in 1980, in dienst van TI-Raleigh, is het raak. Het team is ijzersterk en als Zoetemelk de trui eenmaal in handen heeft, staat hij ‘m niet meer af. En zo is Zoetemelk in onze geschiedenis gebeiteld.

Johan van der Velde

Van Der Velde is de renner die misschien wel meer potentieel had dan hij heeft kunnen laten zien. Het heeft niet zo mogen zijn. Maar in 1986 was er wel iets moois, namelijk twee dagen geel voor de Panasonic renner. Tijdens de slotfase van de vijfde rit, naar Villers-sur-Mer ontsnapte Johan samen met Joël Pelier. Van der Velde pakte de dubbelslag, zowel de etappe als de geletrui, die hij dus twee dagen mocht dragen.

Van Der Velde is eigenlijk meer bekend om zijn leven na zijn profbestaan. De amfetamineverslaving die hij aan zijn rennersbestaan overhield, die heeft ‘m lang achtervolgd. Hij zat in de gevangenis vanwege een aantal inbraken en moest van ver komen. Uitendelijk werd hij buschauffeur van o.a. Roompot-Nederlandse Loterij. Hij kreeg acute leukemie in 2019 maar zoals hij zelf zei: ‘overleven is voor mij gesneden koek’. Hij is nog steeds onder ons.

Adrie van der Poel

Dat papa Adrie van der Poel zijn zoon Mathieu voorgaat, dat is eigenlijk heel bijzonder. Niet alleen omdat hij de trui uiteindelijk maar één dag draagt, maar vooral hoe dit tot stand komt. In de tour van 1984 is het de beurt aan Adrie. Van Der Poel senior is die dag niet de ritwinnaar en verschijnt volgens alle uitslagen ook niet als klassementsleider op het podium. Maar ’s avonds komt het verdict: hij lijkt toch degene te zijn die op basis van bonificatieseconden de trui pakt. Juryfoutje, moet kunnen. Hij krijgt de trui achteraf als nog, maar raakt ‘m dus de volgende dag weer kwijt.

Jacques Hanegraaf

In de Tour van 1984 maakt Jacques Hanegraaf meteen indruk tijdens zijn debuut bij de ploeg van Kwantum Hallen, waar Lomme Driessens en Jan Gisbers de lijnen uitzetten. De opdracht is helder: vóór de Pyreneeën zoveel mogelijk publiciteit pakken. En dus duikt ook de jonge Hanegraaf vol in de strijd om de tussensprints en bonificatieseconden. Al in de tweede etappe grijpt Hanegraaf het geel. En de dag erop, in de ploegentijdrit die het eerste deel van de etappe vormt, blijft de Kwantumploeg aan kop. Gevolg: nóg een dag in het geel voor Hanegraaf en zo schaart Hanegraaf zich in een illuster rijtje met meerdaagse geletruidragers. Hanegraaf pakt nog vele successen maar deze twee dagen zijn met stip het hoogtepunt van zijn carriere. Een carriere die hij uiteindelijk bij Team Telekom afsluit.

Jelle Nijdam

Jelle Nijdam was de koning van de laatste kilometersontsnapping in hoeverre dat een woord is. Hij kon voor een aantal kilometer knoerthard rijden, waardoor hij op enkele kilometers van de streep kon wegspringen en daarmee het peloton voorblijven. Een tempobeul, die vaak door Gert Jakobs wordt geroemd in zijn stukken. Nijdam had in Berlijn in 1987 een plannetje gesmeed. Het was een korte proloog, precies lang genoeg voor Nijdam om zichzelf helemaal uit elkaar te trekken. Aldus geschiedde

Henk Lubberding

Zomer ’88. Hoe je kunt balen van een geletrui. Of tenminste, zichtbaar zuur op het podium staan. Dat was Henk Lubberding in 1988. Hij had met Jelle Nijdam gestreden om de winst in Lièvin, maar moest zijn meerdere erkennen in Nijdam. Met een gezicht als een oorwurm van teleurstelling kwam Lubberding de gele trui ophalen. Hij mocht ‘m uiteindelijk één dag dragen. Die tour is sowieso een teleurstelling voor de sympathieke Lubberding. Hij moet met een salmonella besmetting naar huis.

Teun van Vliet

Het was een vruchtbare tourzomer in 1988. De Tour trekt door Frankrijk en Teun van Vliet start  zijn derde grote ronde. Zijn ploeg, het machtsblok van Panasonic onder Peter Post, dendert door de ploegentijdrit als een geoliede locomotief. De zege is overtuigend. En ineens is daar Teun, op het podium, in het geel.

Maar achter dat iconische beeld – Teun met de handen in de lucht en de zon op zijn gezicht – schuilt een ander verhaal. Een geheim dat hij zelfs voor zijn vrouw Trees verborgen houdt. Darmklachten, maagpijn, bloed in de ontlasting. De glimlach is echt, maar wrang. Want diep vanbinnen weet hij: dit wordt een Tour om snel weer te vergeten.

In de vijfde rit is het al gedaan. De trui glijdt naar ploegmaat Henk Lubberding, en niet veel later stapt Van Vliet af. Leeggereden, op en verslagen – niet door het peloton, maar door zijn eigen lijf. Twee jaar later gooit een chronische darmontsteking definitief het doek over zijn carrière.

Erik Breukink

Luxemburg, zomer van ’89. Het startschot van de Tour knalt tussen de knusse straten van het Groothertogdom. Erik Breukink rolt als Panasonic-Isostar-renner de proloog in, 7,8 kilometer slechts. Hij is talentvol als ronderenner, maar zeker als tijdritspecialist. Dat zal hij nog vele malen tonen. Fignon, Lemond, Mottet – ze staan allemaal op de lijst van favorieten. Maar Erik? Die rijdt als een man die zijn moment ruikt.

Zijn benen malen soepel, zijn tijd is scherp. In de commentaarruimte van de NOS, naast Jean Nelissen, volgt hij de concurrentie op schermen zo dik als encyclopedieën. Wanneer Fignon het net niet redt, gooit Breukink zijn armen omhoog. Geel! De trui waar heel het peloton van droomt, ligt ineens op zijn schouders.

Maar zoals de koers genadeloos kan geven, neemt ze ook weer weg. De volgende ochtend rijdt een groepje weg, een vlucht met ambitie. Erik kijkt om zich heen, zoekt ploeggenoten, maar niemand reageert. Orders van bovenaf: sparen voor de ploegentijdrit. Geen jacht, geen antwoord. De trui glijdt van zijn schouders, de Portugees Acácio da Silva mag zich de gele man noemen.

Het zal Breukink nog jaren achtervolgen. Niet alleen omdat hij nooit de belofte van ’toekomstig tourwinnaar’ kan waarmaken, maar vooral omdat hij 20 jaar lang ‘de laatste Nederlander’ is die het gele kleinood mag dragen.

Mike Teunissen

Als iemand de gele trui ‘per ongeluk’ mocht dragen, dan is het Mike Teunissen wel. In de Tour de France van 2019 zet Jumbo-Visma alle ballen op Dylan Groenewegen. De Nederlandse topsprinter is de gedoodverfde opvolger van Erik Breukink als Neerlands laatste gele trui drager (uiteraard is Tom Dumoulin in die tijd een andere favoriet, maar voor deze etappe is het Groenewegen). Maar ja, de koers is de koers en dus knalt Groenewegen in de straten van Brussel tegen het wegdek. Daar gaan de dromen. De sprint die volgt lijkt een prooi te worden voor veelvraat Peter Sagan, die Sonny Colbrelli uit het wiel fietst. Maar de geel-zwarte gedaante die zich op een ‘celeste’ Bianchi naar voren wurmt. Niemand weet wie het is, zelfs de eigen mensen in de auto zien het niet direct. Maar met een banddikte verschil drukt Mike Teunissen zich naar het geel en een plekje in de geschiedenisboeken. Hij mag de trui twee dagen dragen, want in de opvolgende ploegentijdrit is Jumbo-Visma oppermachtig. Teunissen ondergaat het ontspannen en eigenlijk wat verbaasd.

Hij zal nooit meer zo dicht bij roem zijn als die twee dagen in Brussel. Ploeggenoot Groenewegen moet het met lede ogen aanzien. Op dag drie is het feest over en is Julian Alaphilippe de nieuwe leider.

Van der Poel, Mathieu

Alles in de Tour de France van 2021 is gericht op Mathieu en een ode aan opa Raymond Poulidor. Voor de start worden speciale tenues tevoorschijn gehaald. De start in Brest en de eerste etappe lijkt ook op het lijf van VDP geschreven, maar hij lijkt daar onder de druk en aandacht te bezwijken. De etappe erop, met finish op Mur-de-Bretagne (die twee keer beklommen moet worden), is op zijn lijf geschreven. Maar om het geel te pakken moet hij een huzarenstukje afleveren. Hij moet tijd goed maken op de klassementsleider Alaphilippe en hij MOET de etappe winnen. Er is een catch: de eerste beklimming van de Mûr biedt wat boni seconden. Als VDP die pakt, dan kan hij het voltooien. De eerste keer Mûr-de-Bretagne is dus een voorbode voor wat er volgt. VDP pakt de seconden en weet dan: nu nog de etappe.

Bij de tweede keer richting de streep lijkt er iets extra’s te zijn bij de jonge Nederlander. Hij geeft vol gas, trekt zich helemaal uit elkaar en schudt iedereen van zich af. Hij rijdt solo naar de streep en op de streep is zijn zegegebaar naar de hemel. Alles voor ‘PouPou’, opa Poulidor, de man die de gele trui nooit kon dragen. Het is een van de meest emotionele overwinningen. Zes dagen lang is hij de trotse geletruidrager, maar als het de bergen in gaat, dan is het klaar.

In 2025 pakt Van Der Poel wederom het geel en volgt hij zichzelf op. Waar nu de vraag komt: wie gaat Mathieu opvolgen?

Lees ook van HetisKoers!

Slag om Duinkerke kent één winnaar en vele verliezers

Philipsen moet opgeven tijdens tussensprint en gaat met de overwinning aan de haal

Koersverhalen

Gele dromen: wie wordt na Mathieu de 19e Nederlander in het geel?

Met Van Der Poel heeft Nederland weer een geletruidrager, maar who's next?