Er zijn veel dingen die mij blij maken. Rijpe, zoete mango’s bijvoorbeeld, en mensen die anderen helpen. Wielerkoersen, mooi opgemaakte borden, taaie nougat en sneeuw op Alpentoppen. Afstanden afleggen per fiets, vliegtuig of Saab 900, stapelwolken, salsamuziek, exotische vruchten die ik nooit eerder heb geproefd, de geur van de zee, mooie boeken. Maar van niets of niemand word ik zo blij als van Bauke Mollema.
Als ik eens een rotdag heb – zo’n regenachtige dag buiten het mangoseizoen waarop ik zelfs in de Surinaamse supermarkt geen enkele onbekende vrucht kan ontdekken – dan ga ik even achter mijn laptop zitten om een interviewtje met Bauke Mollema terug te kijken. Binnen enkele minuten straalt de zon dan weer zo fel dat ik mij op een tropisch eiland waan.
Mollema kan woorden laten lachen, zinnen laten glunderen. Teleurstellingen vervormen in zijn mond tot uitdagingen; slechte dagen tot een bijkomstigheid, een voorwaarde voor goede dagen. Hij trapt met zo veel onbevangen strijdlust dat zelfs zijn fiets er koersplezier van lijkt te krijgen. Als ik naar hem luister, dan is wielrennen niet alleen een vorm van broodwinning, geen dwangarbeid van de weg, maar een fantastisch gezelschapsspel in de buitenlucht. Een spel waarin hij steeds beter wordt.
Na zijn winst in de tweede etappe van de Ronde van Zwitserland afgelopen zondag, werd Mollema hartelijk gefeliciteerd door de mannen die hij er enkele seconden eerder genadeloos had afgereden. Ik kon mij niet aan de indruk onttrekken dat ook de verliezers dolgelukkig waren met de ritwinnaar. Hem vóór je te zien rijden, wat een zalig gevoel. Die vastberadenheid. Het schudden op die fiets. Dat verzet. De losgeslagen vreugde die vanaf zijn achterwiel zo’n berg af sijpelt.
Dat Mollema wegens dorst een tijdstraf kreeg van twintig seconden, was wel een beetje zuur. Maar zijn klassementsambities werden er niet minder om. Een dag later stortte hij zich vol overgave een afdaling in om wat verloren seconden terug te pakken. Mollema speelt om te winnen. Tegenslagen slaan hem niet uit het veld, maar zwepen hem op.
Mollema’s woorden zijn net zo vrolijk, krachtig en weerbaar als zijn benen. Hij is een winnaar – het spel verlies je pas als je het speelplezier kwijt bent, en dat zal hém niet overkomen.
Het maakt niet uit of hij op de fiets zit of ernaast staat. Of de etappe nog moet beginnen of al verreden is. Of het januari is of juli, Groningen of Zwitserland, een woensdag of een zondag. Bauke Mollema maakt mij gelukkig, altijd en overal.
- Terug naar Namen - 20/12/2020
- Als een reiger over de toppen - 24/10/2020
- Muziek in de benen - 23/10/2020
Mooi!
Het zij je vergeven dat je zo van Voeckler “houdt”.Jouw ode aan Bauke is me uit het hart gegrepen.
Mollema heeft klasse te over. Het ziet er niet uit hoe hij op de fiets zit, maar intrinsiek is hij de sterkste renner die ‘we’ naar de Tour afvaardigen. Als Bauke nu ook nog een rennersverstand ontwikkelt liggen er nog een paar goeie jaren voor hem in het verschiet. Ik vrees alleen dat zijn Rabo-opleiding er niet veel goed aan gedaan heeft. Hij fietst voortdurend achter de feiten aan. De slag missen gebeurt de besten, maar bij Bauke schijnt het een voorwaarde te moeten zijn om hem tot koersen te bewegen. Je kan ook zelf aanvallen Bauke. Laat ze in de ploegleidersauto lekker doodvallen met hun strategieën. Ik verwacht van jou dat jij in de eerste ontsnapping van de Tour al minstens 3 minuten op de overige klimmers pakt. En o ja, voor ik het vergeet: jij wordt a.s. weekeinde Nederlands kampioen. Ik heb net de ingewanden van een makreel gelezen en de voortekenen zijn duidelijk. Dus geen smoesjes.