1983 is het jaar van de Raleigh-breuk. Jan Raas heeft het gehad met ploegleider Peter Post en besluit voor zichzelf te beginnen. Hij strikt hoofdsponsor Kwantum Hallen, vindt ploegleiders (zelf blijft hij nog even actief als renner) en neemt zes Raleighrenners (onder wie Cees Priem, Ludo Peeters en Jacques Hanegraaf) mee naar de nieuwe ploeg.
Peter Winnen, Henk Lubberding, Bert Oosterbosch en nog wat renners blijven Post trouw en dus moet Raas op zoek. Enkele Belgische en Nederlandse ‘knechten’ tekenen voor Kwantum, en ook drie toppers: Joop Zoetemelk, Hennie Kuiper en Adrie van der Poel.
En dan is er nog die veelbelovende topamateur die prof gaat worden en al Olympia’s Tour, het NK op de weg én de WK-ploegentijdrit op zijn naam heeft staan. Gerrit Solleveld dus. Als enige van de Kwantumrenners van begin 1984 heeft hij in 1983 geen professionele broodheer waar hij rekening mee hoeft te houden.
November 1983. De kersverse Kwantumrenners zijn uitgenodigd voor een ploegtripje naar Tenerife. Aan de reclameborden te zien met financiële hulp van vakantiepark Ten Bel. In het vakantiepark mogen Van der Poel, Raas en Kuiper in hun merkloze T-shirts een beetje gek doen in het zwembad (zie de cover van het laatste nummer van Wieler Revue van 1983). Hun Kwantumshirt trekken de renners tijdens dit reisje slechts aan in het geniep, om te poseren voor de fotograaf die de publiciteitsfoto’s van 1984 aan het schieten is.
- UCI-man springt en juicht voor Jopie - 25/09/2020
- Raad het plaatje - 25/09/2020
- De spreekwoordelijke rode lantaarn - 18/09/2020