Het Grote Karakterklassement
Er is tegenwoordig een klassement voor alles. Voor de meeste hoogtemeters op één wiel. Voor de langste rit zonder overschoenen in een aprilbui. Voor de meest betekenisvolle nederlaag. En sinds kort: voor karakter. Wout van Aert prijkt bovenaan.
Althans, als we Hugo Coorevits in zijn column voor Wielerflits mogen geloven.
In zijn stuk kronkelt Coorevits zich behendig voorbij het palmares en komt uit bij iets wat zich niet laat vangen in cijfers, en daarom des te zwaarder zou wegen: morele overmacht. Onverzettelijkheid. De kunst van het net niet winnen. Wout is, volgens Hugo, de grootste van zijn generatie – op karakter. Omdat karakter zich niet laat meten. En dus wint Wout.
Zijn erelijst wordt in dat verhaal ondergeschikt aan het lijden. Aan het beeld van de gevallen held die steeds weer opstaat. Trofee van de Tragiek, gesponsord door de collectieve wielerziel. Je zou haast vergeten dat wielrennen geen esthetische competitie is, maar een sport die eindigt bij een streep. En dat Van Aert, hoe groots hij ook rijdt, dit voorjaar vooralsnog stuitte op andermans benen.
Hij is geen verliezer, maar ook niet vanzelf de morele kampioen die we van hem maken. Behalve misschien in het doldrieste Vlaamse narratief tijdens De Ronde. Wout als fenomeen, als figuur, als fabel – niet omdat hij erom vraagt, maar omdat wij dit verhaal zó graag willen geloven.
En dus ontstaan er lijstjes. De indrukwekkendste vierde plek. Het zuiverste interview. De mooiste nederlaag. Alsof het afzien zelf het doel werd. Alsof de pijn altijd ergens goed voor moet zijn. Maar sport is geen symboliek. Hooguit achteraf, als we de rommel opruimen en er iets van proberen te maken.
Niemand betwist Van Aerts klasse. Dat hoeft ook niet. Maar door hem telkens opnieuw te casten als de morele winnaar van elke nederlaag, maken we van hem een personage in een toneelstuk waar hij zelf misschien allang uit wil stappen. Misschien moet hij zondag gewoon winnen. Niet om het verhaal rond te maken. Niet vanwege zijn karakter. Maar omdat hij de snelste is.
Wat een verademing zou dat zijn.