Foto Charlotte Grips
Het leven van Joost Prinsen was een kermiskoers
Romantiek, nostalgie, verhalen. Voor de een ligt de charme van de koers in techniek en tactiek, voor de ander zijn het vooral de vertellingen. De deze week overleden Joost Prinsen was er eentje uit die laatste categorie. De heroïek, de tragiek. Het wielrennen als een voorstelling. Met zijn typerende, ietwat krakerige stem voedde hij de nostalgische blik en voorzag die van een heerlijk warme deken.
In de zomer van 2013 werd de honderdste Tour de France gefietst. Tijdens de uitzendingen van de Avondetappe, toen nog gepresenteerd door Mart Smeets, werden de vakkundig door Frank Heinen getikte stukjes statig en kleurrijk voorgedragen door Prinsen. Zijn dictie was uniek, zeker met de blik op zijn markante hoofd erbij. Zijn expressie was ongekend. Hij kon je recht aankijken, zelfs door het scherm heen. Doordringend en authentiek, zonder in zijn woorden al te veel poespas te gebruiken. Een geboren verhalenverteller.
Kermiskoers
“Het leven is een kermiskoers,
Een rondje om de kerk,
Saai, voorspelbaar, vals pandoer,
Afgesproken werk”
Dat deed hij ook op muziek. Voor het project De Sint Willebrord sessies Vol 1: Sporthuis Hubert maakte Prinsen samen met Frank Lammers het prachtige nummer Het Leven is een Kermiskoers. Twee karakters, twee stemmen die perfect bij elkaar passen. Sterker nog, Lammers had met zijn stemgeluid en markante tronie zomaar een nazaat kunnen zijn van de eveneens in Brabant geboren Prinsen. In het nummer, een combinatie van smartlap, chanson, en theaterstuk, horen we Prinsen vakkundig in de huid kruipen van de zoon van een klasbak, de koning van de kermiskoers. Een verhaal vol tragiek. Typerend voor hoe Prinsen uit het alledaagse allerlei moois wist te destilleren.
“Ik ben geen zanger, maar een voordrachtskunstenaar,” sprak hij ooit. Met recht zullen zijn stem, de manier van voordragen en zijn altijd scherpe blik herinnerd worden.
Foto Charlotte Grips