Foto Sirotti
Het wiel van Wout
Er zijn sprinters die winnen met geweld. Met schouders, ellebogen, tanden bloot. En er zijn er die winnen als roofdieren. Op snelheid. In stilte. Met onwrikbare vanzelfsprekendheid. Olav Kooij behoort tot die laatste soort. Het jachtluipaard van Numansdorp. Niet brullend, maar bijtend.
De elfde etappe van de Giro had niks spectaculairs. Een paar klimmetjes, regen als figurant, een vlucht die nooit een vlucht was. Maar het draaide allemaal om wat aan het eind gebeurde. Zoals dat vaak gaat op het vlakke niets: je rijdt en je rijdt en ineens sta je oog in oog met de finish. De leegte die zich heeft opgestapeld, wordt ineens doelgericht.
Op iets minder dan een kilometer van de meet schoof Wout van Aert naar voren. Wout is niet de man van misschien. Wout rijdt. Hij trok het peloton mee als een strakgespannen touw. In zijn wiel Olav Kooij. Dat mag dan een lead-out heten, maar dit was iets anders. Dit was een offer. Dit was een man die zijn kracht aan een ander gaf en zei: hier, doe ermee wat jij kunt.
En Kooij deed.
Van Uden kwam nog langszij, razendsnel, maar Kooij reageerde als iemand die al vaker had gevoeld hoe het is om net niet te winnen deze Giro. Daar had hij geen zin in. Met een ruk aan het stuur en de overtreffende versnelling maakte hij het beslissende verschil.
In Viadana won hij zonder franje. Niet euforisch, niet met opgeheven armen van iemand die zichzelf verbaast. Alsof hij gewoon had gedaan wat hij moest doen.
Is vast iets Numansdorps, iets Hoeksche-Waarderigs. Is ook een omgeving waar de lucht altijd beweegt, maar nooit verandert. Waar je leert fietsen met je hoofd omlaag en je ogen op de dijkrand. Waar winnen niet iets groots is, maar toch vooral nederig maakt.
Wat wil je ook, als je het wiel krijgt van Wout?
Olav nam het en reed ermee weg.