‘Eén dag rust is gewoon tekort’, klaagt Hennie Kuiper in de Telegraaf, de krant die refereert aan eerdere uitlatingen van Cees Priem en Didi Thurau (ook TI Raleigh) die suggereren dat zo’n vol wedstrijdprogramma doping in de hand werkt.
Een groot aantal bekende renners verschijnt in Gent niet aan de start. ‘Een klassieker zonder pinkelende Belgische sterren, het is eens iets anders’, schrijven Jan Cornand en Stefaan van Laere in ‘Een eindeloze strijd’, een boekje over het wielerseizoen 1977.
‘Ineens kreeg men inderdaad een totaal ander beeld, in die zin dat de buitenlanders de hoge noot begonnen te zingen. Het begon met een demarrage van de Fransman Bernard Hinault…’ De latere Tour de France-winnaar en toprenner is dan nog een nobody en dat steken de auteurs van ‘Een eindeloze strijd’ dan ook niet onder stoelen of banken. ‘Hinault, wie is Hinault? Dachten we zelf. Die wordt straks wel onder de voeten gelopen wanneer de onzen uitbreken voor de finale afrekening. Straks als Godefroot, Verbeeck, Dierickx en Van Springel hun duivels loslaten’, verwachten Cornand en Van Laere.
En Hinault? Die wint een kleine week later ook Luik-Bastenaken-Luik. Roger de Vlaeminck, Freddy Maertens en Eddy Merckx worden resp. vierde, vijfde en zesde. Een nieuwe ster is geboren, maar dat wisten ze toen nog niet…
- UCI-man springt en juicht voor Jopie - 25/09/2020
- Raad het plaatje - 25/09/2020
- De spreekwoordelijke rode lantaarn - 18/09/2020