In 1977 waren het Raas, Hennie Kuiper en Gerrie Knetemann die gingen uitmaken wie de Gold Race op zijn naam zou schrijven. Saillant detail was dat Raas het jaar ervoor nog Raleigh-ploeggenoot was van zijn twee medevluchters. In 1977 wil de Zeeuw meer voor eigen kans gaan en kiest hij voor een contract bij Frisol. Het levert hem onder andere de zege in Milaan – San Remo op, en hij wint dus ook de enige Nederlandse klassieker. Kneet en Kuiper demarreren om beurten maar sprinter Raas komt steeds terug en wint. Knetemann wordt tweede.
Het jaar erop maakt Raas weer deel uit van de Raleigh-ploeg. Hij laat het deze keer niet op een sprint aankomen, en dankt na afloopt zijn ploegmaten. ‘Vooral Knetemann, die heeft de beslissing geforceerd. De sprint van het achtervolgende groepje wordt gewonnen door regerend wereldkampioen Francesco Moser.
Ook in 1979 bereikt Raas solo de finish. Op ongeveer 22 km voor de eindstreep gaat hij in de aanval, en krijgt hij zijn ploeggenoot Henk Lubberding en Sven-Ake Nilsson mee. In Rothem rijdt Raas makkelijk weg. Hij blijft weg en is in Meerssen voor de derde maal winnaar. Lubberding pakt plek twee.
In 1980 ‘laat’ Raas, in die jaren naast klassiekerrenner ook een van de beste sprinters, het op een sprint van een uitgedunde groep aankomen. In de het jaar ervoor veroverde regenboogtrui gaat hij zegevierend over de finish. Tweede is Fons de Wolf.
Ook in 1981 gaat een grote groep uitmaken wie er gaat winnen maar dat is Raas deze keer niet. Net als het jaar ervoor wint de wereldkampioen: Bernard Hinault. Net als in 1980 gaat de Fransman de sprint vroeg aan, dit keer met succes. Roger de Vlaeminck wordt tweede, Raas ‘slechts’ vijfde.
Revanche in 1982. In de laatste kilometer demarreert Raas uit een elitekopgroepje. Hij houdt stand. Stephen Roche wordt tweede. Het is de vijfde en laatste Gold Race-zege voor Raas. In 1983 wordt hij nog derde.
- UCI-man springt en juicht voor Jopie - 25/09/2020
- Raad het plaatje - 25/09/2020
- De spreekwoordelijke rode lantaarn - 18/09/2020