Onlangs hoorde ik Danny Nelissen zeggen dat er niets zo’n hel is als het rijden van de Tour. De Tour waarin hij ooit zo diep ging dat hij zich delen van een etappe niet eens meer kon herinneren, dat hij van de fiets gedragen moest worden naar zijn hotelkamer. De Tour is een gekte waar de toeschouwer harder naar verlangt dan de renner, zo lijkt het.
Nog nooit heb ik meegedaan aan een Tourspel, het ligt me niet en hoewel ik enorm van wielrennen houd, ben ik geen kenner. Zelden komen mijn voorspellingen uit. Het ligt niet aan het feit dat ik niet zou weten wie er een kans maken, de oorzaak is tweeledig en ligt ergens anders.
Ik hou van vernieuwing en hoop daarom altijd op een andere Tourwinnaar dan het jaar ervoor. Onder het motto dat het moeilijker is om eerste te worden dan om het te blijven, vul ik op mijn lijstje de topfavoriet bij voorbaat dus al niet in. Ook zijn Nemesis ontbreekt vaak in mijn lijstje van renners.
De tweede reden is dat ik een hopeloze chauvinist ben en dus altijd een zwak heb voor de Nederlandse renners waar ik er zoveel mogelijk van op wil nemen in mijn Tourploeg.
Om mijn keuzes te rechtvaardigen analyseer ik het wielernieuws dat ik bewust negatief uitleg voor de echte favorieten. Zo geloof ik niet dat Contador in staat is om na de Giro ook de Tour te winnen en ben ik ervan overtuigd dat hij toch mentaal last gaat krijgen van zijn mogelijke schorsing. De realiteit is waarschijnlijk anders, maar dat maakt me niet uit.
Andy Schleck zou dus de gedoodverfde favoriet moeten zijn voor deze Tour, maar gelukkig reed hij niet erg goed in de ronde van Zwitserland. Bovendien zal zijn ploeg geen millimeter ruimte krijgen van de Rabo’s na wat ze Mollema hebben aangedaan in deze ronde.
Basso, Evans, Cunego en Wiggins schrijf ik af door hun Tourprestaties te bagatelliseren. Bij Van Den Broeck twijfel ik even. Hij reed sterk in de Dauphiné, pakte daar zijn eerste zege en reed aanvallend, hij toonde lef en dat maakt hem misschien wel tot de gevaarlijkste outsider in het peloton, maar het blijft een Belg.
Enkele dagen geleden startte de Tour. Zelf had ik verwacht dat Cavendish het eerste geel zou pakken. Na de, door de Rabo’s gewonnen ploegentijdrit, zou de trui om de schouders van Boom hangen die hem uiteindelijk in het Centraal massief zou moeten inleveren bij de onstuitbare Gilbert.Voor de zoveelste keer kijk ik naar het parcours en krabbel wat namen op een papiertje. Namen van renners die ik graag in een ploeg bij elkaar zou zien fietsen: Gesink, Mollema, Boom, Cavendish, Gilbert, Klöden, Cancellara, Voeckler en Uran. Misschien win je er geen Tourspel mee, maar in het peloton zouden ze zich wel handhaven.
- Abandon - 02/07/2018
- Trainen met Steven Kruijswijk - 25/05/2016
- Boekrecensie: De 100 opmerkelijkste Nederlanders in 100x Tour - 17/07/2013
In bovenstaand werkje tel ik 18 maal het woordje “ik”. Mag dat even genoemd worden hier?