Foto Sirotti
Jonas Vingegaard wordt 29: over de dag waarop hij zich aan de wereldtop liet zien
Vrijwel iedereen die het rijtje Jonas Vingegaard – Tadej Pogačar – Adam Yates ziet, zal onmiddellijk ‘Tour 2023!’ roepen. Een waarheid als een koe. Het trio bevolkte destijds inderdaad, precies in die volgorde, het erepodium van de Franse ronde. Wat veel minder mensen weten is dat ze bijna twee en een half jaar eerder ook al in diezelfde hiërarchie geklasseerd stonden. Uitgerekend op de dag dat Vingegaard zich aankondigde als toekomstig wereldtopper waren Pogačar en Yates de twee eerst geklopten. We moeten terug naar donderdag 25 februari 2021. In het Midden-Oosten staat de vijfde etappe van de UAE Tour op het programma. Niet zomaar een, maar de koninginnenrit die ‘traditiegetrouw’, ook al is het dan pas de derde keer dat de etappekoers wordt verreden, finisht op Jebel Jais. De top van de col in het Noordwestelijke Hajar-gebergte ligt 1934 meter boven zeeniveau. Het is vooral de lengte die de klim een uitputtingsslag maakt. Liefst 18,9 slopende kilometers gaan omhoog, voordat de verlossende streep gepasseerd kan worden. Het stijgingspercentage valt in dat opzicht nog alleszins mee. Gemiddeld genomen loopt de weg met 5,3% op en aangezien het maximum niet boven de 6,1% uitkomt is de te leveren inspanning overkomelijk. Jebel Jais is een mooie opwarmer om eens te zien hoe de krachtverhoudingen liggen, zo kort na de winterperiode. Wie wil zich al aan de wereld tonen en welke renners verstoppen zich liever nog even om pas later in het seizoen tot ontbolstering te komen. Het leeuwendeel van de klassementsmannen die in de UAE Tour starten, blijken die dag aanvankelijk in die tweede categorie te vallen. De glooiende, honderdvijftig kilometer lange aanloop naar de voet van Jebel Jais nodigt niet uit in een vroeg stadium de knuppel in het hoenderhok te gooien, maar is wel koren op de molen van het avontuurlijk ingestelde deel van het peloton.
Nog voordat de etappe halverwege is, rijdt een achttal renners in de aanval. Het zijn niet de eersten, de besten die zich hebben losgemaakt van de meute. Onder anderen Thomas De Gendt behoort tot de kopgroep, evenals Aleksej Loetsenko. Laatstgenoemde lijkt lange tijd op weg naar zijn eerste succes van het nieuwe wielerjaar, maar zal in het zicht van de haven stranden. Niet dat er achter hem een ware titanenstrijd ontbrandt. Jebel Jais boezemt menigeen de nodige angst in, zo vroeg in het seizoen. Dat klassementsleider Tadej Pogačar zijn kruit droog houdt is te begrijpen, gezien zijn uitgangspositie, maar ook naaste belagers als João Almeida en Adam Yates – zij rijden in 2021 nog niet voor Pogačars UAE Team Emirates-ploeg, maar zijn directe concurrenten van de Sloveen, in dienst van respectievelijk Deceuninck-QuickStep en INEOS Grenadiers – durven geen aanval te wagen. Pas op vier kilometer van de aankomst, als Loetsenko nog altijd een marge heeft van meer dan veertig seconden, besluit Vincenzo Nibali gas te geven. Alsof er een luid rinkelende wekker afgaat schrikt Almeida wakker en rijdt in rap tempo naar het achterwiel van de voormalig winnaar van de Tour, Giro én Vuelta. Die beseft onmiddellijk dat zijn poging zal stranden, waarop het nog altijd omvangrijke peloton weer ineenschuift en kortstondig temporiseert. Precies op dat moment ziet Vingegaard zijn kans schoon. De favorieten loeren naar elkaar en herkennen in de jonge Deen nog niet de klimmer en klassementsrenner die hij niet veel later zal blijken te zijn.
Slechts twee dagen eerder is de renner van Team Jumbo-Visma volledig anoniem als 59ste boven gekomen op Jebel Hafeet, liefst negen minuten na winnaar Pogačar. Daardoor houdt niemand rekening met Vingegaard als kanshebber op de zege in de koninginnenrit. De Deen bezit dan ook nog geen aansprekend palmares en geldt vooral als ‘veelbelovend talent’, maar daarvan zijn er zoveel in het peloton. Het ettelijke wapenfeit dat hij kan overleggen is zijn enige overwinning op WorldTour-niveau. Als eerstejaars prof had hij in 2019 een ritzege geboekt in de Ronde van Polen. Vanuit een underdogpositie gaf Vingegaard medevluchters Pavel Sivakov en Jai Hindley het nakijken aan het einde van een lastige, want nimmer vlakke, etappe door het Oost-Europese land. Een dag later had hij zijn inspanning moeten bekopen en diende als klassementsleider in een vroegtijdig stadium de concurrentie te laten gaan. Meer dan een kwartier bedroeg zijn achterstand aan de finish. Dat je juist van de meest pijnlijke momenten het meeste leert, werd die dag overduidelijk. Op Jebel Jais maakt Vingegaard geen fout. Hij timet zijn versnelling precies op het juiste moment, rijdt in een straf tempo naar Loetsenko toe en ondanks dat de Kazach het gevaar tijdig erkent en nog wanhopig probeert te versnellen, is hij kansloos. Op driehonderd meter van de meet overvleugelt de Deen hem. Vingegaard klopt met luid gebons op de poort van de top van het mondiale wielrennen, ook al ziet lang niet iedereen dat op dat moment al in. Ook de renner zelf niet. De woorden ‘dit is een grote overwinning voor mij’, die Vingegaard uitspreekt terwijl hij erbij kijkt als een kind dat net van oma heeft gehoord niet twee maar drie ijsbolletjes te mogen uitkiezen, onderstrepen dat een dergelijke prestatie net zo nieuw als onverwacht is voor de renner zelf. Een maand later zal die ritzege in het Midden-Oosten zijn doorbraak blijken, als hij eerst twee etappes en het eindklassement in de Settimana Internazionale Coppi e Bartali opeist, vervolgens tweede wordt in de Ronde van het Baskenland en diezelfde zomer als gelegenheidskopman van Team Jumbo-Visma, door een val van Primoz Roglič, in de Tour opnieuw als runner-up eindigt, niet ver achter Pogačar. Een jaar later al zijn de rollen omgedraaid op het podium in Parijs en in 2023 gaat de Deen op herhaling. 1. Vingegaard, 2. Pogačar, 3. Yates, luidt het podium in Parijs als de Ronde van Frankrijk van dat jaar erop zit. Lachend kijkt de Deen eerst rechts en vervolgens links naast zich. Hij wordt door precies hetzelfde tweetal omringd als een kleine twee en een half jaar eerder in de UAE Tour op Jebel Jais.
Foto Sirotti
Foto Sirotti
Foto Sirotti