Ongetwijfeld moet ik het meegekregen hebben, Joop Zoetemelk die op 20 juli 1980 de Tour de France wint. De kranten moeten volgestaan hebben met verslagen van de spannende strijd in Frankrijk en op tv zal er ongetwijfeld gepaste aandacht zijn geweest voor deze mijlpaal in de Nederlandse wielergeschiedenis. Misschien was het op straat ook wel hét onderwerp van gesprek. Er staat me alleen niet meer van bij. Het is 1980 en ik ben een 13-jarige brugpieper met een grote schooltas. Thuis is er, op het schaatsseizoen na, weinig aandacht voor sport, laat staan dat de televisie ervoor aan gaat. Mijn eigen sportieve avontuur is bepekt gebleven tot een tweejarige lidmaatschap van gymnastiekvereniging Moba en dit beschamende avontuur ligt gelukkig al een aantal jaren achter me als Joop zegevierend Parijs binnenrijdt. In mijn archief is geen schrift met wielerplaatjes te vinden, maar één met foto’s van John Travolta en Olivia Newton John. Voormalig Beatle John Lennon is druk bezig met de opnamen van zijn come-back LP. Zijn gewelddadige dood, een krap half jaar later, staat vlijmscherp in mijn geheugen. Wat een jaar, 1980…
Eén (op papier)
Toch ontkom ik er niet aan dat Joop voorzichtig mijn leven binnendringt. De aankoop van een klassieke en gloednieuwe Batavus Professional uit 1985, zes jaar geleden, maakt dat het wielervirus mij besmet. In mijn garage wordt wielerklup d’Oale Fietse, opgericht en de korte broek en T-shirt, waarmee de eerste ritten in gereden worden, zijn binnen no time ingeruild voor strak lycra. In Antwerpen tik ik een TI-Raleigh-Creda wolletje op de kop en op 11 oktober 2007, als ik het allereerste ritje gereden heb op mijn trouwe ‘nieuwe’ Red Bull, ontvang ik mijn eerste allergrootste schat. Een handtekening van Joop! De grootheid vereert deze dag de studio van RTVOost met een bezoek en mijn lief grijpt haar kans. Ze onderschept ze de held en even later staat er zijn zwierige handtekening op papier. De voormalig wereldkampioen, in roze overhemd met opgerolde mouwen, poseert geduldig voor een foto. Diezelfde avond hangt de pennenstreek ingelijst aan de muur. Naast het eveneens ingelijste rood-geel-zwarte wolletje. Vijf jaar later bungelen beide lijsten nog immer gebroederlijk naast elkaar.
Twee (de gele trui van Joop Zoetemelk)
Op een mooie zomerse zondag in mei 2010 maakt Joop opnieuw zijn opwachting in mijn leven. Na afloop van onze vaste fietstocht wordt ik naar voren geroepen. Fietsvriend Henk, een van de vijf Henken in mijn zondagse klup, neemt het woord. In zijn handen heeft hij een oude wielertrui. Een lang verhaal, over de omzwervingen van deze trui volgt. Het komt erop neer dat Henk deze trui heeft verworven; “na tussenkomst van klasse-assistente Mieke A., die op haar beurt gelieerd was aan Hennie Stamsnijder, die op zijn beurt het shirt weer uit handen van, hoe kan het ook anders, Joop kreeg.” Deze “echte gele trui van Joop Zoetemelk uit de Tour de France” wordt mij met alle egards in handen gedrukt, daverend applaus klinkt en ik ben even stil. Verbouwereerd mompel ik enige dankwoorden en neem snel een slok sportdrank. Wat een aanwinst voor mijn wielermuseum in wording, fantastisch! Toch slaat er enige twijfel toe, het enthousiasme van mijn wielervrienden is iets te verdacht groot. Thuis gaat de laptop aan. Wat ik ook zoek, deze trui lijkt in de verste verte niet op de truien die Zoetemelk draagt in de finishbeelden van de Tour. Tuurlijk, er is op de trui in grote letters ‘Miko’ te lezen, maar meer ook niet. Mijn fijne fietsvrienden hebben me te pakken genomen!
Drie (aan de start met Joop)
Een maand later start de Tour de France in Rotterdam. Op het parcours van de proloog ga ik mijn eerste wedstrijd rijden, 3 rondjes in de B-categorie van het NK voor journalisten. Mijn startnummer 43 komt overeen met mijn werkelijke leeftijd. De afgelopen maanden heb ik hard getraind en ik ben gespannen. Collega Willem heeft een verkenningsrondje gereden en rapporteert. Dat rondje reed ik zelf niet, in mijn zenuwen verdwaal ik tussen afzettingen en dranghekken en ben nog net op tijd in het startvak terecht gekomen. Dan komt hij aangelope in een gele Lacoste polo, een brede lach op zijn gezicht. Hij wordt links en rechts gegroet, poseert voor foto’s en loopt langs me heen. “Joop!” brul ik en grijp mijn telefoon. “Tsjk” klinkt het apparaat en we zijn voor eeuwig en altijd samen vastgelegd. Dan heft de grote Tourwinnaar zijn startpistool en schiet ons weg. De adrenaline giert door het lijf en geholpen door een fors aantal AA-drinks schiet ik weg, werk me naar voren en eindig als 20e. De magie heeft niet helemaal gewerkt, als eerbetoon aan Zoetemelk mikte ik op de tweede plek. Net na mede-hetiskoers-auteur Niels Roelen…
- Het shirt van Bouvatier - 23/01/2013
- De Vlaamse modder van de Omloop - 24/02/2012
- Joop Zoetemelk in drie verhalen - 03/12/2011
Geef een reactie