“Zogenaamde acrobatische hindernissen, zoals het op- en vooral afrijden van traptreden moeten worden uitgesloten.”
Onder het kopje ‘Regels voor cross-country-wielerwedstrijden’ maakt de KNWU eind 1959 melding van opgelegde veranderingen bij cyclecrosses. Het verbannen van traptreden is er eentje van.
“De natuurlijke moeilijkheden (dwars door bos en velden, lastige wegen en naden, het rijden langs ravijnen en over hellingen, die wel gene gevaar opleveren, doch athletische kwaliteiten vereisen) zijn voldoende talrijk om overal aardige trajecten voor cross-country-wielerwedstrijden uit te zetten”, luidt de motivatie.
In het blad Wielersport legt redacteur Jan Cornelissen uit dat de cross-country teveel een speeltje geworden was voor specialisten als de Fransman Dufraisse, de Italiaan Longo en de Duitser Wolfshohl. Met als gevolg dat renners die zich op het wegseizoen voorbereiden, er weinig te zoeken hadden.
“Doch men ontwaakte en ging ertoe over parcoursen aan te passen. Dus lichter te maken. Dit om de ‘groten’ van de weg te kunnen aantrekken en daarmede de publieke belangstelling op te voeren.”
Cornelisse schrijft dit begin 1960 in zijn verslag over de ‘wieler-veldrit’ op landgoed Duinhorst in Wassenaar. De door de Haagse wielervereniging De Spartaan georganiseerde cross past overigens al langer ‘wat meer in het kader van deze tijd’, meent Cornelisse.
Geen traptreden dus, wel een smal bruggetje dat – is te zien op oude foto’s – de favoriete plek is voor casino fotografen. Af en toe kukelt er een renner van het bruggetje de sloot in. Vandaar…
1960 is wel een keerpunt in het dan negenjarige bestaan van de cross in Duinhorst. Waar de wedstrijd aanvankelijk ergens in januari of februari wordt verreden, is nu gekozen voor nieuwjaarsdag.
De cross krijgt van de organisatoren meteen een naam: de Katerkoers. Kater dus, van het teveel aan oudjaarsavondbier, -champagne en –oliebollen dat uit het lijf gefietst moet worden. Maar het is ook – wordt later duidelijk – de kater van kattenvoerbedrijf Felix-Bonzo, de sponsor van de cross.
Terug naar 1960 waar Manus Brinkman, dé Nederlandse cyclecrosser van de jaren vijftig, wordt verrast door de 23-jarige Jan van Dijk uit Lisse. Rotterdammer Brinkman moet uiteindelijk 35 seconden toegeven. Als derde eindigt Cor Rutgers.
De Katerkoers staat aan het begin van een traditie die inmiddels niet meer bestaat. Tot 1986 is er een katerkoers, meestal in de Wassenaarse duinen, soms elders in het land. In 2012 probeert de Haagse wielervereniging HSK Trias de nieuwjaarsdagcross nieuw leven in te blazen. Het blijft bij één editie.
- UCI-man springt en juicht voor Jopie - 25/09/2020
- Raad het plaatje - 25/09/2020
- De spreekwoordelijke rode lantaarn - 18/09/2020
Menigeen zal de nieuwjaarsduik in zee prefereren.